EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0704R(01)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom, betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

/* COM/2014/0704 final/2 - 2014/0332 (NLE) */

52014PC0704R(01)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom, betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen /* COM/2014/0704 final/2 - 2014/0332 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De aanpassing van de nationale bijdragen van de lidstaten (eigen middelen), gebaseerd op de belasting over de toegevoegde waarde (btw) en het bruto nationaal inkomen (bni), waarnaar in Verordening nr. 1150/2000 wordt verwezen als "btw-middelen en de aanvullende middelen", aan de financiering van de begroting van de Unie vindt jaarlijks plaats op de eerste werkdag van december.

Deze aanpassingen verschillen van jaar tot jaar. Zoals de in 2014 berekende gegevens aantonen, kunnen aanpassingen aan de eigen middelen op basis van het bni, resulterend in door sommige lidstaten ter beschikking te stellen aanvullende bedragen, uitzonderlijk hoog zijn ten gevolge van grote herzieningen door sommige lidstaten van hun eigen bni-gegevens voor de afgelopen jaren.

Aangezien de basisgegevens door de lidstaten aan de Commissie worden verstrekt, zijn de totale verzameling gegevens en het effect op de eigen middelen voor alle lidstaten slechts in oktober van elk jaar bekend.

Overeenkomstig de huidige in Verordening nr. 1150/2000 vervatte regels moeten deze aanpassingen ter beschikking worden gesteld op de eerste werkdag van december. De verordening voorziet niet in de mogelijkheid om een latere datum overeen te komen.

Met name tegen het einde van het begrotingsjaar, en als de bedragen in kwestie zeer groot zijn, kan dit voor bepaalde lidstaten resulteren in een moeilijke begrotingssituatie en kan dit hun economische of financiële stabiliteit zelfs aanmerkelijk in het gedrang brengen.

2.           INHOUD VAN HET VOORSTEL

Daarom, en onder de hieronder beschreven voorwaarden, krijgen de lidstaten, wanneer het totale bedrag uitzonderlijk groot is, de gelegenheid om het uit deze aanpassingen (de btw- en bni-saldi) resulterende bedrag ter beschikking te stellen op elk tijdstip tussen de eerste werkdag van december en de eerste werkdag van september van het volgende jaar:

(a) bij overschrijding van de individuele drempel: als het bedrag van de btw- en bni-saldi met betrekking tot een lidstaat groter is dan twee maandelijkse twaalfden, door die lidstaat ter beschikking te stellen als btw-middelen en aanvullende middelen, rekening houdend met het effect op deze middelen van de correctie die aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend voor begrotingsonevenwichtigheden, overeenkomstig de huidige begrotingscijfers, of

(b) bij overschrijding van de totale drempel: als het totale bedrag van de aanpassing met betrekking tot alle lidstaten groter is dan de helft van het normale twaalfde, door alle lidstaten ter beschikking te stellen als eigen middelen, gebaseerd op btw en bni, rekening houdend met het effect op deze middelen van de correctie die aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend voor begrotingsonevenwichtigheden, overeenkomstig de huidige begrotingscijfers.

In 2014 zouden vier lidstaten het recht hebben de terbeschikkingstelling van de middelen uit te stellen aangezien de individuele drempel (meer dan twee normale twaalfden) is overschreden. Wat de andere jaren sinds 2002 betreft, zouden uitsluitend in 2007 twee lidstaten over dit recht hebben beschikt.

Aangezien in 2014 echter ook de totale drempel wordt overschreden (de btw- en bni-saldi voor alle lidstaten bedragen 9,5 miljard EUR, terwijl de helft van een normaal twaalfde minder dan 5 miljard EUR bedraagt), kunnen alle lidstaten de terbeschikkingstelling van deze saldi uitstellen. De totale drempel is in geen van de andere jaren sinds 2004 overschreden, met uitzondering van 2007.

Deze wijziging is reeds van toepassing op de btw- en bni-saldi die op de rekeningen van de Commissie moeten worden geboekt op de eerste werkdag van december 2014.

