EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012XC1115(03)

Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie

PB C 349 van 15.11.2012, p. 7–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 349/7


Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie

2012/C 349/05

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder a), tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1) worden de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie (2) als volgt gewijzigd:

Op bladzijde 43, tussen de titel van hoofdstuk 7 „GROENTEN, PLANTEN, WORTELS EN KNOLLEN, VOOR VOEDINGSDOELEINDEN” en de regel „0701 Aardappelen, vers of gekoeld”, wordt de volgende tekst ingevoegd:

Algemene opmerkingen

Scheuten (groentescheuten en andere scheuten) zijn gekiemde zaden die bestemd zijn voor menselijke consumptie en rauw of gekookt worden gegeten. Voor het ontkiemen worden de zaden vochtig gemaakt (dit verhoogt het watergehalte in de zaden en beëindigt de rusttoestand ervan) tot een nieuwe plant begint te groeien en bladeren ontwikkelt.

Over het algemeen kunnen scheuten die gereed zijn voor menselijke consumptie op drie manieren worden aangeboden:

1.

Als een ontkiemende plant met kiemblaadjes (cotyledonen, de eerste bladeren in een embryonaal stadium), met resten van de zaden en wortels.

2.

Als een plant bestaande uit een ontkiemende graankorrel, bijv. gekiemde gerst, zogenoemde groenmout (zie ook de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur bij de onderverdelingen 1107 10 11 t/m 1107 10 99), die rauw in salades of, na verdere verwerking, voor de productie van voornamelijk bier of whisky kan worden gebruikt.

3.

Als een „babyplant”, uitsluitend bestaande uit kiemblaadjes, zonder resten van de zaden en wortels en zonder „volwassen bladeren” (echte bladeren, gevormd na het embryonale stadium). Dit soort scheuten wordt doorgaans in kleine doosjes met kweekmedium aangeboden.

Bij het indelen van de scheuten gelden de volgende beginselen:

Scheuten van de in hoofdstuk 7 genoemde groenten moeten onder hun respectieve posten als verse groenten onder hoofdstuk 7 worden ingedeeld, omdat verse groenten onder dit hoofdstuk vallen, ongeacht of ze bestemd zijn te worden gebruikt als voedingsmiddel, om te zaaien of te planten, met uitzondering van plantgoed van groenten dat geschikt is om opnieuw te planten in de zin van post 0602 (zie de GS-toelichting op hoofdstuk 7, algemene opmerkingen, tiende alinea).

Bonen die worden gebruikt voor de productie van kiemgroenten worden ingedeeld onder post 0713 als gedroogde zaden van peulgroenten (zie de GS-toelichting op onderverdeling 0713.31) De scheuten die uit deze bonen ontkiemen, evenals de scheuten van andere gedroogde peulgroenten, worden echter als verse peulgroenten ingedeeld onder post 0708.

Hoewel sommige planten in de vorm van slechts zaden in aanmerking komen voor een indeling onder andere hoofdstukken van de gecombineerde nomenclatuur, zoals de hoofdstukken 9 en 12, zijn zij, eenmaal ontkiemd, als groente geschikt voor consumptie en dienen zij daarom dienovereenkomstig te worden ingedeeld onder hoofdstuk 7, omdat de planten niet meer de objectieve kenmerken van de hoofdstukken 9 en 12 bezitten. Zie de GS-toelichting op post 0709, eerste alinea, punt 14, met betrekking tot bamboescheuten en sojaboonscheuten.

Scheuten van granen van hoofdstuk 10 (posten 1001, 1002, 1003, 1004, 1006 en 1008), bijv. gekiemde gerst, moeten worden ingedeeld in onderverdeling 1107 10 (gekiemde gerst is uitgezonderd van hoofdstuk 10, zie de GS-toelichting op post 1003, uitzondering a)), wat de meest specifieke post is voor ontkiemde granen omdat de post niet beperkt is tot ontkiemde en gedroogde granen (mout). „Groenmout” wordt ingedeeld onder de onderverdelingen 1107 10 11 t/m 1107 10 99 (zie de GN-toelichtingen op deze onderverdelingen, eerste alinea) en wordt gekenmerkt als graan dat aan het ontkiemen is, maar nog niet is gedroogd.

