EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007DC0494

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad

/* COM/2007/0494 def. */

52007DC0494

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad /* COM/2007/0494 def. */


NL

Brussel, 4.9.2007

COM(2007) 494 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

Inhoudsopgave

1. Inleiding (...)3

2. Ontwikkelingen op het gebied van de regelgeving (...)3

3. De beschikbaarheid van SBS voor de gebruikers (...)5

3.1. De belangrijkste gegevensreeksen (...)5

3.2. Tijdigheid, punctualiteit en volledigheid van de voor de gebruikers beschikbare gegevensreeksen (...)6

3.3. Vertrouwelijkheidsregels en de toepassing ervan (...)7

3.4. Nauwkeurigheid (...)8

3.5. Vergelijkbaarheid en coherentie (...)9

4. Naleving van de SBS-verordening (...)9

5. De lasten voor de bedrijven en maatregelen om die lasten te beperken (...)13

5.1. Inleiding (...)13

5.2. Het meten van de lasten (...)14

5.3. Maatregelen van de lidstaten om de lasten te beperken (...)15

1. Inleiding

Het doel van Verordening nr. 58/97 van de Raad inzake structurele bedrijfsstatistieken ("de SBS-verordening") is het scheppen van een gemeenschappelijk kader voor het verzamelen, opstellen, toezenden en evalueren van communautaire statistieken over de structuur, de activiteiten, het concurrentievermogen en de prestaties van ondernemingen in de Gemeenschap (artikel 1). De SBS-verordening stelt de normen en definities vast die nodig zijn om vergelijkbare communautaire statistieken te produceren.

Dit verslag betreft de tenuitvoerlegging van Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad, gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 410/98 van de Raad en Verordening (EG) 2056/2002 van het Europees Parlement en de Raad. Dit verslag werd opgesteld overeenkomstig artikel 14, lid 1, van de verordening: "De Commissie dient binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening en vervolgens eens in de drie jaar, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de krachtens deze verordening opgestelde statistieken en in het bijzonder over de kwaliteit daarvan en over de lasten voor het bedrijfsleven."

Het meer algemene doel van dit verslag is informatie te verstrekken over de maatregelen die de Commissie heeft genomen om ervoor te zorgen dat structurele bedrijfsstatistieken van goede kwaliteit ter beschikking worden gesteld van de gebruikers, en over de wijze en mate waarin elke lidstaat de SBS-verordening ten uitvoer heeft gelegd. Het verslag bevat informatie over de lasten voor het bedrijfsleven en over de maatregelen die werden genomen om die lasten te verlichten.

2. Ontwikkelingen op het gebied van de regelgeving

Sinds Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 en de uitvoeringsbepalingen daarvan werden vastgesteld, hebben zich op het gebied van de regelgeving vier grote ontwikkelingen voorgedaan.

1) Op 21 februari 1998 is een eerste door de Raad vastgestelde wijziging gepubliceerd. Er is een bijlage 5 toegevoegd met betrekking tot een kader voor structurele bedrijfsstatistieken van levensverzekerings- en schadeverzekeringsactiviteiten, met 1996 als eerste referentieperiode.

2) Via de comitéprocedure is in 2001 een aanpassingsproces in gang gezet. Het was de bedoeling de statistische lasten te beperken door de minder nuttige eisen op te heffen en ruimte te scheppen voor toekomstige ontwikkelingen van de SBS-verordening; deze wijziging is op 6 september 2002 goedgekeurd.

3) Op 21 november 2002 is een tweede door de Raad en het Europees Parlement vastgestelde wijziging gepubliceerd. Bij deze wijziging werden hoofdzakelijk twee nieuwe bijlagen betreffende kredietinstellingen en pensioenfondsen, en twee variabelen met betrekking tot uitgaven voor milieubescherming toegevoegd.

4) Een voorstel van de Commissie voor een herschikking van de SBS-verordening doorloopt momenteel de medebeslissingsprocedure (COM (2006) 66 definitief). De door de Commissie voorgestelde herschikking vereenvoudigt de eisen door de minder belangrijke kenmerken te schrappen.

Het is de bedoeling het statistisch toezicht uit te breiden tot snelgroeiende economische sectoren – hoofdzakelijk in de dienstensector – die tot dusver buiten beschouwing bleven.

De herschikte verordening verschaft ook informatie over de dynamische sector van de zakelijke dienstverlening en over bedrijvendemografie. Zij stroomlijnt en codificeert een reeks bestaande rechtsinstrumenten en trekt de vorige verordening in.

De SBS-verordening telt momenteel zeven bijlagen:

Bijlage 1 Gemeenschappelijke module

Bijlage 2 Industrie

Bijlage 3 Handel

Bijlage 4 Bouwnijverheid

Bijlage 5 Verzekeringswezen

Bijlage 6 Kredietinstellingen

Bijlage 7 Pensioenfondsen

De SBS-verordening verleent de Commissie uitvoeringsbevoegdheden. In totaal zijn 12 verordeningen van de Commissie [1] van toepassing met betrekking tot definities, reeksen gegevens die moeten worden toegezonden, technisch formaat, afwijkingen die worden toegestaan, aanpassing aan de economische en technische ontwikkelingen en criteria voor de kwaliteitsbeoordeling. Deze maatregelen zijn noodzakelijk voor een geharmoniseerde toepassing van de SBS-verordening in de lidstaten. Overeenkomstig de SBS-verordening mogen de lidstaten vrij kiezen welke bronnen zij voor hun statistieken gebruiken; daarom is het belangrijk dat de statistische instanties zich aan de definities in de verordeningen van de Commissie houden en de Commissie over de kwaliteit van de gegevens inlichten. Andere verordeningen van de Commissie betreffen de uitsplitsingen die voor alle SBS-variabelen en hun technische formaat moeten worden verstrekt. Bij deze verordeningen wordt gegarandeerd dat alle landen gegevens in een geharmoniseerd formaat toezenden en worden fouten in de gegevenstoezending voorkomen.