Elke lidstaat die de terbeschikkingstelling van de aanpassingen geheel of gedeeltelijk uitstelt, dient de Commissie met spoed, en in ieder geval vóór de eerste werkdag van december, in kennis te stellen van de datum of datums waarop de desbetreffende bedragen ter beschikking zullen worden gesteld. Deze datum dan wel deze datums zijn bindend. Elk uitstel bij het ter beschikking stellen van de aanpassingen ten opzichte van de aan de Commissie meegedeelde datum of datums verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente overeenkomstig de voorwaarden van artikel 11 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 zal bij Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014[1] met terugwerkende kracht worden ingetrokken. Met de bij de onderhavige verordening ingevoerde wijzigingen moet derhalve naar behoren rekening worden gehouden in het kader van het voorstel tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 dat de Commissie zoals overeengekomen uiterlijk eind maart 2015 zal indienen[2].

2014/0332 (NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom, betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 322, lid 2,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement[3],

Gezien het advies van de Europese Rekenkamer[4],

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Overeenkomstig artikel 10, leden 4 tot en met 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000[5] berekent de Commissie de aanpassing van de eigen middelen als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b) en c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen[6] (btw-middelen en op het bni van elke lidstaat gebaseerde eigen middelen, hierna "de aanvullende middelen" genoemd) en deelt zij de aanpassingen tijdig aan de lidstaten mee, zodat zij deze aanpassingen op de eerste werkdag van december op de rekening van de Commissie zoals bedoeld in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 kunnen boeken.

(2)       In uitzonderlijke omstandigheden kunnen deze aanpassingen resulteren in zeer grote bedragen die aanzienlijk hoger kunnen liggen, wat sommige lidstaten betreft, dan twee maandelijkse twaalfden die als btw-middelen en aanvullende middelen ter beschikking moeten worden gesteld, en, wat alle lidstaten betreft, dan de helft van de geaggregeerde maandelijkse twaalfden.

(3)       Voor sommige lidstaten kan de verplichting om zulke hoge bedragen ter beschikking te stellen een aanzienlijke financiële last betekenen die op het land een ernstige fiscale druk legt, met name aan het einde van het jaar.

(4)       De lidstaten moeten daarom over de mogelijkheid beschikken om, als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, de terbeschikkingstelling van deze bedragen uit te stellen tot de eerste werkdag van september van het volgende jaar.

(5)       Elke lidstaat die ervoor kiest deze optie te gebruiken, moet de Commissie ruim vóór de eerste werkdag van december in kennis stellen van de datum of datums waarop de aanpassingen ter beschikking zullen worden gesteld, teneinde een goed beheer van het Uniestelsel ter voorziening van de kasmiddelenbehoeften mogelijk te maken. Elk uitstel bij de terbeschikkingstelling van deze aanpassingen ten opzichte van de aan de Commissie meegedeelde datum of datums verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente overeenkomstig de voorwaarden van artikel 11 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

(6)       Deze optie moet voor de eerste keer beschikbaar zijn voor de aanpassingen die, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000, op de rekeningen van de Commissie zouden moeten zijn geboekt op de eerste werkdag van december 2014.

(7)       Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 wordt hierbij als volgt gewijzigd:

In artikel 10 wordt een nieuw lid 7 bis toegevoegd.

"7 bis. In afwijking op het bepaalde in de leden 4 tot en met 7 van dit artikel kan een lidstaat op de in artikel 9, lid 1, van deze verordening bedoelde rekening de op de overeenkomstig deze leden op het credit van de rekeningen van de Commissie te boeken bedragen ter beschikking stellen op een tijdstip voor de eerste werkdag van september van het volgende jaar, als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:

(a) indien de betrokken lidstaat op de eerste werkdag van december op de in artikel 9, lid 1, van deze verordening bedoelde rekening een bedrag zou moeten boeken dat hoger ligt dan twee twaalfden van het totaal voor die lidstaat van de in de begroting uit hoofde van de btw-middelen en aanvullende middelen opgenomen bedragen, als bedoeld in lid 3, eerste alinea, van dit artikel, als toepasselijk op 15 november van datzelfde jaar, of

