EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003AR0015(02)

Advies van het Comité van de Regio's over: de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: De toekomst van de Europese werkgelegenheidsstrategie (EWS) — Een strategie voor volledige werkgelegenheid en beter werk voor allen

PB C 244 van 10.10.2003, p. 46–49 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52003AR0015(02)

Advies van het Comité van de Regio's over: de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: De toekomst van de Europese werkgelegenheidsstrategie (EWS) — Een strategie voor volledige werkgelegenheid en beter werk voor allen

Publicatieblad Nr. 244 van 10/10/2003 blz. 0046 - 0049


Advies van het Comité van de Regio's over:

- de "Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: 'Inventarisatie van vijf jaar Europese werkgelegenheidsstrategie'", en

- de "Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: 'De toekomst van de Europese werkgelegenheidsstrategie (EWS) - Een strategie voor volledige werkgelegenheid en beter werk voor allen'"

(2003/C 244/10)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

gezien de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: "Inventarisatie van vijf jaar Europese werkgelegenheidsstrategie" (COM(2002) 416 def.) en de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: "De toekomst van de Europese werkgelegenheidsstrategie (EWS) - Een strategie voor volledige werkgelegenheid en beter werk voor allen" (COM(2003) 6 def.);

gezien de besluiten van de Europese Commissie van 18 juli 2002 en 14 januari 2003 om het Comité, overeenkomstig artikel 265, eerste alinea, van het EG-Verdrag, dienaangaande te raadplegen;

gezien het besluit van zijn voorzitter van 23 september 2002 om de commissie "Economisch en sociaal beleid" te belasten met de desbetreffende voorbereidende werkzaamheden; en

gezien het ontwerpadvies (CDR 15/2003 rev.), dat op 24 februari 2003 werd goedgekeurd door de commissie "Economisch en sociaal beleid" (rapporteur: mevrouw Haijanen, lid van de regioraad van Zuid-West-Finland; FIN/EVP),

heeft tijdens zijn 49e zitting van 9 en 10 april (vergadering van 10 april) het volgende advies uitgebracht, dat met algemene stemmen is goedgekeurd.

AANBEVELINGEN VAN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

1. Algemene doelstellingen van de herziening van de werkgelegenheidsstrategie

1.1. Het Comité van de Regio's is van mening dat de door de Raad van Barcelona geformuleerde doelstellingen t.a.v. de herziening van de werkgelegenheidsstrategie op consequente en heldere wijze zijn uitgewerkt in de mededeling van de Commissie. De reeds eerder door het Comité vertolkte standpunten inzake verbetering van de doeltreffendheid van de werkgelegenheidsstrategie en versterking van de lokale en regionale dimensie zijn in grote lijnen in deze mededeling terug te vinden. Door af te zien van de op vier pijlers gebaseerde opzet wordt duidelijker zichtbaar hoe de strategie is opgebouwd en zal zij minder aanleiding geven tot misverstanden.

1.2. Het Comité van de Regio's constateert met voldoening dat de belangrijkste doelstellingen t.a.v. de herziening van het werkgelegenheidsbeleid, zoals gepresenteerd in de mededeling, gebaseerd zijn op de doelstellingen van Lissabon. De prioriteiten, bedoeld als grondslag voor de toekomstige richtsnoeren, geven correct weer waar de problemen van de Europese arbeidsmarkt liggen, en vormen een goed uitgangspunt voor het ontwikkelen van nieuwe, effectievere richtsnoeren.

1.3. Het Comité van de Regio's spreekt er zijn voldoening over uit dat het duurzame karakter van de werkgelegenheidsrichtsnoeren wordt versterkt. In de werkgelegenheidsstrategie dient men zich te concentreren op de doelstellingen voor de middellange termijn en moet het zwaartepunt in het proces verschuiven van het formuleren van doelstellingen naar het effectiever maken van de uitvoering en het beoordelen van resultaten. Het Comité wijst erop dat als dit proces een duurzaam karakter krijgt, tevens mogelijkheden worden geschapen voor uitbreiding en verdieping van het proces van raadpleging bij het opstellen van de nationale actieplannen, alsmede voor een nauwere betrokkenheid van de regionale en lokale overheden in dit verband.

