EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 42011Y1220(01)

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de vertegenwoordiging van de EU-lidstaten in het bestuur van het Wereldantidopingagentschap (WADA) en over de aan de bijeenkomsten van het WADA voorafgaande coördinatie van de standpunten van de EU en haar lidstaten

PB C 372 van 20.12.2011, p. 7–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 372/7


Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over de vertegenwoordiging van de EU-lidstaten in het bestuur van het Wereldantidopingagentschap (WADA) en over de aan de bijeenkomsten van het WADA voorafgaande coördinatie van de standpunten van de EU en haar lidstaten

2011/C 372/02

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

HERINNEREND AAN

(1)

de conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 4 december 2000 betreffende dopingbestrijding (1),

(2)

de conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 18 november 2010 over de rol van de EU in de internationale dopingbestrijding (2).

STELLEN HET VOLGENDE VAST:

(1)

De Europese Unie en haar lidstaten moeten hun bevoegdheden kunnen uitoefenen en hun rol kunnen spelen bij het voorbereiden van, het onderhandelen over en het vaststellen van, onder meer, voorschriften, normen en richtsnoeren door het Wereldantidopingagentschap (hierna het „WADA”).

(2)

Er dienen praktische regelingen te worden getroffen voor de deelneming van de Europese Unie en haar lidstaten aan de werkzaamheden van het WADA, alsmede voor het coördineren van hun standpunten voorafgaand aan de bijeenkomsten van het WADA.

(3)

Het vaststellen van gecoördineerde standpunten van het Europese continent, voorafgaand aan de bijeenkomsten van het WADA, geschiedt in de Raad van Europa, met inachtneming van de toepasselijke EU-wetgeving.

(4)

Er is een grote behoefte aan continuïteit in de vertegenwoordiging van de EU-lidstaten in het bestuur van het WADA, die gestoeld moet zijn op een politiek mandaat en een adequaat deskundigheidsniveau.

ZIJN HET DERHALVE EENS OVER DE VOLGENDE PUNTEN:

(1)

In het bestuur van het WADA dienen de EU-lidstaten op ministerieel niveau te worden vertegenwoordigd, en dienen de zetels als volgt te worden toegewezen:

één zetel voor een van de lidstaten uit het fungerende voorzitterschapstrio,

één zetel voor een van de lidstaten uit het toekomstige voorzitterschapstrio,

een gezamenlijk door de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, toe te wijzen zetel voor een persoon die op ministerieel niveau bevoegd is voor sport en over passende ervaring en kennis beschikt (hierna: „deskundige op regeringsniveau”).

(2)

Indien nodig kunnen de vertegenwoordigers van de lidstaten zich doen vergezellen door deskundigen van de lidstaat die het voorzitterschap bekleedt en/of de Commissie.

(3)

De regeling inzake de vertegenwoordiging van de EU-lidstaten in het bestuur van het WADA (bijlage I) wordt op 1 januari 2013 van kracht.

(4)

De Gedragslijnen tussen de Raad, de lidstaten en de Commissie voor de voorbereiding van de bijeenkomsten van het WADA (bijlage II) zijn van toepassing.

(5)

Uiterlijk 31 december 2015 zullen de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, de ervaring met de toepassing van deze resolutie evalueren en bezien of aanpassingen aan de bij deze resolutie ingestelde regeling nodig zijn.


(1)  PB C 356 van 12.12.2000, blz. 1.

(2)  PB C 324 van 1.12.2010, blz. 18.


BIJLAGE I

Regeling inzake de vertegenwoordiging van de EU-lidstaten in het bestuur van het WADA

De EU-lidstaten komen de volgende vertegenwoordiging overeen:

VERTEGENWOORDIGERS VAN DE LIDSTATEN DIE HET FUNGERENDE EN HET TOEKOMSTIGE VOORZITTERSCHAPSTRIO VORMEN

De lidstaten die het fungerende voorzitterschapstrio vormen, kiezen, na intern overleg, een van hen als vertegenwoordiger van de EU-lidstaten in het bestuur van het WADA. De gekozen lidstaat zal daartoe volgens zijn eigen interne procedures een vertegenwoordiger aanwijzen. De vertegenwoordiger dient in de lidstaat in kwestie op ministerieel niveau bevoegd te zijn voor sport. De naam van de lidstaat die een vertegenwoordiger mag afvaardigen en de naam van die vertegenwoordiger worden meegedeeld aan het secretariaat-generaal van de Raad van de EU.