Aan bepaalde landen worden afwijkingen toegestaan om hen de tijd te geven de nodige gegevensverzamelingssystemen te installeren of bestaande systemen aan te passen, zodat aan het einde van de overgangsperiode aan de SBS-verordening wordt voldaan. Voor de bijlagen 1, 3, 4 en 5 is de overgangsperiode afgelopen. Voor de bijlagen 2, 6 en 7 zijn bij een verordening van de Commissie afwijkingen toegestaan. Voor de milieuvariabelen in de bijlagen 2 en 7 loopt momenteel de goedkeuringsprocedure voor een verordening tot verlenging van de overgangsperiode.

3. De beschikbaarheid van SBS voor de gebruikers

3.1. De belangrijkste gegevensreeksen

SBS geven een uitgebreid beeld van de structuur, ontwikkeling en kenmerken van het Europese bedrijfsleven en de diverse activiteiten daarvan. Globaal genomen omvatten SBS alle marktactiviteiten met uitzondering van de landbouwsector.

Dit zijn de belangrijkste kenmerken (variabelen) van de SBS-gegevens:

· variabelen met betrekking tot de bedrijvendemografie (bv. het aantal bedrijven);

· variabelen met betrekking tot de output (bv. omzet, toegevoegde waarde);

· variabelen met betrekking tot de input; input van arbeid (bv. aantal werkzame personen, aantal gewerkte uren); input van goederen en diensten (bv. totale aankoop); kapitaalinput (bv. investeringen in materiële goederen).

Overeenkomstig de verordening moeten de definitieve resultaten voor de bijlagen 1 tot en met 4 binnen 18 maanden, de voorlopige resultaten binnen 10 maanden en de gegevens voor de bijlagen 5 tot en met 7 binnen 10 tot 18 maanden worden ingediend.

In de reeksen betreffende jaarlijkse bedrijfsstatistieken worden de kenmerken per land gepubliceerd en op NACE REV 1.1-klasseniveau (gewoonlijk 4 cijfers) gedetailleerd.

De jaarlijkse bedrijfsstatistieken worden naar grootteklasse ingedeeld. De kenmerken worden per land gepubliceerd, uitgesplitst op NACE REV 1.1-groepsniveau (3 cijfers) en naar aantal werknemers. Voor de handel is er een bijkomende uitsplitsing volgens de grootte van de omzet.

In de jaarlijkse regionale statistieken worden per NUTS-2-regio [2] vier kenmerken gepubliceerd op NACE REV 1.1-afdelingsniveau (2 cijfers). Voor de sectie handel worden de resultaten op 3-cijferniveau bekendgemaakt.

De meeste SBS-gegevens worden door de nationale bureaus voor de statistiek verzameld via statistische enquêtes, ondernemingsregisters of administratieve bronnen. De nationale bureaus voor de statistiek kunnen volgens de enquêtestrategie waarvoor zij hebben gekozen en rekening houdend met de kosten, de kwaliteit en de lasten voor de bedrijven voor één of meer van deze bronnen kiezen. Bij Eurostat worden de gegevens vóór publicatie gevalideerd. Verschillende variabelen worden aan een aantal logische controles onderworpen. Ook de coherentie van de gegevens in de tijd wordt gecontroleerd.

3.2. Tijdigheid, punctualiteit en volledigheid van de voor de gebruikers beschikbare gegevensreeksen

Vrijgave van SBS-gegevens

Alle gegevens zijn gratis beschikbaar op de website van Eurostat, onder "Industry, trade and services". Elk jaar wordt de "Release Calendar" opgesteld: een kalender met de data waarop gegevens worden vrijgegeven. De meest recente gegevens (voor de meeste landen zijn dat de definitieve gegevens voor 2004 voor de bijlagen 1 tot en met 4) werden op 1 november 2006 op de Newcronos-database van Eurostat gepubliceerd.

Op basis van de beschikbare gegevens, en op basis van schattingen wanneer gegevens ontbraken, werden EU-aggregaten berekend. In december 2006 werden de eerste aggregaten gepubliceerd. In januari 2007 waren voor de bijlagen 1 tot en met 4 voor de meeste landen voorlopige gegevens voor 2005 beschikbaar.

Publicatieprogramma 2006

De resultaten worden niet alleen via de website van Eurostat verspreid, maar ook in een aantal publicaties opgenomen. Als onderdeel van het SBS-publicatieprogramma voor 2006 werden een overzichtspublicatie, een pocketboek en 18 Statistics in Focus gepubliceerd en kwam er een nieuwe versie van de speciale website over Europese ondernemingen. Editie 2006 van de overzichtspublicatie European business - Facts and figures werd in februari 2007 gepubliceerd. Deze publicatie geeft een uitgebreid beeld van de structuur, ontwikkeling en kenmerken van het Europese bedrijfsleven en zijn verschillende activiteiten.

Tegelijkertijd is de website van Eurostat uitgebreid met een nieuw geherstructureerd onderdeel over het Europese bedrijfsleven. Het portaal bevat nu een presentatie van structurele bedrijfsstatistieken per onderwerp (met speciale onderwerpen als de globalisering, het MKB, het regionale bedrijfsleven, bedrijven in buitenlandse handen enz.), met specifieke links naar publicaties, gegevens en methodologie.