1.4. Het Comité van de Regio's staat achter het streven van de Commissie om de werkgelegenheidsstrategie te versoepelen en de taakverdeling tussen de EU en de lidstaten te preciseren. Zo komt het accent bij de uitvoering van de strategie meer te liggen op de specifieke aanbevelingen per land en op de nationale actieplannen. Dankzij het nieuwe tijdschema dat voor dit proces is opgesteld, kunnen de nationale actieplannen beter aansluiten op de voorbereiding van de nationale begrotingen. Door deze veranderingen zal de werkgelegenheidsstrategie meer gewicht krijgen op nationaal niveau.

1.5. Het Comité van de Regio's zou graag zien dat vernieuwing van de arbeidsmarkt bijdraagt tot versterking van de door de EU uitgestippelde lange-termijnstrategie op het gebied van groei, werkgelegenheid en concurrentievermogen, en dat zij ervoor zal zorgen dat de werking van de arbeidsmarkt niet zodanig wordt beperkt dat de economische groei eronder te lijden heeft. De ontwikkeling van de werkgelegenheid vraagt om een brede benadering, waarbij maatregelen in het kader van verschillende beleidssectoren op elkaar moeten worden afgestemd. Wil men de arbeidsparticipatie verhogen, dan moeten er structurele vernieuwingen op het gebied van werkgelegenheids- en sociaal beleid worden doorgevoerd, moet langdurige werkloosheid worden voorkomen en moet de structurele werkloosheid worden teruggedrongen.

1.6. Het Comité van de Regio's wijst erop dat men zich ter opvoering van de arbeidsparticipatie veel inspanningen moet getroosten om nieuwe arbeidsplaatsen te scheppen en ondernemerschap te stimuleren. Het concurrentievermogen van ondernemingen moet worden verbeterd door de kennis van bedrijven en werknemers, de arbeidsorganisatie, de kwalitatieve aspecten van arbeid en de productiviteit te ontwikkelen. Ook het ondernemingsklimaat moet worden verbeterd. Er zijn doelgerichte maatregelen nodig om administratieve obstakels die de oprichting van ondernemingen, het functioneren ervan en de indienstneming van nieuwe arbeidskrachten in de weg staan, op te ruimen.

1.7. Het Comité van de Regio's is het eens met het standpunt van de Commissie dat de kwaliteit van het werk en de productiviteit alleen kunnen worden verbeterd als de economie hechter wordt verankerd in de kennismaatschappij. Wel zij erop gewezen dat de werkloosheid in bepaalde sectoren het gevolg is van het feit dat het kennisniveau van werknemers niet in overeenstemming is met de eisen van de arbeidsmarkt. Er bestaat buiten de arbeidsmarkt een onbenut arbeidspotentieel, dat moeite heeft aan de beroepskwalificaties te komen waarom op de arbeidsmarkt wordt gevraagd. Daarom dient er naar gestreefd te worden dit arbeidspotentieel te activeren (o.a. door een lagelonensector te accepteren).

1.8. Het Comité van de Regio's hecht er belang aan dat bij de herziening van de strategie rekening wordt gehouden met de uitbreiding van de EU en dat bij de verdere voorbereidingen van de herziening wordt geluisterd naar de standpunten van de landen die zullen toetreden. Opvoering van de arbeidsparticipatie, verhoging van het kennisniveau en vernieuwing van de productiestructuren zijn enkele van de belangrijkste uitdagingen waarmee de arbeidsmarkten in de nieuwe lidstaten geconfronteerd worden. Door de structurele veranderingen zullen de regionale werkgelegenheidsverschillen groter worden. De bestuurlijke structuren van de kandidaat-lidstaten en met name de slagvaardigheid van de regionale en lokale overheden vragen om versterking, zodat deze zich met optimale doeltreffendheid kunnen aanpassen aan de uitdagingen van de Europese arbeidsmarkt en kunnen profiteren van de middelen die bestemd zijn voor ontwikkelingswerk.

