EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0251
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE COUNCIL Eighth report on the implementation of Council Regulation (EC) 866/2004 of 29 April 2004 and the situation resulting from its application covering the period 1 January until 31 December 2011
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Achtste verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2011
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Achtste verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2011
/* COM/2012/0251 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Achtste verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2011 /* COM/2012/0251 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Achtste verslag over de tenuitvoerlegging van
Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad van 29 april 2004 en over de situatie
die het gevolg is van de toepassing van deze verordening, voor de periode van 1
januari tot en met 31 december 2011 INLEIDING Verordening (EG) nr. 866/2004 van de Raad
inzake een regeling op grond van artikel 2 van Protocol nr. 10 van de
Toetredingsakte[1]
(hierna de “groenelijnverordening” genoemd) is van kracht sinds
1 mei 2004. In deze verordening worden de voorwaarden vastgesteld
waaronder de rechtsvoorschriften van de Europese Unie gelden ten aanzien van
het verkeer van goederen, personen en diensten waarbij de groene lijn wordt
overschreden tussen de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering
feitelijk het gezag uitoefent, en de gebieden waarover zij niet feitelijk het
gezag uitoefent. Om de doeltreffendheid van deze regels te garanderen, is de
toepassing daarvan uitgebreid tot de grenslijn tussen deze gebieden en de
Eastern Sovereign Base Area (ESBA) van het Verenigd Koninkrijk.[2] Dit verslag heeft betrekking op de periode van
1 januari tot en met 31 december 2011. Tijdens de verslagperiode heeft de Commissie
geen wijzigingen voorgesteld aan de groenelijnverordening, maar heeft zij wel
de uitvoeringsbepalingen gewijzigd. De Commissie voert een constructieve dialoog
over de tenuitvoerlegging van de verordening met de autoriteiten van de
Republiek Cyprus en met de autoriteiten van de Sovereign Base Area op
uitvoerend niveau. 1. UITVOERINGSMAATREGELEN Op 31 mei 2011 stelde de Commissie Verordening
(EU) nr. 531/2011 vast tot wijziging van de uitvoeringsbepalingen van de
groenelijnverordening[3]. In deze verordening werd de verplichting
geschrapt dat aardappelen die via de groene lijn worden verhandeld, moeten
worden geteeld uit gecertificeerde pootaardappelen. Zo wordt handel mogelijk in
aardappelen uit door de landbouw verkregen zaaigoed die zijn geteeld als eerste
oogst uit gecertificeerde pootaardappelen onder toezicht van de onafhankelijke
fytosanitaire deskundigen, die door de Commissie zijn aangewezen om de herkomst
en de gezondheid afdoende te garanderen. 2. GRENSOVERSCHRIJDEND VERKEER
VAN PERSONEN 2.1. Verkeer aan toegestane
doorgangsposten De verordening biedt een stabiel juridisch kader
voor het vrije verkeer van Cyprioten, andere EU-burgers en burgers van derde
landen die de groene lijn passeren aan de toegestane doorgangsposten. Er was
een lichte stijging van het aantal Grieks-Cyprioten dat overstak en een daling
van het aantal Turks-Cyprioten dat de groene lijn passeerde. Volgens gegevens van de Republiek Cyprus
staken tijdens de verslagperiode 621.406 Grieks-Cyprioten (vorig jaar: 596.578)
in 210.877 voertuigen (vorig jaar 170.315) over van de door de regering
gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus; daarnaast staken
937.789 Turks-Cyprioten (vorig jaar: 1.097.676) in 348.225 voertuigen (vorig
jaar: 378.475) over van het noordelijke deel van Cyprus naar de door de
regering gecontroleerde gebieden.[4] Het aantal EU-burgers, andere dan Cyprioten,
en onderdanen van derde landen dat de groene lijn overstak, is licht gedaald.