In oktober 2006 is een pocketbook gepubliceerd waarin de belangrijkste kenmerken van het Europese bedrijfsleven en zijn verschillende activiteiten op een eenvoudige en bondige manier worden samengevat. De publicatie is ook bedoeld als vitrine voor en inleiding tot de gegevens die op dit gebied beschikbaar zijn.

In de reeks Statistics in Focus bevatte het publicatieprogramma in totaal ook zeven diepgaande studies met betrekking tot specifieke sectoren, drie nummers over een horizontaal (sectoroverschrijdend) onderwerp, en acht nummers waarin vooral de resultaten van SBS-ontwikkelingsprojecten werden gepresenteerd (in een aantal gevallen in combinatie met relevante gegevens uit regelmatige gegevensreeksen). De SBS-gegevens worden ook in tal van andere publicaties gebruikt. In 2006 werden belangrijke bijdragen geleverd, met name tot het Eurostat yearbook, het Eurostat pocketbook, het Regional yearbook, Panorama of Transport en nieuwe publicaties over cultuurstatistieken.

Volledigheid van de voor de gebruikers beschikbare gegevensreeksen

Uit tabel 1 kan zeer algemeen worden geconcludeerd dat de meeste lidstaten vrij volledige gegevensreeksen aan Eurostat leveren. Voor bepaalde landen ontbreken evenwel gegevens, en dat heeft gevolgen voor de beschikbaarheid van gegevens voor de gebruikers. In punt 4 wordt de onvolledigheid van de gegevens besproken

Uit de tabel blijkt ook dat de beschikbaarheid van gegevens voor de gebruikers door de vertrouwelijkheid van bepaalde gegevens aanzienlijk wordt ingeperkt. Vooral in de kleinere landen zijn veel gegevens vertrouwelijk. Voor de bijlagen 5 tot en met 7 werd nog geen gedetailleerde analyse uitgevoerd. Voor de landen waaraan geen afwijkingen zijn toegestaan, lijkt de beschikbaarheid echter vrij goed te zijn en de meeste gegevens zijn niet vertrouwelijk.

Tabel 1. Totaal toegezonden cellen en aantal publiceerbare niet-vertrouwelijke cellen. Bijlagen 1 tot en met 4, gegevens voor 2003 in % van de gegevens die krachtens de SBS-verordening vereist zijn

Land | Totaal toegezonden cellen in % van het aantal cellen dat krachtens de SBS-verordening vereist is | Niet-vertrouwelijke cellen in % van het aantal cellen dat krachtens de SBS-verordening vereist is | Vertrouwelijke cellen in % van de toegezonden cellen |

Grote landen | 91 | 80 | 12 |

Middelgrote landen | 78 | 61 | 23 |

Kleine landen | 81 | 61 | 24 |

Alle landen | 81 | 64 | 21 |

3.3. Vertrouwelijkheidsregels en de toepassing ervan

De nationale statistische instanties en de communautaire instantie moeten de gegevens van individuele respondenten beschermen overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek [3]. Aangezien structurele bedrijfsstatistieken tot een relatief gedetailleerd activiteitenniveau worden uitgesplitst en een gecombineerde uitsplitsing naar activiteit en grootteklasse vereist is, moeten op nationaal niveau veel gegevens worden beschermd om te voorkomen dat vertrouwelijke informatie openbaar wordt gemaakt. Uit de tabel in punt 3.2 hierboven blijkt in welke mate de vertrouwelijkheid de beschikbaarheid beperkt. De vertrouwelijkheidsregels op nationaal niveau zijn nog niet volledig geharmoniseerd. Gegevens betreffende één bedrijf of een klein aantal bedrijven zijn in alle landen beschermd. In verschillende landen geldt daarnaast ook een "dominantieregel": gegevens worden niet verspreid wanneer één respondent meer dan een bepaald percentage vertegenwoordigt en de cijfers dus domineert. Dat percentage kan van land tot land aanzienlijk verschillen.

Niet alleen op nationaal niveau moeten vertrouwelijke gegevens geheim blijven: ook op het niveau van de Gemeenschap moeten soms gegevens worden achtergehouden om geen vertrouwelijke nationale gegevens openbaar te maken. In een vertrouwelijkheidshandvest dat de lidstaten hebben goedgekeurd, zijn regels opgenomen om vast te stellen welke EU-aggregaten niet mogen worden bekendgemaakt. Overeenkomstig het vertrouwelijkheidshandvest wordt een aanzienlijk aantal communautaire aggregaten niet bekendgemaakt. Uit tabel 2 blijkt dat van alle EU-aggregaten waarvoor voor het referentiejaar 2004 in de jaarlijkse bedrijfsstatistieken gegevens beschikbaar waren, 32% vertrouwelijk was en bijgevolg niet kon worden gepubliceerd.

Tabel 2. De belangrijkste variabelen van de jaarlijkse bedrijfsstatistieken waarvoor EU-aggregaten voor 2004 werden gepubliceerd, alle activiteitenniveaus

| Totaal aantal cellen | Aantal vertrouwelijke cellen | Aantal vertrouwelijke cellen in % van het totaal |

Bijlage 1 | 492 | 106 | 22% |

Bijlage 2 | 4956 | 1578 | 32% |

Bijlage 3 | 1116 | 387 | 35% |

Bijlage 4 | 300 | 110 | 37% |

Bijlagen 1-4 | 6864 | 2181 | 32% |

De Commissie onderzoekt momenteel hoe meer EU-aggregaten ter beschikking kunnen worden gesteld om in de informatiebehoeften van de gebruikers te voorzien. Er zal worden nagegaan hoe voor vertrouwelijke EU-aggregaten schattingen kunnen worden gemaakt waarbij de gegevens van individuele respondenten voldoende worden beschermd en toch een bepaalde accuraatheid van de aggregaten wordt gewaarborgd. Wanneer de werkelijke waarde niet kon worden gepubliceerd, worden voor de EU-aggregaten momenteel schattingen gemaakt op grond van niet-vertrouwelijke nationale gegevens. In de herschikking van de SBS-verordening krijgen lidstaten de mogelijkheid om gegevens als "alleen bijdrage aan Europese totalen" te markeren. Dat zal het aantal beschikbare Europese aggregaten naar verwachting doen toenemen.