2. Beheer van de werkgelegenheidsstrategie en versterking van de lokale en regionale dimensie

2.1. Het Comité van de Regio's wijst erop dat verwezenlijking van volledige werkgelegenheid en andere in Lissabon geformuleerde werkgelegenheidsdoelstellingen niet eenvoudig zal zijn. Het welslagen ervan is meer dan ooit afhankelijk van een goed functionerende samenwerking tussen tal van beleidssectoren en uitvoerende niveaus, die op dezelfde golflengte dienen te zitten, alsmede van een goede coördinatie van middelen.

2.2. Het Comité van de Regio's is het eens met de Commissie dat de lidstaten zich politiek sterker moeten engageren t.a.v. de werkgelegenheidsstrategie. De nationale actieplannen voor werkgelegenheid worden algemeen beschouwd als regeringsdocumenten waarvan het niet duidelijk is in welke relatie ze tot andere nationale beleidsonderdelen staan. Lokale en regionale actoren, de media en het grote publiek weten weinig af van de werkgelegenheidsstrategie. Als gevolg hiervan ontstaan er bij het uitvoeren van de strategie problemen voor de beleidsniveaus die in laatste instantie verantwoordelijk zijn voor besluiten op het gebied van werkgelegenheid.

2.3. Het Comité vindt dat de nationale parlementen zich moeten uitspreken over de NAP's. Zo kan het proces ter verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese werkgelegenheidsstrategie doorzichtiger worden gemaakt en wordt ook een brede discussie in gang gezet. De NAP's kunnen op die manier als nationale actieprogramma's meer gewicht krijgen, terwijl de volksvertegenwoordigers op deze manier een "natuurlijk" instrument in handen krijgen waarmee de verschillende gezichtspunten inzake werkgelegenheidsbeleid - van het centrale, regionale en lokale niveau - met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht.

2.4. Het Comité van de Regio's is van mening dat de werkgelegenheidsstrategie qua inhoud en woordgebruik helderder moet worden geformuleerd en moet worden afgestemd op de regionale en lokale omstandigheden. Opinieonderzoeken wijzen uit dat de Europese burgers het EU-beleid ervaren als iets waarmee ze geen voeling hebben en dat ver van hen af staat. Op grond van de ervaringen die zijn opgedaan met het bevorderen van plaatselijke werkgelegenheid, kan worden gesteld dat er nog altijd vrij veel problemen zijn, omdat de verschillende niveaus die belast zijn met de uitvoering van de Europese werkgelegenheidsstrategie, veel dingen verschillend interpreteren.

2.5. Het Comité van de Regio's benadrukt dat de regionale en lokale overheden een belangrijke rol en verantwoordelijkheid dienen te hebben bij het ontwikkelen en in praktijk brengen van de werkgelegenheidsstrategie. De Europese werkgelegenheidsstrategie dient dusdanig te worden aangepast dat er een proces ontstaat dat zich op meerdere niveaus afspeelt en waarbij sprake is van een continue interactie tussen lokale, regionale, nationale en communautaire actoren. Met het oog op een goed beheer is het zaak dat wordt nagegaan hoe de samenwerking tussen de verschillende bestuursniveaus en andere actoren bij de voorbereiding en uitvoering van de strategie functioneert. Voor de consument vormt bestuur echter één geheel, zodat het zin heeft om tevens na te gaan hoe ondernemingen en burgers aan de basis invloed kunnen uitoefenen op de ontwikkeling van diensten ter ondersteuning van werkgelegenheid.