(b) indien alle lidstaten bij elkaar op de eerste werkdag van december op de in artikel 9, lid 1, van deze verordening bedoelde rekening een totaalbedrag zouden moeten boeken dat hoger ligt dan de helft van één twaalfde van het totaal van de in de begroting uit hoofde van de btw-middelen en aanvullende middelen opgenomen bedragen, als bedoeld in lid 3, eerste alinea, van dit artikel, met gebruikmaking van de in die alinea bedoelde wisselkoersen, als toepasselijk op 15 november van datzelfde jaar.

De lidstaten mogen de eerste alinea uitsluitend toepassen als zij de Commissie vóór de eerste werkdag van december in kennis hebben gesteld van hun besluit en van de datum of datums van boeking op de in artikel 9, lid 1, van deze verordening bedoelde rekening van het bedrag van de aanpassingen.

Elk uitstel bij het boeken van de aanpassingen op de in artikel 9, lid 1, van deze verordening bedoelde rekening ten opzichte van de aan de Commissie medegedeelde datum of datums verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente overeenkomstig de voorwaarden van artikel 11 van deze verordening."

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekenmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is van toepassing op de bedragen die na 30 november 2014 op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekeningen moeten worden geboekt.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.           BENAMING VAN HET VOORSTEL:

2.           BEGROTINGSONDERDELEN:

Hoofdstuk en artikel:

Begroot bedrag voor het betrokken jaar:

3.           FINANCIËLE GEVOLGEN

¨      Het voorstel heeft geen financiële gevolgen

¨      Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, namelijk:

(in miljoen EUR tot op één decimaal)

|| ||

Begrotings-onderdeel || Ontvangsten[7] || Periode van 12 maanden met ingang van dd/mm/jjjj || [Jaar n]

Artikel || Gevolgen voor de eigen middelen || ||

Artikel || Gevolgen voor de eigen middelen || ||

Situatie na de actie

|| [n+1] || [n+2] || [n+3] || [n+4] || [n+5]

Artikel || || || || ||

Artikel || || || || ||

4.           FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

5.           ANDERE OPMERKINGEN

De wijziggingen voorzien in de mogelijkheid voor de lidstaten om aanpassingen van de btw-middelen en aanvullende middelen (hoofdstukken 31 en 32) in termijnen ter beschikking te stellen, indien het totale bedrag uitzonderlijk hoog is (overschrijding van de individuele of totale drempel).

Wanneer een lidstaat van deze mogelijkheid gebruikmaakt, kan dit er in 2014 toe leiden dat eigen middelen pas in 2015 ter beschikking worden gesteld.

Het is moeilijk te voorspellen in welke mate de lidstaten ervoor zullen kiezen om betalingen uit te stellen.

Het is zeer onwaarschijnlijk dat de drempels ieder jaar worden overschreden. Er kan echter niet worden voorspeld of dit zal gebeuren.

[1]               Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (Herschikking).

[2]           De gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de Commissie, als opgenomen in de notulen van de vergadering van de Raad van 26 mei 2014, luidt als volgt: "De Raad en de Commissie komen overeen dat de Commissie uiterlijk eind maart 2015 een voorstel zal indienen voor artikel 12 van de Verordening van de Raad betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien, teneinde een herziening van de procedure ter berekening van de vertragingsrente mogelijk te maken. Daarenboven is afgesproken dat de rentevoet(en) in overeenstemming moet(en) zijn met het evenredigheidsbeginsel en tevens moeten zorgen voor een goede werking van het stelsel om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien."

[3]               PB C  van , blz. .

[4]               PB C  van , blz. .

[5]               PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1.

[6]               PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17.

[7]               Voor traditionele eigen middelen (landbouwrechten, suikerheffingen en douanerechten) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.

Top