3.4. Nauwkeurigheid

Overeenkomstig de SBS-verordening moeten de lidstaten elk jaar bij Eurostat een verslag over de kwaliteit indienen. Dat verslag bevat informatie over variatiecoëfficiënten en non-responspercentages.

De lidstaten verstrekken gegevens over variatiecoëfficiënten (in de vorm van een percentage). Op basis van de bijdragen van de lidstaten berekent Eurostat de variatiecoëfficiënten voor de EU-aggregaten. Uit de tabel hieronder blijkt dat de geaggregeerde EU-variatiecoëfficiënten voor de meeste NACE-groepen onder de 1,5% liggen. Over het algemeen liggen de variatiecoëfficiënten lager voor de NACE-groepen in de industrie. Voor de bouwnijverheid, de handel en in het bijzonder de diensten zijn de variatiecoëfficiënten hoger. Dat betekent dat de gegevens die voor de industriële activiteiten worden gepresenteerd over het algemeen preciezer zijn.

Tabel 3. Verdeling van geaggregeerde EU-variatiecoëfficiënten (VC), in %, geaggregeerd op NACE-groepsniveau

Marge van de VC in de EU | Aantal NACE-groepen |

0,0 – 0,5 | 95 |

0,6 – 1,5 | 51 |

1,6 – 2,5 | 21 |

Meer dan 2,5 | 2 |

De non-responspercentages verschillen naar gelang van de lidstaat en zijn in een aantal gevallen hoger dan 20%.

3.5. Vergelijkbaarheid en coherentie

De naleving van de verordeningen van de Commissie betreffende de definities is het basisinstrument om te garanderen dat de gegevens uit de verschillende landen vergelijkbaar zijn. De keuze van de methode voor de opstelling van structurele bedrijfsstatistieken wordt aan de statistische instanties overgelaten. De lidstaten verstrekken informatie over hun nationale methoden. Eurostat publiceert die informatie om de gebruikers inzicht te verschaffen in de gegevensverzamelingsmethoden.

Coherentie is de mate waarin de statistieken het gecombineerde gebruik van gegevens uit verschillende bronnen mogelijk maken. Structurele bedrijfsstatistieken kunnen aan verschillende andere statistische gegevensreeksen zoals nationale rekeningen, arbeidsmarktgegevens en kortetermijnstatistieken worden gekoppeld. De gebruikers kunnen deze gegevens echter slechts combineren als ze coherent zijn.

De coherentie tussen structurele bedrijfsstatistieken en kortetermijnstatistieken is in het verleden getest en toen zijn een aantal verschillen in de methoden vastgesteld. Verder onderzoek is daarom noodzakelijk. Een soortgelijke vergelijking werd gemaakt tussen de SBS-gegevens inzake werkgelegenheid en andere bronnen van arbeidsmarktgegevens. Ook daar werden verschillen in de methoden en in de definities geconstateerd. Verdere harmonisatie is dus noodzakelijk. Aangezien het ondernemingsregister het kader vormt voor de opstelling van de SBS, moet dat een coherente aanpak garanderen. Studies hebben evenwel uitgewezen dat er tussen die twee bronnen aanzienlijke verschillen bestaan; dat aspect moet verder worden onderzocht.

4. Naleving van de SBS-verordening

De naleving van de SBS-verordening wordt geëvalueerd op basis van de tijdigheid van de gegevensindiening door de lidstaten en de volledigheid van de geleverde gegevensreeksen. In vergelijking met de evaluatie die voor het vorige verslag werd uitgevoerd, is de naleving over het algemeen verbeterd. Andere aspecten van de naleving, zoals de kwaliteit van de geleverde gegevens, kunnen nog niet volledig worden geëvalueerd.

In de loop der jaren is er wat de tijdige levering betreft over het algemeen vooruitgang geboekt. Niettemin stuurt een aantal landen de gegevens nog steeds met aanzienlijke vertraging toe, wat gevolgen heeft voor de tijdige verspreiding van EU-aggregaten. De betrokken lidstaten hebben nationale actieplannen opgesteld om ervoor te zorgen dat de in de verordening vastgestelde termijnen in de toekomst worden nageleefd.

Voor de handel bijvoorbeeld konden de EU-aggregaten niet samen met die voor de andere sectoren worden vrijgegeven omdat de Duitse gegevens met aanzienlijke vertraging waren geleverd. In vergelijking met het vorige verslag, met een evaluatie van de tijdigheid van de gegevens voor het referentiejaar 2000 voor de landen waarop de SBS-verordening toen van toepassing was, boekten Frankrijk en Ierland de grootste vooruitgang wat de tijdige levering betreft. Ierland stuurt de gegevens evenwel nog steeds te laat toe. Spanje scoort nu aanzienlijk beter wat de tijdige levering van gegevens over de bouwnijverheid (bijlage 4) en Noorwegen wat de gegevens over de handel (bijlage 3) betreft. Zowel België als Luxemburg leverden de gegevens voor 2004 met meer vertraging dan die voor 2000.

