EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013XC0928(01)

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 10 juli 2013 inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak AT.39748 — Kabelbeschermbuizen voor auto's) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 4222 final)

PB C 283 van 28.9.2013, p. 5–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

28.9.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 283/5


Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 10 juli 2013

inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst

(Zaak AT.39748 — Kabelbeschermbuizen voor auto's)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 4222 final)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

2013/C 283/05

Op 10 juli 2013 heeft de Commissie een besluit vastgesteld inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst. Krachtens artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad  (1) publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, rekening houdend met het rechtmatige belang van de ondernemingen bij de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

1.   INLEIDING

(1)

Het besluit betreft vijf afzonderlijke inbreuken op het gebied van de levering van kabelbeschermbuizen voor auto's aan Toyota, Honda, Nissan en Renault (2 inbreuken), en is gericht aan de volgende ondernemingen: i) Sumitomo (2); ii) Yazaki (3); iii) Furukawa (4); iv) SYS (5) en v) Leoni (6). Kabelbeschermingsbuizen betreffen een geheel van kabels die signalen of elektrische stroom overbrengen waarbij computers worden verbonden met verschillende in het voertuig ingebouwde onderdelen en die bestemd zijn voor welbepaalde voertuigen en platforms.

2.   BESCHRIJVING VAN DE ZAAK

2.1.   Procedure

(2)

Na het verzoek om immuniteit van Sumitomo en het clementieverzoek van Furukawa, voerde de Commissie in februari 2010 onaangekondigde inspecties uit, waarna Yazaki en SYS een clementieverzoek indienden.

(3)

De Commissie leidde op vrijdag 3 augustus 2012 de procedure in. Op 28 augustus 2012 diende Leoni een clementieverzoek in. Tussen 25 september 2012 en 14 mei 2013 werden schikkingsgesprekken gevoerd. Vervolgens dienden de kartelleden een formeel verzoek tot schikking bij de Commissie in overeenkomstig artikel 10 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 773/2004. Op 31 mei 2013 nam de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aan, waarna alle partijen bevestigden dat de inhoud ervan in overeenstemming was met door hen verstrekte informatie en dat zij nog steeds bereid waren de schikkingsprocedure te volgen. Het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtsposities bracht op 5 juli 2013 een gunstig advies uit en de Commissie stelde op 10 juli 2013 het besluit vast.

2.2.   Adressaten en duur van de inbreuken

(4)

De volgende ondernemingen hebben inbreuk gemaakt op artikel 101 van het Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst, gedurende de hieronder aangegeven perioden, met betrekking tot de levering van kabelbeschermbuizen aan Toyota:

Sumitomo en Yazaki van 6 maart 2000 tot en met 5 augustus 2009;

Furukawa van 24 september 2002 tot en met 20 oktober 2005.

(5)

De volgende ondernemingen hebben inbreuk gemaakt op artikel 101 van het Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst, gedurende de hieronder aangegeven perioden, met betrekking tot de levering van kabelbeschermbuizen aan Honda:

Sumitomo en Yazaki van 5 maart 2001 tot en met 7 september 2009;

Furukawa van 5 maart 2001 tot en met 31 maart 2009.

(6)

Sumitomo en Yazaki hebben inbreuk gemaakt op artikel 101 van het Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst met betrekking tot de levering van kabelbeschermbuizen aan Nissan (B Platform) van 14 september 2006 tot en met 16 november 2006.

(7)

Sumitomo en SYS hebben inbreuk gemaakt op artikel 101 van het Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst met betrekking tot de levering van kabelbeschermbuizen aan Renault (W95 Platform) van 28 september 2004 tot en met 13 maart 2006.