Volgens gegevens van de politie van de Republiek Cyprus (hierna "de
CYPOL" genoemd) staken tijdens de verslagperiode 634.218 niet-Cypriotische
EU-burgers en burgers van derde landen de groene lijn over (vorig jaar
664.566). 67% daarvan (424.992) deed dat bij de doorgangspost voor voetgangers
in de Ledrastraat, die in april 2008 werd geopend. Het grootste deel van de
niet-Cyprioten (voornamelijk toeristen) die de groene lijn overstaken, deed dat
in de Ledrastraat. De cijfers komen grotendeels overeen met de
informatie van de Turks-Cypriotische gemeenschap: 694.633 Grieks-Cyprioten zijn
in 248.962 voertuigen van de door de regering gecontroleerde gebieden
overgestoken naar het noordelijke deel van Cyprus, terwijl 1.450.566
Turks-Cyprioten in 553.913 voertuigen zijn overgestoken in de andere richting.
Voorts waren er 1.101.942 buitenlandse onderdanen die van de door de regering
gecontroleerde gebieden overstaken naar het noordelijke deel van Cyprus. De hierboven genoemde cijfers van de CYPOL
omvatten echter niet de gegevens over personen en voertuigen bij de
doorgangsposten Pergamos en Strovilia, van het noordelijke deel
van Cyprus naar de Eastern Sovereign Base Area.[5]
De autoriteiten van de ESBA houden geen gedetailleerde statistieken bij voor
deze beide doorgangsposten. Volgens schattingen van de ESBA op basis van
Turks-Cypriotische informatiebronnen, zouden 84.407 Grieks-Cyprioten zijn
overgestoken naar het noordelijke deel van Cyprus en 450.408 Turks-Cyprioten
naar de door de regering gecontroleerde gebieden via doorgangsposten in de
Sovereign Base Area. Het aantal personeelsleden van de politie van
Cyprus dat werkzaam is op de doorgangsposten, is verhoogd van 73 (2010) naar 77
(2011). De algemene evaluatie van de oversteek door
personen is positief. Toch werden tijdens de verslagperiode enkele incidenten
gemeld. Op 9 oktober 2011 kreeg een Turks-Cypriotische reisbus met Letse
toeristen geen toestemming om de groene lijn aan de doorgangspost Agios
Dhometios te passeren, hoewel dit voordien vaak was gebeurd. Volgens de
chauffeur van de bus werd hem aan de doorgangspost medegedeeld dat alleen
Turks-Cyprioten in een als Turks-Cypriotisch geregistreerde bus de groene lijn
mochten oversteken. De toeristen werden naar de doorgangspost aan de
Ledrastraat gebracht waar zij te voet de groene lijn overstaken en waar een
reisbus uit de door de regering gecontroleerde gebieden werd ingehuurd om hen
in staat te stellen hun rondreis te voltooien. Terwijl de autoriteiten van de
Republiek Cyprus de Commissie ervan in kennis hebben gesteld dat de
noodzakelijke documenten niet in orde waren, heeft de chauffeur van de reisbus
de Commissie geïnformeerd dat hij sinds het incident ettelijke keren met
Turks-Cyprioten de groene lijn heeft mogen passeren, en heeft hij bij de
Commissie een officiële klacht ingediend. Het misverstand dat Turks-Cyprioten de groene
lijn niet langer zouden mogen passeren indien zij geen drager zijn van een
identiteitskaart van de Republiek Cyprus (een regel die alleen op bepaalde
dagen op enkele Turks-Cyprioten van toepassing was), werd snel opgelost. De genoemde incidenten zijn een punt van zorg
geweest voor de Turks-Cypriotische gemeenschap en werden door de Commissie bij
de autoriteiten van de Republiek Cyprus aangekaart om na te gaan of er een
wijziging van het beleid was, waarvoor immers volgens de groenelijnverordening
een kennisgeving aan de Commissie vereist zou zijn[6]. De autoriteiten van de Republiek
Cyprus hebben de Commissie ervan in kennis gesteld dat er geen wijziging van
het beleid was met betrekking tot het oversteken van de groene lijn door
personen, en wezen erop dat het aantal incidenten onbeduidend is vergeleken met
het totale aantal oversteken. 2.2. Illegale migratie via de
groene lijn en asiel Volgens cijfers van de CYPOL voor 2011 is de
illegale migratie via de groene lijn vanuit het noordelijke deel van Cyprus
naar de door de regering gecontroleerde gebieden verder afgenomen. In 2011
werden in de door de regering gecontroleerde gebieden 1.311 (voorheen 1.855)
illegale migranten opgepakt (exclusief de personen die aan de doorgangsposten
langs de groene lijn werden geweigerd[7]).