Met betrekking tot de volledigheid van de gegevensreeksen die de landen hebben toegestuurd, kan worden geconstateerd dat de gegevens die voor de definitieve reeksen van de bijlagen 1 tot en met 4 door de landen van de EU27 en Noorwegen werden geleverd, samen 85% van alle vereiste gegevens vertegenwoordigen. Dat is een uitgesproken verbetering in vergelijking met de situatie die in het vorige verslag aan het Europees Parlement en de Raad werd beschreven, maar er moet nog verdere vooruitgang worden geboekt. Diverse landen nemen maatregelen om de beschikbaarheid van de gegevens te verbeteren.

In tabel 4 wordt voor alle landen waarop de SBS-verordening in 2007 van toepassing is (EU27, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen) een algemene evaluatie van de naleving gegeven. De evaluatie was gebaseerd op de tijdigheid van de indiening van de definitieve gegevens voor 2004 voor de bijlagen 1 tot en met 4, gegevens voor 2005 voor de bijlagen 5 tot en met 7 en voorlopige gegevens voor 2005 voor de bijlagen 1 tot en met 4. Er werd eveneens rekening gehouden met de volledigheid van de gegevens van de definitieve reeksen voor de bijlagen 1 tot en met 4 voor 2003. De volledigheid van de financiële bijlagen (5 tot en met 7) is nog niet in detail geëvalueerd, maar er is wel voor zover mogelijk rekening mee gehouden. Wat de naleving betreft, zijn de landen in vier categorieën onderverdeeld:

VG Zeer goede naleving: met kleine uitzonderingen werden alle vereiste gegevens tijdig geleverd.

G Goede naleving: er ontbreekt een aantal elementen of er zijn kleine vertragingen bij de levering van de gegevens (de gegevens worden minder dan twee maanden na de termijn toegestuurd).

P De gegevens zijn gedeeltelijk beschikbaar, maar de naleving schiet op belangrijke punten tekort of de termijnen worden niet gerespecteerd (de gegevens worden meer dan twee maanden na de termijn toegestuurd).

N Een groot deel van de gegevens ontbreekt, de gegevens worden met grote vertraging toegestuurd (>6 maanden na de termijn), Eurostat heeft nog geen goedgekeurde versie van de gegevens ontvangen, of Eurostat wacht nog op een nieuwe versie die van voldoende goede kwaliteit is (of heeft die met zeer veel vertraging ontvangen).

Tabel 4. Algemene evaluatie van de naleving

LAND | SBS | Algemene evaluatie |

BE | Eurostat heeft de definitieve gegevens voor 2002 voor de bijlagen 1 tot en met 4 nog niet ontvangen. De gegevens voor de referentiejaren 2003 en 2004 werden met aanzienlijke vertraging toegestuurd.De beschikbaarheid van de gegevens is toereikend.Voor de referentiejaren 2002 tot en met 2005 zijn voor bijlage 5 geen gegevens verstrekt. | P |

BG | De gegevens voor de bijlagen 1 tot en met 4 werden twee maanden vóór het verstrijken van de termijn toegestuurd. Ook andere gegevens werden vóór het verstrijken van de termijn toegestuurd. De beschikbaarheid van de gegevens kan nog worden verbeterd, aangezien voor het meest gedetailleerde niveau nog geen gegevens zijn verstrekt. Er worden maatregelen genomen om verandering te brengen in die situatie. | G |

CZ | De gegevens werden op tijd toegestuurd. Voor de bijlagen betreffende de industrie en de bouwnijverheid ontbreken gegevens voor de EEA-reeksen; voor de bijlage betreffende de industrie werden gegevens over uitgaven voor milieubescherming voor het referentiejaar 2004 met aanzienlijke vertraging toegestuurd; voor de bijlage betreffende kredietinstellingen werden geen regionale gegevens verstrekt.De gegevens die voor de activiteiten op klasseniveau werden geleverd, zijn nog steeds van onvoldoende kwaliteit, wat een lage beschikbaarheid van gegevens voor de gebruikers tot gevolg heeft. | P |

DK | De gegevens werden over het algemeen op tijd toegestuurd. Een aantal reeksen werd met kleine vertraging verstrekt.Voor bijlage 5 voor 2004 en 2005 en voor bijlage 7 voor 2005 werden geen gegevens verstrekt. De beschikbaarheid van de gegevens is toereikend. | G |

DE | De naleving van de termijnen voor de toezending van gegevens betreffende de handel blijft een probleem. Het merendeel van de gegevens voor bijlage 1 werd voor het referentiejaar 2004 op tijd toegestuurd; sectie H werd niettemin met aanzienlijke vertraging toegestuurd. Bij de gegevens voor bijlage 2 ontbreken de gegevens voor sectie E. Deze werden met aanzienlijke vertraging toegestuurd. | G |

EE | De gegevens werden op tijd toegestuurd.De gegevens waren volledig. | VG |

EL | De situatie liet aanvankelijk veel te wensen over, maar sinds 2005 is de levering van gegevens verbeterd. In februari 2007 werden voor het eerst gegevens voor sectie K geleverd. Voor de industrie werd een drempel gehanteerd: voor bedrijven met minder dan 10 werknemers werden geen gegevens verstrekt, maar er werden inspanningen geleverd om schattingen voor het ontbrekende deel te leveren. Voor de bijlagen 5 en 6 ontbreekt een aantal reeksen. | P |

ES | De gegevens werden op tijd toegestuurd.Er ontbraken maar weinig gegevens: goede beschikbaarheid van gegevens. | VG |