2.6. Het Comité van de Regio's is van mening dat de versterking van de lokale en regionale dimensie van de werkgelegenheidsstrategie horizontaal dient te worden aangepakt. In haar mededeling bekijkt de Commissie de rol van de regionale en lokale overheden in de eerste plaats vanuit het standpunt van het beheer van de werkgelegenheidsstrategie, d.w.z. dat het functioneren en de legitimiteit van het stelsel voorop staan. Deze benadering doet echter onvoldoende recht aan de rol die regionale en lokale actoren op basisniveau spelen bij het in praktijk brengen van de doelstellingen van de werkgelegenheidsstrategie. Elke arbeidsplaats heeft haar begin en haar einde op plaatselijk niveau. Regionale en lokale overheden spelen een belangrijke rol bij het verlenen van diensten die bijdragen tot de werkgelegenheid (op het gebied van sociale bescherming, opleiding en onderwijs), bij het ontwikkelen van plaatselijke arbeidsmarkten en nieuwe arbeidsplaatsen en bij het zelf verschaffen van werk. Ze dragen in belangrijke mate bij tot de mogelijkheden die jongeren, vrouwen, immigranten en ouderen hebben inzake de toegang tot de arbeidsmarkt, en ze spelen een grote rol bij het bevorderen van gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Hun rol is vaak cruciaal als het gaat om de integratie van groepen die buiten de arbeidsmarkt staan. Een hoge mate van activiteit is ook een van de centrale doelstellingen van het plaatselijke ontwikkelingsbeleid en een fundamentele voorwaarde voor de instandhouding van de dienstverlening.

2.7. Uit de mededeling blijkt dat de Commissie verkleining van de regionale werkgelegenheidsverschillen als een van de prioriteiten van de toekomstige werkgelegenheidsstrategie beschouwt. Er zijn per regio grote verschillen op het gebied van werkgelegenheid en deze verschillen zullen na de uitbreiding alleen maar groter worden. Het Comité van de Regio's wijst erop dat er ook binnen regio's steeds meer uiteenlopende problemen zijn. Het wordt steeds moeilijker om met beleidslijnen die op macroniveau worden uitgezet, in te spelen op regionale en lokale problemen. Naar de mening van het Comité tonen de problemen op de arbeidsmarkt duidelijk aan dat er behoefte bestaat aan een benadering waarbij beleidsmaatregelen worden afgestemd op de groeiende verschillen tussen regio's. De werkgelegenheidsstrategie zou, in de lijn van de algemene tendens in de OESO-landen, dienen bij te dragen tot decentralisering van het werkgelegenheidsbeleid. De lidstaten zouden ook moeten bevorderen dat bevoegdheden op het gebied van de praktische tenuitvoerlegging van het werkgelegenheidsbeleid worden overgeheveld naar het regionale en lokale niveau.

2.8. Het Comité van de Regio's is het eens met de Commissie dat de Europese werkgelegenheidsstrategie gericht moet zijn op stimulering en ondersteuning van het opstellen en uitvoeren van regionale, op partnerschap gebaseerde werkgelegenheidsstrategieën. Partnerschappen tussen openbare sector, bedrijfsleven, actoren van de sociale economie en particuliere organisaties hebben immers een bijzondere rol bij het genereren van nieuw sociaal kapitaal en het ontstaan van nieuwe ondernemingen en arbeidsplaatsen. De partnerschappen zouden breed moeten zijn opgezet en allerlei verschillende actoren en niveaus moeten omvatten. Het opstellen van regionale werkgelegenheidsstrategieën zou op efficiënte wijze moeten worden gecoördineerd met het opstellen van nationale actieplannen. Voor het opstellen en uitvoeren van deze strategieën zouden in de nationale begrotingen en de ESF-programma's voldoende middelen moeten worden uitgetrokken.

2.9. Het Comité van de Regio's is van mening dat men zich bij het bevorderen van de werkgelegenheid op plaatselijk niveau te veel verlaat op de traditionele actiemodellen en benaderingen van een actief arbeidsmarktbeleid. Naast traditionele maatregelen op het niveau van individuen zou in toenemende mate moeten worden gestreefd naar het ontwikkelen van een gunstig werkgelegenheidsklimaat (infrastructuur, onderwijs, dienstverlening, ondernemerschap) en naar een preventief beleid op dit gebied. Regionale en lokale actoren zouden moeten worden aangemoedigd om gebruik te maken van nieuwe innoverende benaderingen en methoden.