Eén illegale immigrant kwam rechtstreeks in de door de regering gecontroleerde
gebieden binnen en 18 personen kwamen via de Eastern Sovereign Base Area
binnen, waarmee het totale aantal aangehouden illegale immigranten op 1.330
komt. De CYPOL wees als mogelijke verklaring op de daling van de
werkgelegenheidskansen door de economische crisis op Cyprus, alsook de
inspanningen van de autoriteiten van de Republiek Cyprus om illegale migratie
tegen te gaan. De meesten van deze aangehouden illegale immigranten waren
onderdanen van Syrië, Iran en Georgië (zie bijlage VIII). Illegale immigranten
worden normaal gesproken aangehouden tijdens controles langs de groene lijn en
op luchthavens wanneer zij Cyprus proberen te verlaten. Burgers van derde
landen die internationale bescherming vragen, worden normaal gesproken als zodanig
geregistreerd wanneer zij op een politiebureau asiel aanvragen. De CYPOL gaat na langs welke route illegale
migranten de door de regering gecontroleerde gebieden binnenkomen aan de hand
van dezelfde criteria als voorheen, voornamelijk op basis van documenten (visa,
bij aankomst of vertrek in het paspoort aangebrachte stempels van Turkije of
een “visum” of “verblijfsvergunning” van de "TNRC") en verklaringen
van de immigranten, maar ook op basis van ander bewijsmateriaal, zoals de
afwezigheid van identificatiedocumenten, Turks-Cypriotische kranten of Turkse
bankbiljetten. Van de 1.311 illegale migranten vroegen 417
personen (31,8%) asiel aan in de Republiek Cyprus. De meeste illegale migranten komen via Turkije
en het noordelijke deel van Cyprus de door de regering gecontroleerde gebieden
binnen. Volgens informatie van de Turks-Cypriotische
gemeenschap zijn 16 illegale Syrische migranten aangehouden in het noordelijke
deel van Cyprus. Aan officiële doorgangsposten kregen 2.267 personen geen
toestemming om de groene lijn over te steken naar het noordelijke deel van
Cyprus[8].
Tijdens de verslagperiode werden 860 personen vanuit het noordelijke deel van
Cyprus uitgezet.[9] De overzetdienst tussen Latakia (Syrië) en
Famagusta werd in september 2010 stopgezet. De crisis in Syrië heeft tot dusver
geen gevolgen voor Cyprus en het aantal illegale migranten uit Syrië is
gedaald. Er zijn geen precieze gegevens beschikbaar
over personen die aan de doorgangsposten niet mochten oversteken. Er bestaat geen rechtstreekse samenwerking met
betrekking tot politie en immigratie tussen de Republiek Cyprus en de
Turks-Cypriotische gemeenschap. Toch hebben vertegenwoordigers van beide
gemeenschappen elkaar ontmoet in het kader van het technische comité van beide
gemeenschappen inzake misdaad en strafrechtelijke zaken onder auspiciën van de
VN. Het technische comité inzake misdaad en strafrechtelijke zaken is een van
de zeven gespecialiseerde comités die met steun van de VN zijn opgericht bij
wijze van vertrouwenwekkende maatregel tussen beide gemeenschappen, en is een
rechtstreeks gevolg van een akkoord dat door beide Cypriotische leiders op 21
mei 2008 werd bereikt. Als uitbreiding van dit comité hebben beide