(8)

De volgende ondernemingen hebben inbreuk gemaakt op artikel 101 van het Verdrag en artikel 53 van de EER-Overeenkomst, gedurende de hieronder aangegeven perioden, met betrekking tot de levering van kabelbeschermbuizen aan Renault (W52/98 Platform):

Sumitomo van 5 mei 2009 tot en met 20 oktober 2009;

Sumitomo van 26 mei 2009 tot en met 22 december 2009;

Leoni van 5 mei 2009 tot en met 22 december 2009.

2.3.   Samenvatting van de inbreuk

(9)

In het kader van elk van de inbreuken stelden de deelnemers aan de inbreuken elkaar via trilaterale en/of bilaterale contacten in kennis van hun prijzen en wisselden zij andere commercieel gevoelige informatie uit met het uiteindelijke doel om de prijzen te coördineren en de levering van kabelbeschermbuizen te verdelen.

(10)

De inbreuken met betrekking tot Toyota en Honda betreffen een reeks aanbestedingen die gedurende de periode van heimelijke afspraken werden gehouden, waaronder alle aanbestedingen voor leveringen aan de Europese productiefaciliteiten. De inbreuken ten aanzien van Nissan en Renault hebben elk betrekking op een enkele aanbestedingsprocedure.

2.4.   Corrigerende maatregelen

(11)

In het besluit worden de richtsnoeren inzake geldboeten van 2006 (7) toegepast. Met uitzondering van Sumitomo worden met het besluit geldboeten opgelegd aan alle betrokken ondernemingen die deel uitmaken van de in de punten (4) to (8) vermelde ondernemingen.

2.4.1.   Basisbedrag van de geldboete

(12)

De waarde van de verkopen in het geval van Toyota en Honda worden als volgt bepaald:

voor Sumitomo en Yazaki: de gemiddelde verkopen in de EER in de laatste drie boekjaren van de inbreuk;

voor Furukawa: het procentuele marktaandeel van Furukawa voor het gelijkaardige in Japan geproduceerde model ten aanzien waarvan Furukawa in de EER aan de inbreuk heeft deelgenomen, wordt toegepast op de gemiddelde jaarlijkse waarde van de verkopen van Sumitomo en Yazaki van het gelijkaardige in de EER geproduceerde model.

(13)

Wat de inbreuk ten aanzien van Nissan betreft wordt de verkoopwaarde bepaald op basis van het volume van kabelbeschermbuizen voor het toekomstige Europese model dat op het B Platform gebaseerd is, zoals door Nissan geraamd ten tijde van de inbreuk van 2006 inzake het B Platform, vermenigvuldigd met de prijs van de winnende offertes.

(14)

De verkoopwaarde wat betreft de inbreuk ten aanzien van Renault (W95 Platform) wordt bepaald op basis van het volume van de verkopen aan Renault in de EER zoals geraamd door Renault ten tijde van de inbreuk, vermenigvuldigd met de prijs van de winnende offertes.

(15)

De verkoopwaarde in verband met de inbreuk ten aanzien van Renault (W52/98 Platform) wordt bepaald door de totale waarde van de verkopen aan Renault in de EER voor het W52-model tussen de drie ondernemingen te verdelen, berekend op basis van de winnende offerteprijs van Leoni, vermenigvuldigd met het door Renault geraamde volume van kabelbeschermbuizen ten tijde van de inbreuk.

(16)

Het basisbedrag van de boete wordt voor elk van de vijf inbreuken bepaald op 16 % van de verkoopwaarde als omschreven in de punten (12) tot en met (15).

(17)

Het basisbedrag is vermenigvuldigd met het aantal jaren dat aan de inbreuk is deelgenomen, om ten volle rekening te houden met de duur van de deelname van elke onderneming aan de inbreuk.