FR | Alle gegevens werden op tijd toegestuurd, behalve voor bijlage 5, waarvoor voor de referentiejaren 2004-2005 geen gegevens werden toegestuurd.Goede beschikbaarheid van gegevens. | VG |

IE | Aanzienlijke vertraging voor de levering van gegevens voor de bijlagen 1 en 3 voor het referentiejaar 2004 (tijdelijke problemen door een groot IT-project). De laatste drie jaar is de beschikbaarheid van gegevens verbeterd. Gegevens betreffende de bouwnijverheid alleen voor bedrijven > 20 werknemers. Volledige afwijking voor bijlage 7, maar Ierland zal beschikbare gegevens blijven toesturen. Het Ierse bureau voor de statistiek (CSO) wil voor bijlage 7 een enquête organiseren, maar stuit daarbij op moeilijkheden. Voor bijlage 5 ontbreken de gegevens voor de referentiejaren 2002 tot en met 2005 en voor bijlage 6 voor het referentiejaar 2005. | G |

IT | De hoofdreeksen werden op tijd, de gegevens over uitgaven voor milieubescherming met aanzienlijke vertraging toegestuurd.De beschikbaarheid van de gegevens is over het algemeen toereikend, maar er ontbreekt nog een aantal gegevens. | VG |

CY | De gegevens werden op tijd toegestuurd.Er ontbreekt een aantal gegevens: er werden geen gegevens over NACE-afdeling 70 verstrekt en de gegevens voor bijlage 5 zijn onvolledig. | VG |

LV | Een paar uitzonderingen daargelaten, werden de gegevens op tijd toegestuurd. De beschikbaarheid van de gegevens is zeer goed.Voor de gegevens voor referentiejaar 2003 waren verschillende versies nodig alvorens de gegevens konden worden gepubliceerd; de gegevens voor 2004 waren van betere kwaliteit. | VG |

LT | De gegevens werden op tijd toegestuurd.De beschikbaarheid van de gegevens is zeer goed. | VG |

LU | Er is nog steeds aanzienlijke vertraging bij de toezending van de gegevens voor 2004, maar er is aangegeven voor welke gegevens secundaire geheimhouding geldt.Wat de beschikbaarheid van de gegevens betreft, werd vooruitgang geboekt (voor 2003 zijn voor alle bijlagen naar grootteklasse van het aantal werknemers uitgesplitste gegevens verstrekt en zijn voor bijlage 2 EEA-statistieken verstrekt); informatie over plaatselijke eenheden (regionale reeksen) en een aantal bijzondere reeksen van bijlage 2 ontbreekt nog. | G |

HU | De gegevens werden op tijd toegestuurd.Er ontbreken heel weinig gegevens. | VG |

MT | Voor 2003 en 2004 heeft Eurostat geen gegevens ontvangen. | N |

NL | Er was een zeer kleine vertraging bij de toezending van de gegevens. Alleen voor de reeksen inzake uitgaven voor milieubescherming was de vertraging wat groter.De beschikbaarheid van de gegevens is toereikend. | G |

AT | De gegevens werden op tijd toegestuurd, behalve voor bijlage 5 voor het referentiejaar 2005. Er was een tijdelijk probleem met de tijdige toezending van de gegevens voor 2002, aangezien het Oostenrijkse bureau voor de statistiek de enquêtestrategie voor de bijlagen 1 tot en met 4 voor dat jaar had veranderd.Zeer goede beschikbaarheid van de gegevens. | VG |

PL | De termijnen voor de toezending van gegevens werden beter gerespecteerd. Gedetailleerde sectorspecifieke gegevens zijn maar beperkt beschikbaar (variabelen van de sectorspecifieke modules die geen deel uitmaken van bijlage 1). | P |

PT | De gegevens werden op tijd toegestuurd.Er ontbreken heel weinig gegevens. | VG |

RO | De gegevens werden op tijd toegestuurd. Goede beschikbaarheid van de gegevens. | VG |

SI | De gegevens werden op tijd toegestuurd.De beschikbaarheid van de gegevens kan beter. | G |

SK | De gegevens werden op tijd toegestuurd voor de bijlagen 1 tot en met 6 voor het referentiejaar 2005; tot het referentiejaar 2005 was er vertraging bij de toezending van de gegevens voor bijlage 7; voor 2005 werden deze gegevens op tijd toegestuurd. | VG |

FI | De gegevens werden op tijd toegestuurd.Zeer goede beschikbaarheid van de gegevens.Voor 2003 moesten verschillende versies worden verwerkt alvorens de gegevens konden worden gepubliceerd; voor het referentiejaar 2004 waren de eerste gegevensreeksen die werden toegestuurd van betere kwaliteit. | VG |

SE | De gegevens werden op tijd toegestuurd.Goede beschikbaarheid van gegevens.Voor het referentiejaar 2003 waren er problemen met de kwaliteit van de gegevens, maar deze waren begin 2007 opgelost. De gegevens voor 2004 zijn van betere kwaliteit. | G |

UK | De gegevens werden op tijd toegestuurd, met uitzondering van de gegevens voor bijlage 5.Zeer goede beschikbaarheid van de gegevens: alle reeksen waren volledig. | VG |

IS | De gegevens voor de bijlagen 1 tot en met 4 werden nooit toegestuurd.De gegevens voor de bijlagen 5 tot en met 7 voor het referentiejaar 2005 werden nog niet toegestuurd. | N |

LI | Er werden nooit enige gegevens toegestuurd. | N |

NO | De gegevens werden op tijd toegestuurd. Goede beschikbaarheid van gegevens. | VG |

Sinds het vorige verslag hebben verschillende landen hun algemene naleving van de SBS-verordening verbeterd. In vergelijking met het referentiejaar 2001 hebben Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Finland, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen de verordening voor het referentiejaar 2004 beter nageleefd. In de meeste nieuwe lidstaten is de naleving "goed" tot "zeer goed".