gemeenschappen tevens een mechanisme ingesteld voor de uitwisseling van
informatie en gezamenlijke initiatieven, namelijk een gezamenlijke
communicatieruimte, waar de VN-vredeshandhavingsmissie in Cyprus (UNFICYP)
voortdurend present is en die zes dagen per week functioneert. Beide partijen
hebben hun bereidheid betoond om via deze mechanismen de communicatie tussen de
respectieve politiediensten te verbeteren, samen te werken en onderlinge steun
te verlenen, door de uitwisseling van informatie over gevallen van
ontvoeringen, aangehouden personen, drugs en gestolen goederen[10]. De CYPOL omschreef de samenwerking met de
andere overheidsinstanties en het bestuur van de Eastern Sovereign Base Area
als zeer goed. Eastern Sovereign Base Area (ESBA) In het algemeen is de illegale immigratie via
de ESBA tijdens de verslagperiode afgenomen. De functionarissen van de
Sovereign Base Area omschrijven de samenwerking tussen de Republiek Cyprus en
hun douane- en immigratiedienst nog steeds als uitstekend. Tijdens de
verslagperiode werd 1.163 personen geweigerd om de groene lijn te passeren, merendeels
Turkse onderdanen die leven in het noordelijke deel van Cyprus. Anderen waren
toeristen uit Australië, de Verenigde Staten, Brazilië, Iran en Rusland, die
via het noordelijke deel van Cyprus binnenkwamen. Deze personen werden
doorverwezen naar de doorgangspost Agios Dhometios van Nicosia om de vereiste
formaliteiten voor toelating tot de Republiek Cyprus te vervullen[11]. In totaal werden 18 illegale migranten binnen
de ESBA opgepakt[12];
9 daarvan waren de door de regering gecontroleerde gebieden legaal
binnengekomen, maar waren gebleven nadat hun visum was verstreken. Ook werden
drie tussenpersonen door de SBA opgepakt. De overige 6 kwamen het eiland in het
noordelijke deel binnen en staken illegale de groene lijn over. Naast de controles aan de doorgangsposten
voert de politie van de Sovereign Base Area op wisselende momenten op
risicobeoordelingen en inlichtingen gebaseerde patrouilles uit om illegale
migratie te bestrijden. Deze patrouilles worden aangevuld met douane- en
legerpatrouilles in de Sovereign Base Area. Ettelijke niet-officiële
"doorgangsposten" in of bij het dorp Pergamos (dat
gedeeltelijk in de Sovereign Base Area en gedeeltelijk in het noordelijke deel
van Cyprus ligt), die nog steeds door lokale inwoners en boeren worden
gebruikt, zijn bijzonder moeilijk te controleren. De SBA patrouilleert
intensief in dit gebied met een dubbel doel: als controle van de vogelvangst en
als afschrikking voor illegaal oversteken van de groene lijn. Zoals beschreven
in eerdere verslagen over de groene lijn, blijven deze niet-officiële
"doorgangsposten" een punt van zorg. Zoals in de afgelopen jaren
bracht de Commissie de kwestie van ongeoorloofde doorgangsposten met de SBA ter
sprake en riep zij de autoriteiten van de SBA op een geschikte oplossing te vinden
overeenkomstig de vereisten van artikel 5, lid 2, van het protocol nr. 3 van de
Toetredingsakte van 2003[13].