2.4.2.   Aanpassingen van het basisbedrag

2.4.2.1.   Toepassing van de clementieregeling van 2006

(18)

Aan Sumitomo is immuniteit tegen geldboeten verleend voor alle inbreuken. Aan de overige ondernemingen werden de volgende verminderingen van geldboeten toegekend: Yazaki: 30 % voor de inbreuken ten aanzien van Toyota en Honda en 50 % voor de inbreuk ten aanzien van Nissan, Furukawa: 40 % voor de inbreuken ten aanzien van Toyota en Honda, SYS: 45 % voor de inbreuk ten aanzien van Renault (W95 Platform) en 40 % voor de inbreuk ten aanzien van Renault (W52/98 Platform), en Leoni: 20 % voor de inbreuk ten aanzien van Renault (W52/98 Platform).

2.4.2.2.   Toepassing van de mededeling betreffende schikkingsprocedures

(19)

Op grond van de toepassing van de mededeling betreffende schikkingsprocedures is het bedrag van de aan Yazaki, Furukawa, SYS en Leoni op te leggen geldboete met 10% verminderd voor elk van de respectievelijke inbreuken.

3.   BIJ HET BESLUIT OPGELEGDE GELDBOETEN

(20)

Voor de inbreuk met betrekking tot Toyota worden de volgende geldboeten opgelegd:

Sumitomo Electric Wiring Systems (Europe) Ltd en Sumitomo Electric Industries Ltd, hoofdelijk aansprakelijk: 0 EUR;

Yazaki Europe Ltd en Yazaki Corporation, hoofdelijk aansprakelijk: 95 149 000 EUR;

Furukawa Electric Co. Ltd: 2 483 000 EUR.

(21)

Wat de inbreuk met betrekking tot Honda betreft worden de volgende geldboeten opgelegd:

Sumitomo Electric Wiring Systems (Europe) Ltd en Sumitomo Electric Industries Ltd, hoofdelijk aansprakelijk: 0 EUR;

Yazaki Europe Ltd en Yazaki Corporation, hoofdelijk aansprakelijk: 29 812 000 EUR;

Furukawa Automotive Systems Inc. en Furukawa Electric Co. Ltd, hoofdelijk aansprakelijk: 1 532 000 EUR.

(22)

Wat de inbreuk ten aanzien van Nissan betreft worden de volgende geldboeten opgelegd:

Sumitomo Electric Industries Ltd: 0 EUR;

Yazaki Corporation: 380 000 EUR.

(23)

Voor de inbreuk ten aanzien van Renault (W95 Platform) worden de volgende geldboeten opgelegd:

Sumitomo Electric Wiring Systems (Europe) Ltd en Sumitomo Electric Industries Ltd, hoofdelijk aansprakelijk: 0 EUR;

S-Y Systems Technologies France SAS en S-Y Systems Technologies Europe GmbH, hoofdelijk aansprakelijk: 10 123 000 EUR.

(24)

Voor de inbreuk ten aanzien van Renault (W52/98 Platform) worden de volgende geldboeten opgelegd:

Sumitomo Electric Wiring Systems (Europe) Ltd en Sumitomo Electric Industries Ltd, hoofdelijk aansprakelijk: 0 EUR;

S-Y Systems Technologies France SAS en S-Y Systems Technologies Europe GmbH, hoofdelijk aansprakelijk: 934 000 EUR;

Leoni Wiring Systems France SAS en Leoni AG, hoofdelijk aansprakelijk: 1 378 000 EUR.


(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

(2)  De betrokken ondernemingen zijn Sumitomo Electric Wiring Systems (Europe) Ltd en Sumitomo Electric Industries Ltd.

(3)  De betrokken ondernemingen zijn Yazaki Europe Ltd enYazaki Corporation.

(4)  De betrokken ondernemingen zijn Furukawa Automotive Systems Inc en Furukawa Electric Co. Ltd.

(5)  De betrokken ondernemingen zijn S-Y Systems Technologies France SAS en S-Y Systems Technologies Europe GmbH.

(6)  De betrokken ondernemingen zijn Leoni Wiring Systems France SAS en Leoni AG.

(7)  PB C 210 van 1.9.2006, blz. 2.


Top