Griekenland heeft zich sinds 2005, toen het de gegevens voor de referentiejaren 1999 tot en met 2002 heeft geleverd, aanzienlijke inspanningen getroost om de achterstand in te halen, maar het zal die inspanningen moeten voortzetten. Volgens het Griekse actieplan zal de verordening voor de gegevens die voor het referentiejaar 2006 moeten worden geleverd, volledig worden nageleefd. Voor België heeft een herziening van de enquêtestrategie ernstige problemen bij de naleving van de verordening veroorzaakt: voor 2002 werden voor de bijlagen 1 tot en met 4 geen definitieve gegevens toegestuurd, en de gegevens voor 2003 en 2004 werden met aanzienlijke vertraging geleverd. Bijgevolg moeten bijkomende inspanningen worden geleverd om de gegevens tijdig toe te sturen. Duitsland heeft de gegevens over handel, hotels en restaurants en de energiesector met minder vertraging toegestuurd, maar moet de termijnen nog beter respecteren. Volgens het actieplan dat het Duitse bureau voor de statistiek aan de Commissie heeft gepresenteerd, zullen de gegevens voor 2005 op tijd worden geleverd. De voorlopige gegevens voor 2005 werden op tijd toegestuurd.

5. De lasten voor de bedrijven en maatregelen om die lasten te beperken

5.1. Inleiding

In de mededeling van de Commissie van maart 2005 over "Betere regelgeving voor meer groei en banen" wordt vereenvoudiging als een prioritaire actie voor de EU aangemerkt. In de mededeling van de Commissie betreffende verlichting van de responslast, vereenvoudiging en prioritering op het gebied van communautaire statistieken (COM (2006) 693 definitief) wordt deze verbintenis specifiek op statistieken toegepast. In de mededeling worden de genomen en geplande maatregelen vermeld.

De herschikking van de SBS-verordening (COM (2006) 66 definitief) heeft tot doel de lasten voor de bedrijven zo beperkt mogelijk te houden door het aantal verplichte variabelen te verminderen, andere variabelen slechts om de paar jaar in plaats van elk jaar te laten verzamelen, en de facultatieve variabelen weg te laten. De herschikking van de SBS-verordening is een voorbeeld van hoe de regeling kan worden vereenvoudigd:

– De herschikking van de SBS-verordening biedt landen de mogelijkheid om alleen aan de Europese aggregaten bij te dragen zonder dat zij cijfers met alle details hoeven te verstrekken. Dit is geen volledig Europese benadering, maar het is wel een stap in die richting en zal de lasten aanzienlijk verminderen.

– Het gebruik van administratieve gegevens zal de lasten voor de bedrijven eveneens verlichten. De herschikking van de SBS-verordening maakt dat voor nieuwe gebieden mogelijk. De gegevensverzameling over bedrijvendemografie (een nieuw gebied in de herschikking) zal alleen op registers worden gebaseerd en de bedrijven bijgevolg helemaal niet belasten.

5.2. Het meten van de lasten

Om accurate informatie over de lasten van de structurele bedrijfsstatistieken voor bedrijven te verkrijgen, heeft Eurostat gebruik gemaakt van een gestandaardiseerde vragenlijst. Een deel van de vragenlijst betrof gegevens over de werkelijke lasten, terwijl een tweede deel maatregelen betrof die de lidstaten hadden genomen of van plan waren te nemen om de lasten voor de bedrijven te beperken.

Eurostat heeft van 18 landen een antwoord ontvangen; 15 antwoorden bevatten informatie over de lasten voor bedrijven ten gevolge van de bijlagen 1 tot en met 4, en vijf over de lasten die uit de bijlagen 5 tot en met 7 voorvloeien. In 14 gevallen werd melding gemaakt van mogelijke besparingen indien delen van de SBS-verordening werden geschrapt. Voor de volgende 15 landen is er informatie beschikbaar: DK, EE, EL, ES, IT, LV, LT, LU, NL, AT, PO, SE, UK, BG en NO. De resultaten van de enquête betreffen de bijlagen 1 tot en met 4 van de SBS-verordening. Voor de bijlagen 5 tot en met 7 hebben zeer weinig landen geantwoord. In de meeste landen wordt informatie voor de bijlagen 5 tot en met 7 aan administratieve bestanden ontleend.

In de meeste landen hebben de SBS-enquêtes de vorm van een steekproefenquête. In een aantal lidstaten worden voor kleine bedrijven uitsluitend administratieve gegevens gebruikt. Bijgevolg ontvangt slechts een zeer klein deel van de bedrijven een vragenlijst om in te vullen.

De bedrijven in de steekproef deden er gemiddeld 110 minuten over om de vragenlijst in te vullen, wat neerkomt op een gemiddelde van 6 minuten per bedrijf voor alle bedrijven uit de sector. Uit onderstaande tabel blijkt dat de lasten verschillen naar gelang van de grootte van het land:

Tabel 5. Aantal minuten dat per bedrijf werd besteed aan het verstrekken van gegevens voor de bijlagen 1 tot en met 4

Bijlagen 1 tot en met 4 | Tijd (in minuten) die de bedrijven in de steekproef hebben besteed | Het gemiddeld aantal minuten per bedrijf voor alle bedrijven in de sector samen |

Grote landen | 114 | 5 |

Middelgrote landen | 86 | 8 |

Kleine landen | 182 | 41 |

Gemiddelde (EU) | 110 | 6 |

De verschillen tussen de landengroepen voor de "tijd die de bedrijven in de steekproef hebben besteed" zijn moeilijk te verklaren. In de kleine landen is "het gemiddeld aantal minuten per bedrijf voor alle bedrijven in de sector samen" evenwel groter omdat de steekproeffracties groter zijn. Aangezien alle landen even gedetailleerde gegevens moeten toesturen, moeten kleine landen een grotere steekproef samenstellen om tot resultaten van aanvaardbare nauwkeurigheid te komen.