3. GOEDERENVERKEER 3.1. Waarde van de handel Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG)
nr. 1480/2004 van de Commissie[14]
hebben de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel en de autoriteiten van de
Republiek Cyprus maandelijks gegevens verstrekt over soort, precieze
hoeveelheid en waarde van alle goederen waarvoor begeleidende documenten zijn
afgegeven. Die verslagen hadden mede betrekking op goederen die de door de
regering gecontroleerde gebieden binnenkwamen via de doorgangsposten Pergamos
en Strovilia, die onder het gezag van de Sovereign Base Area vallen. Volgens de Turks-Cypriotische Kamer van
Koophandel bedroeg de totale waarde van de goederen waarvoor in 2011
begeleidende documenten waren afgegeven, 29.954.867 euro, terwijl de waarde van
de feitelijk verhandelde goederen 29.402.577 euro bedroeg[15]. De handel langs de groene
lijn was in 2011 vijf keer groter dan in 2010. Deze aanzienlijke toename is te
verklaren door de verkoop van elektriciteit door het noordelijke deel van
Cyprus aan de door de regering gecontroleerde gebieden, hetgeen het resultaat
was van uitzonderlijke omstandigheden. De verkoop van elektriciteit, met een
waarde van 24.085.775 euro (82% van de handel), werd overeengekomen door de
voorzitters van de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus en de
Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel nadat in juli 2011 door een ontploffing
op de marinebasis van Mari grote delen van de nabije elektriciteitscentrale van
Vasiliko waren verwoest. De verkoop van elektriciteit had een groot effect op
de handel langs de groene lijn in 2011. Om een correct beeld te geven van de
reguliere handel langs de groene lijn, worden in dit verslag de gegevens over
de handel verstrekt met en zonder de verkoopcijfers van elektriciteit. Zonder rekening te houden met de verkoop van
elektriciteit, bedroeg volgens de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel de
totale waarde van de goederen waarvoor begeleidende documenten waren afgegeven,
5.869.092 euro, terwijl de waarde van de feitelijk verhandelde goederen
5.316.803 euro bedroeg. Volgens verslagen die door de autoriteiten van
de Republiek Cyprus zijn verstrekt, steeg de totale waarde van de goederen die
de groene lijn passeerden met 560% tot 28.923.500 euro. De totale handelswaarde
van de goederen (zonder rekening te houden met de verkoop van elektriciteit)
die de groene lijn passeerden, is gedaald met 6,5% van 5.173.233 euro in 2010
tot 4.827.454 euro, voornamelijk vanwege een daling van de verkoop van
steenproducten, zoals marmer, baksteen en bouwstenen, hetgeen te verklaren is
door de economische crisis en de crisis in de bouwsector. Ook de handel in
groenten is teruggegaan, met een verder teruglopen van de handel in
aardappelen. Tot 2010 vormden aardappelen het grootste deel (tot 30%) van het
totale handelsverkeer via de groene lijn. In 2011 vertegenwoordigde de handel
in aardappelen minder dan 1% van de totale handel langs de groene lijn. Dit was
vooral te wijten aan een overproductie van aardappelen in de door de regering
gecontroleerde gebieden waardoor er geen aardappelen uit het noordelijke deel
van Cyprus moesten worden aangekocht. De handel van de door de regering
gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus valt niet onder de
groenelijnverordening, maar volgens de Kamer van Koophandel en Industrie van
Cyprus is deze meer dan verdubbeld, tot 2.272.493 euro in 2011 (1.090.086 euro
in de vorige verslagperiode). De voornaamste reden voor deze aanzienlijke
toename is de levering van goederen die worden gemaakt in de door de regering
gecontroleerde gebieden naar een door de EU gefinancierd project in het
noordelijke deel van Cyprus. Daarmee vormt de handel uit door de regering
gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus 7,85% van de
handel in omgekeerde richting (21% in 2010). Zonder rekening te houden met de
verkoop van elektriciteit bedraagt de handel van de door de regering
gecontroleerde gebieden naar het noordelijke deel van Cyprus echter 46% van de
handel in de andere richting. De Turks-Cypriotische gemeenschap past nog