2.10. Het Comité van de Regio's is van mening dat, bij het ontwikkelen van de uitvoering van de werkgelegenheidsstrategie, de beleidsmaatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid (de Europese werkgelegenheidsstrategie) en de desbetreffende financieringsmechanismen beter op elkaar afgestemd zouden moeten worden, hetgeen de efficiency van de programma's ten goede komt. Het Europees Sociaal Fonds zou ertoe moeten bijdragen dat de regionale dimensie wordt geïntegreerd in de Europese werkgelegenheidsstrategie.

2.11. Het Comité van de Regio's benadrukt dat proefprojecten ter ondersteuning van de lokale en regionale dimensie van de Europese werkgelegenheidsstrategie (territoriale werkgelegenheidspacten, innoverende maatregelen, partnerschapsprogramma's e.d.) en nationale beleidsvormen beter op elkaar moeten worden afgestemd. Proefprojecten hebben de bevordering van de werkgelegenheid een toegevoegde waarde verleend. Het probleem is echter dat men er niet in slaagt de goede ervaringen die hiermee zijn opgedaan, ook om te zetten in nationale programma's.

2.12. Het Comité van de Regio's acht het van belang dat ter ontwikkeling van de Europese werkgelegenheidsstrategie de kennisbasis wordt uitgebreid en er betere methoden komen om te beoordelen hoe maatregelen van regionale en lokale overheden uitpakken, en procedures te ontwikkelen met behulp waarvan de lidstaten rapport kunnen uitbrengen over de rol van regionale en lokale overheden bij het ten uitvoer brengen van nationale werkgelegenheidsprogramma's.

2.13. Het Comité van de Regio's sluit zich aan bij de doelstelling van de Commissie om de rol van de sociale partners in zaken van werkgelegenheid te versterken. Er zij op gewezen dat de regionale en lokale overheden, zijnde belangrijke werkgevers, als volwaardige partij dienen te worden betrokken bij het overleg tussen de sociale partners.

2.14. Het Comité van de Regio's is met de Commissie van mening dat de open coördinatiemethode een geschikt middel is bij de uitvoering van de werkgelegenheidsstrategie. Wel dient ervoor gewaakt te worden dat de gebruikte methode leidt tot een beperking van de beslissingsbevoegdheid van de nationale en decentrale bestuursniveaus bij het organiseren van de sociale bescherming.

2.15. Het Comité van de Regio's spreekt er zijn voldoening over uit dat de Commissie, gehoor gevend aan de oproep van de Raad van Barcelona, voorstelt om de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de globale richtsnoeren van het economische beleid nauwer op elkaar af te stemmen en het proces te versoepelen. Een en ander dient dusdanig te worden gecoördineerd dat alle betrokken instellingen, de sociale partners en ook andere actoren die een rol hebben bij het uitvoeren van de werkgelegenheidsstrategie, op adequate wijze hun stem kunnen laten horen en dat er een diepgaande discussie kan plaatsvinden. Bij de verdere voorbereiding van de werkgelegenheidsstrategie dient rekening te worden gehouden met de standpunten van het Comité.

2.16. Het Comité van de Regio's benadrukt dat de dialoog tussen de Commissie en het Comité over de ontwikkeling van de Europese werkgelegenheidsstrategie open en constructief is verlopen. Het Comité is graag bereid een eigen bijdrage te leveren aan de totstandkoming van het "Forum voor lokale ontwikkeling" (a.s. mei in Griekenland) en aan de verspreiding van de ervaringen die in de verschillende lidstaten op regionaal en lokaal niveau zijn opgedaan.

Brussel, 10 april 2003.

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Albert Bore

Top