Voor de landen die aan de enquête deelnemen, bedraagt de gemiddelde steekproeffractie voor de EU 5,8 procent. Slechts één land meldde dat de enquête niet in de vorm van een steekproefenquête was gehouden.

Tabel 6. Omvang van de steekproef

Bijlagen 1 tot en met 4 | Omvang van de steekproef, aantal bedrijven | Totaal aantal bedrijven | Steekproeffractie % |

Grote landen | 438 573 | 9 084 194 | 4,8 |

Middelgrote landen | 184 845 | 2 078 198 | 8,9 |

Kleine landen | 33 610 | 147 665 | 22,8 |

Gemiddelde (EU) | 657 028 | 11 310 057 | 5,8 |

Op basis van het aantal uren dat aan SBS werd besteed, kan een zeer ruwe raming worden gemaakt van de kosten voor de bedrijven: wanneer de gemiddeld bestede tijd wordt geëxtrapoleerd, bedragen de kosten van de SBS-bijlagen 1 tot en met 4 voor de bedrijven ongeveer 75 miljoen euro voor de hele EU.

Tot slot werd de landen ook gevraagd naar de lasten voor bedrijven met minder dan 50 werknemers. Deze bedrijven nemen gemiddeld 70% van de door de bedrijven bestede tijd voor hun rekening. Hoewel ook grote bedrijven bij de enquêtes betrokken zijn, leveren kleine bedrijven naar verhouding een aanzienlijke bijdrage.

5.3. Maatregelen van de lidstaten om de lasten te beperken

Dit punt betreft de maatregelen die de lidstaten de laatste jaren hebben genomen om de lasten voor de bedrijven te beperken.

Vaak wordt gebruik gemaakt van steekproefenquêtes. In februari 2007 werden al in 26 van de 27 lidstaten steekproefenquêtes gebruikt in plaats van enquêtes bij alle bedrijven. Aangezien de gemiddelde steekproefomvang 5% bedraagt voor grote landen, 8% voor middelgrote landen en iets meer dan 20% voor kleine landen, betekent dat een aanzienlijke vermindering van de lasten voor de bedrijven. Uit deze cijfers blijkt ook dat het gerechtvaardigd is de kleine landen sterker te ontlasten, bijvoorbeeld door voor hen gedifferentieerde rapporteringseisen te laten gelden en hen gebruik te laten maken van de markering "alleen bijdrage aan Europese totalen" (CETO) waarin de herschikte SBS-verordening voorziet.

Heel wat landen hebben reeds de zeer kleine bedrijven van deelname aan hun enquêtes vrijgesteld. Om de nodige informatie te kunnen verstrekken, worden de ontbrekende gegevens aangevuld met schattingen of met administratieve gegevens. Deze trend zal zich doorzetten nu de diensten in de bedrijfsstatistieken beter worden bestreken. Voor de meeste soorten diensten zijn kleine bedrijven sterker vertegenwoordigd.

In veel lidstaten wordt steeds meer de voorkeur gegeven aan administratieve gegevens boven enquêtes. Het frequentere gebruik van administratieve gegevens wordt evenwel gehinderd doordat administratieve gegevens qua formaten, codes, transmissieprotocollen enz. normaal gezien van statistische gegevens verschillen. Daarom zijn investeringen noodzakelijk om deze gegevens voor statistische doeleinden bruikbaar te maken. Om tussen de nationale bureaus voor de statistiek en de desbetreffende overheidsinstanties tot akkoorden te komen, is politieke steun nodig. Om administratieve gegevens ook voor andere doeleinden bruikbaar te maken, zijn ook bijkomende interne middelen nodig, aangezien de nationale bureaus voor de statistiek hun interne werkwijzen moeten aanpassen om deze investering goed te benutten.

Ook betere steekproefstrategieën kunnen de lasten voor de bedrijven helpen verminderen. Zeer vaak pasten de lidstaten oorspronkelijk eenvoudige steekproefstrategieën toe, terwijl de lasten voor de bedrijven met meer verfijnde methoden verder zouden kunnen worden beperkt. Ook dat vereist echter investeringen door de nationale bureaus voor de statistiek.

Deze situaties doen zich in veel lidstaten voor. Een aantal landen zoekt ook directere manieren om de gegevens te verzamelen, bijvoorbeeld rechtstreeks uit de jaarrekeningen van de bedrijven. Het zou ideaal zijn indien statistieken een bijproduct van de gewone boekhouding van bedrijven waren, waarbij de gegevens automatisch worden verwerkt, de verzamelde gegevens dankzij gemeenschappelijke identificatiesymbolen zo doeltreffend mogelijk worden gebruikt, en die gegevens onmiddellijk na hun verwerking automatisch verder worden verspreid en bijvoorbeeld naar Eurostat worden gestuurd.

[1] Verordeningen nrs. 2700/98, 2701/98, 2702/98, 1225/99, 1227/99, 1228/99, 1618/99, 1614/2002, 1667/2003, 1668/2003, 1669/2003 en 1670/2003 van de Commissie.

[2] Gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (Verordening (EG) nr. 1059/2003).

[3] Publicatieblad L 52 van 22.2.1997, blz. 1-7.

--------------------------------------------------

Top