steeds een handelsregeling toe die eigenlijk de beperkingen van de
groenelijnverordening "weerspiegelt". Deze regeling wordt echter niet
altijd consequent toegepast, waardoor het moeilijk is duurzame handelsrelaties
te ontwikkelen. De Turks-Cypriotische partij erkent openlijk dat de bescherming
van lokale ondernemingen hiervoor de voornaamste reden is. 3.2. Soort goederen In 2011 was na elektriciteit metaalschroot het
meest verhandelde product, gevolgd door verse vis en plastic[16]. Nieuwe producten, andere dan elektriciteit,
zoals granaatappels en decoratieve stenen werden in de verslagperiode
ingevoerd, maar met slechts een zeer beperkt gevolg voor de handel[17]. 99,66% van de handel die de groene lijn
passeerde, was bestemd voor het eiland zelf. De overige 0,34% was bestemd voor
India: ijzer- en staalschroot met een handelswaarde van 93.850 euro (in 2010:
123.788 euro). Voor deze transacties was de betrokkenheid vereist van een in de
door de regering gecontroleerde gebieden geregistreerde vennootschap om de
uitvoerformaliteiten in verband met transacties binnen de EU en met derde
landen te vervullen. Tijdens de verslagperiode werden geen producten verhandeld
naar andere EU-lidstaten (in 2010: 17.693 euro). 3.3. Onregelmatigheden Tijdens de verslagperiode werden door de
autoriteiten van de Republiek Cyprus 4 gevallen van onregelmatigheden gemeld,
voor een handelswaarde van in totaal 2.590 euro (0,008% van de totale handel
over de groene lijn). De betrokken goederen mochten de groene lijn om diverse
administratieve redenen niet overschrijden (ontbrekende documenten, niet
volgens de EU-normen gelabelde goederen). 3.4 Resterende belemmeringen en
moeilijkheden met betrekking tot het goederenverkeer De handel over de groene lijn wordt nog steeds
belemmerd. Zoals in voorgaande verslagen werd gerapporteerd, is de kwestie van
Turks-Cypriotische vrachtwagens die oversteken naar de door de regering
gecontroleerde gebieden, nog niet tevredenstellend opgelost. De diensten van de
Commissie voeren momenteel echter technische gesprekken met de bevoegde
autoriteiten van de Republiek Cyprus om deze kwestie aan te pakken en een
doenbare oplossing te vinden om onder meer de veiligheid op de weg te
verbeteren. Er zijn enkele problemen gerezen in verband
met levensmiddelen. De autoriteiten van de Republiek Cyprus verboden de
oversteek van een aantal producten (zoals brood), omdat de gezondheidsdiensten bezwaren
hadden bij het productieproces in het noordelijke deel van Cyprus. Na
verduidelijkingen door de Commissie konden de betrokken producten probleemloos
de groene lijn passeren. Net als in het verleden blijven
Turks-Cypriotische handelaren berichten over handelsbelemmerende moeilijkheden
bij de afzet van hun producten aan winkels en bij het adverteren van hun
producten en diensten in de door de regering gecontroleerde gebieden. Deze
moeilijkheden weerspiegelen mogelijk de wijdverbreide aarzeling van
Grieks-Cyprioten om als Turks-Cypriotisch aangemerkte producten te kopen, wat
een handelsbarrière vormt. De handel tussen de beide gemeenschappen buiten de
groene lijn om ligt echter diverse keren hoger. Volgens schattingen van de
Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel kochten Turks-Cyprioten voor een waarde
van 120 miljoen euro goederen in de door de regering gecontroleerde gebieden
aan als onderdeel van hun persoonlijke bagage. In 2011 is de smokkel van goederen over de
groene lijn gedaald en de autoriteiten van de Republiek Cyprus verrichtten
1.538 inbeslagnamen (voordien: 545). De SBA verrichtte 281 inbeslagnamen aan de
officiële doorgangsposten van Pergamos en Strovilia. De smokkel
van goederen komt echter nog steeds veelvuldig voor gezien het geografische
karakter van de groene lijn, die zich over de hele lengte goed leent voor
clandestiene activiteiten. In de zones vlakbij de groene lijn vinden
controleoperaties plaats om vooral activiteiten zoals het vervoer van wild of
vuurwerk (ook via de ESBA) naar de door de regering gecontroleerde gebieden aan
te pakken. Andere in beslag genomen producten zijn sigaretten en tabak,