Scheuten van de variëteit Zea mays var. saccharata (suikermais) moeten bij toepassing van aantekening 2 op hoofdstuk 7 en aantekening 2 op hoofdstuk 10, worden ingedeeld onder post 0709 (GN-code 0709 99 60).

Niet-limitatieve lijst van scheuten en hun GN-codes:

GN-code

Omschrijving (Latijnse naam)

0703 10 19

scheuten van ui (Allium cepa)

0703 20 00

scheuten van knoflook (Allium sativum)

0703 90 00

scheuten van prei (Allium porrum)

0704 90 90

scheuten van broccoli (Brassica oleracea var. italica)

0704 90 90

scheuten van rucola (Eruca sativa; syn. E. vesicaria ssp. sativa (Miller) Thell., Brassica eruca L.)

0706 90 90

scheuten van biet (Beta vulgaris ssp. vulgaris)

0706 90 90

scheuten van radijs (Raphanus sativus)

0708 10 00

scheuten van erwten (Pisum sativum)

0708 20 00

adzukiboonscheuten (Phaseolus angularis)

0708 20 00

mungboonscheuten (Vigna radiata)

0708 20 00

rijstboonscheuten (Phaseolus pubescens)

0708 90 00

kikkererwtscheuten (Cicer arietinum)

0708 90 00

hauwklaverscheuten (Lotus maritimus)

0708 90 00

linzescheuten (Lens culinaris)

0708 90 00

duivenerwtscheuten (Cajanus cajan)

0709 99 50

venkelscheuten (Foeniculum vulgare var. azoricum)

0709 99 60

suikermaisscheuten (Zea mays var. saccharata)

0709 99 90

basilicumscheuten (Ocimum spp.)

0709 99 90

zwarte mosterdscheuten (Brassica nigra, Syn.: Sinapis nigra L., Sisymbrium nigrum (L.) Prantl.)

0709 99 90

dropplantscheuten (Agastache foeniculum)

0709 99 90

bernagiescheuten (Borago officinalis)

0709 99 90

Chinese mahoniescheuten (Toona sinensis)

0709 99 90

kortarige zeekraalscheuten (Salicornia europaea)

0709 99 90

korianderscheuten (Coriandrum sativum)

0709 99 90

tuinkersscheuten (Lepidium sativum)

0709 99 90

fenegriekscheuten (Trigonella foenum-graecum)

0709 99 90

scheuten van groene shiso of paarse shiso (Perilla frutescens)

0709 99 90

zonnebloemscheuten (Helianthus annuus)

0709 99 90

wit mosterdzaadscheuten (Sinapis alba)

1107 10 19

groenmout van tarwe (Triticum aestivum)

1107 10 99

groenmout van gerst (Hordeum vulgare)

1107 10 99

groenmout van gierst (Panicum miliaceum)

1107 10 99

groenmout van haver (Avena sativa)

1107 10 99

groenmout van rijst (Oryza sativa)

1107 10 99

groenmout van rogge (Secale cereale)

1214 90 90

luzernescheuten (Medicago sativa)”

Op bladzijde 61 wordt in de toelichting op de onderverdelingen „1107 10 11 t/m 1107 10 99” tussen de eerste en tweede alinea de volgende tekst toegevoegd:

„Deze onderverdelingen bevatten ook groenmout die bestemd is voor menselijke consumptie en die op dezelfde manier als groentescheuten wordt geconsumeerd, zijnde een graankorrel die aan het ontkiemen is, maar nog niet is gedroogd.”


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  PB C 137 van 6.5.2011, blz. 1.


Top