dierlijke producten en nagemaakte handtassen en textiel. Volgens de
autoriteiten van de Republiek Cyprus neemt de omvang van de smokkel echter af
doordat de prijsverschillen kleiner zijn geworden. De patrouilles langs de
groene lijn van zowel de CYPOL als de ESBA dienen twee doelen: het bestrijden
van smokkel en het tegengaan van illegale immigratie. Het aantal strafzaken dat
in verband met smokkel was aangespannen bij arrondissementsrechtbanken, bedroeg
11 in 2009, 9 in 2010 en 0 in 2011. De meeste goederen werden opgespoord bij de
officiële doorgangsposten: Pyla, SBA, de bufferzone bij Zodia en Potamia. Wat betreft de traditionele bevoorrading van
de Turks-Cypriotische bevolking van het dorp Pyla, dat zich in de bufferzone
bevindt (artikel 4, lid 10, van de groenelijnverordening), worden de
hoeveelheden bouwmateriaal, vis, sigaretten, e.d. gecontroleerd en
geregistreerd door de autoriteiten van de Sovereign Base Area. 3.4. Vergemakkelijking van de
handel De Commissie blijft naar manieren zoeken om de
handel via de groene lijn te stimuleren. Als aan de noodzakelijke voorwaarden
van de aanbevelingen van de missie van onafhankelijke deskundigen wordt
voldaan, zou de Commissie kunnen overwegen een besluit goed te keuren om het
verbod van de groenelijnverordening op de handel in aanvullende
landbouwproducten, met name zuivelproducten (melk, kaas, yoghurt, wei), op te
heffen. Tijdens de verslagperiode werd door de Commissie de verplichting
geschrapt dat aardappelen die via de groene lijn worden verhandeld, moeten
worden geteeld uit gecertificeerde pootaardappelen. Het is echter nog te vroeg
om te evalueren of het besluit van de Commissie een positief effect heeft op de
handel langs de groene lijn. Andere producten waarvoor de
Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel belangstelling heeft getoond, zijn
kwekerijvis en slakken. Voorts is er algemeen belangstelling voor een opheffing
van het verbod op handel in alle levende dieren en dierlijke producten voor
zover deze producten aan de EU-wet- en regelgeving beantwoorden. De Republiek
Cyprus heeft herhaaldelijk haar bereidheid uitgedrukt om de mogelijkheid te
onderzoeken de lijst van goederen uit te breiden die naar de door de regering gecontroleerde
gebieden mogen passeren. De Commissie werd door de autoriteiten van de
Republiek Cyprus in kennis gesteld van de regelingen voor een speciaal vervoer
van goederen uit de door de regering gecontroleerde gebieden via de niet door
de regering gecontroleerde gebieden terug naar de door de regering
gecontroleerde gebieden langs de doorgangspost van Limnitis (die in oktober
2010 is geopend). De Commissie informeerde de Republiek Cyprus dat deze
praktijk in overeenstemming moet worden gebracht met de EU-wetgeving door een
wijziging van de groenelijnverordening, die een wettelijk instrument is waarmee
alle bewegingen van goederen en personen over de groene lijn exclusief worden
geregeld. 4. CONCLUSIES Zoals werd gesteld
in voorbije verslagen, is de controle van de groene lijn aan de toegestane
doorgangsposten tevredenstellend. Tijdens de verslagperiode bleef het aantal
opgepakte illegale migranten dalen, maar de illegale oversteek van burgers van
derde landen is nog steeds zorgwekkend. De Commissie is van mening dat een
verdere verstrenging van het toezicht op de groene lijn tussen de
doorgangsposten door de Republiek Cyprus en de autoriteiten van het soevereine
gebied van de Britse militaire basis van belang is om de illegale migratie aan
te pakken. De Commissie is bezorgd over een aantal incidenten aan de
doorgangsposten in oktober en december 2011 en zal verder contact onderhouden
met de autoriteiten van de Republiek Cyprus over alle ontwikkelingen die zouden
wijzen op een verandering van het beleid. De waarde van de
handel langs de groene lijn was in 2011 vijf keer groter dan in 2010. Deze
aanzienlijke toename is het gevolg van de verkoop van elektriciteit uit het
noordelijke deel van Cyprus aan de door de regering gecontroleerde gebieden,
ten bedrage van 24.085.775 euro. Zonder rekening te houden met de verkoop van
elektriciteit is de reguliere handel langs de groene lijn voor de derde keer op
rij teruggegaan sinds de inwerkingtreding van de groenelijnverordening in 2004
(met 6,5% tot 4.827.454 euro, vergeleken met 5.173.233 euro in 2010). De meest
verhandelde producten waren, na elektriciteit, metaalschroot, verse vis,
plastic en steenproducten. De algemene omvang van het handelsverkeer blijft
beperkt, gedeeltelijk vanwege de beperkte werkingssfeer van de verordening
zelf. Een positieve ontwikkeling is de overeenkomst tussen de voorzitters van
de Kamer van Koophandel en Industrie van Cyprus en de Turks-Cypriotische Kamer
van Koophandel voor de levering van elektriciteit uit de niet door de regering
gecontroleerde gebieden naar de door de regering gecontroleerde gebieden, na de
betreurenswaardige ontploffing op de marinebasis in juli 2011. Deze
overeenkomst gaf een impuls aan de handel langs de groene lijn en was op zich
een vertrouwenwekkende maatregel. Tijdens de verslagperiode bleef een aantal
belemmeringen voor de handel bestaan. Turks-Cypriotische bedrijfsvoertuigen,
met name vrachtwagens en bussen van meer dan 7,5 ton, kunnen alleen over
het hele eiland rijden met rijbewijzen en keuringsattesten uit de door de
regering gecontroleerde gebieden. Er zijn technische gesprekken begonnen tussen
de diensten van de Commissie en de relevante ministeries van de Republiek
Cyprus om voor deze kwestie een haalbare oplossing te vinden. Wat andere
niet-tarifaire handelsbelemmeringen betreft, kan geen vooruitgang worden
gemeld. Tot slot lijkt het
erop dat de goederensmokkel via de groene lijn weliswaar is afgenomen, maar nog
steeds grootschalig is. Het vervoer van
goederen uit de door de regering gecontroleerde gebieden langs de doorgangspost
Limnitis via het noordelijke deel van Cyprus en terug naar de door de regering
gecontroleerde gebieden moet worden geregulariseerd door een wijziging van de
groenelijnverordening. De algemene
conclusie is dat de groenelijnverordening een werkbare basis blijft vormen voor
het verkeer van personen en goederen van en naar de door de regering
gecontroleerde gebieden van de Republiek Cyprus. De Commissie zal de uitvoering
van de verordening blijven controleren. [1] PB L 161 van 30.4.2004, blz. 128.
Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 587/2008 van de Raad
(PB L 163 van 24.6.2008, blz. 1), bekend als de
"groenelijnverordening". [2] Zie overweging 3 van de groenelijnverordening. [3] Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie tot
vaststelling van specifieke regels met betrekking tot goederen die van
oorsprong zijn uit gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet
feitelijk het gezag uitoefent en die worden binnengebracht in gebieden waarover
de regering wel feitelijk het gezag uitoefent. [4] De autoriteiten van de Republiek Cyprus houden geen
cijfers bij van het aantal Grieks-Cyprioten dat terugkeert naar de door de
regering gecontroleerde gebieden of het aantal Turks-Cyprioten dat terugkeert
naar het noordelijke deel van Cyprus (zie bijlage VII). [5] Op grond van de groenelijnverordening is verslaglegging
over dit verkeer niet verplicht. [6] Artikel 10 van de groenelijnverordening. [7] De Republiek Cyprus houdt geen officiële statistieken
bij over het aantal personen dat de groene lijn niet mag passeren. Volgens
schattingen van de CYPOL waren er in 2011 echter ongeveer 2.220 personen die
niet mochten oversteken naar de door de regering gecontroleerde gebieden. [8] Turkije: 979, Syrië: 204, Turkmenistan: 167, Georgië: 88,
Irak: 74. [9] Turkije: 543, Syrië: 44, Moldavië: 64, Iran: 53,
Nigeria: 10. [10] Informatie verstrekt door UNFICYP. [11] Onder meer: Turkije: 900, Iran: 39, Australië: 33, VS: 30,
Brazilië: 19, Rusland: 19. [12] Egypte: 6, Nigeria: 2, Syrië: 2, Georgië: 2, Sri Lanka: 3,
India:1, Bangladesh: 1, Nepal:1. [13] PB L 236 van 23.9.2003, blz. 940. [14] Verordening (EG) nr. 1480/2004 van de Commissie van 10
augustus 2004 (PB L 272 van 20.8.2004, blz. 3). [15] Zie de bijlagen I, II en III bij dit verslag. [16] Zie de bijlage IV bij dit verslag. [17] De handel in granaatappels en decoratieve stenen
vertegenwoordigt slechts 0,4% van de totale handel langs de groene lijn.