Indien de vertegenwoordiger zijn/haar functie op ministerieel niveau neerlegt, wijst de lidstaat een vervanger/vervangster op ministerieel niveau aan.

Bovenstaande regeling is ook van toepassing op de lidstaten die het toekomstige voorzitterschapstrio vormen.

De ambtstermijn van de bovengenoemde vertegenwoordigers bedraagt drie jaar.

De vertegenwoordiger van de lidstaten die het toekomstige voorzitterschapstrio vormen, blijft in functie nadat dat voorzitterschapstrio het fungerende voorzitterschapstrio is geworden, teneinde de continuïteit en het behoud van de driejarige ambtstermijn te waarborgen.

DESKUNDIGE OP REGERINGSNIVEAU DIE GEZAMENLIJK DOOR DE LIDSTATEN IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN WORDT AANGEWEZEN

De voorstellen tot aanwijzing van een deskundige vertegenwoordiger dienen uiterlijk één maand voor de zitting van de Raad van de EU tijdens welke de aanwijzing dient te geschieden, door de lidstaten te worden ingediend. Uit de lidstaten die het fungerende voorzitterschapstrio of het toekomstige voorzitterschapstrio vormen, mogen geen ministers worden aangewezen. De voorstellen tot aanwijzing van een deskundige vertegenwoordiger dienen aan het secretariaat-generaal van de Raad van de EU te worden toegezonden.

De eerste aanwijzing van het lid van het bestuur van het WADA, zoals hierboven beschreven, zal geschieden tíjdens de zitting van de Raad (Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport) uiterlijk in november 2012.

De ambtstermijn van de vertegenwoordiger bedraagt drie jaar.

Indien de vertegenwoordiger zijn/haar functie op ministerieel niveau in zijn/haar lidstaat neerlegt, wordt een nieuwe aanwijzingsprocedure gestart. De huidige vertegenwoordiger blijft in functie totdat de nieuwe aanwijzingsprocedure is afgerond.

OVERGANGSREGELS

De bestaande regels inzake de vertegenwoordiging van de EU-lidstaten in het bestuur van het WADA zijn van toepassing tot en met 31 december 2012.

De ambtstermijn van de vertegenwoordiger die is aangesteld door Ierland, Litouwen en Griekenland, wordt ingekort tot 18 maanden en gaat in op 1 januari 2013.

GOEDKEURING DOOR DE LIDSTATEN IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN

De goedkeuring van de deskundige op regeringsniveau en van de lidstaten die door het fungerende en het toekomstige voorzitterschapstrio zijn gekozen om vertegenwoordigers in het bestuur van het WADA aan te wijzen, geschiedt na tijdige aankondiging door de lidstaten in het kader van de Raad bijeen.

De namen van de leden van het bestuur van het WADA die vertegenwoordigers van de EU-lidstaten zijn, worden via het secretariaat-generaal van de Raad van de EU meegedeeld aan het WADA.


BIJLAGE II

Gedragslijnen tussen de Raad, de lidstaten en de Commissie voor de voorbereiding van de bijeenkomsten van het WADA

Indachtig het feit dat in het licht van het EU-acquis en de verplichting tot eerlijke samenwerking, de standpunten van de EU en de lidstaten in voorkomend geval vóór de bijeenkomsten van het WADA onder leiding van het voorzitterschap tijdig en op een efficiënte manier gecoördineerd dienen te worden,

Komen de Raad, de lidstaten en de Commissie de volgende gedragslijnen overeen:

AARD EN REIKWIJDTE

Deze gedragslijnen zijn van toepassing op de voorbereiding van alle bijeenkomsten van het bestuur van het WADA.

Deze gedragslijnen bevatten de regeling die de Raad, de lidstaten en de Commissie overeengekomen zijn voor het voorbereiden van deze bijeenkomsten, inclusief de voorafgaande bijeenkomsten van de Raad van Europa (ad-hoccomité voor het Wereldantidopingagentschap (CAHAMA)).

COÖRDINATIE

Het coördinatieproces moet beginnen met een gezamenlijke analyse van de agenda van de WADA-bijeenkomst door het fungerende voorzitterschap van de Raad, bijgestaan door het secretariaat-generaal van de Raad van de EU, en de Europese Commissie.

Het voorzitterschap stelt met inachtneming van deze regeling en het voorstel van de Europese Commissie een gedetailleerd ontwerpstandpunt op inzake de aangelegenheden waarvoor de EU bevoegd is.

Het standpunt wordt opgesteld door de Raadsgroep sport en in de regel, behalve in spoedeisende gevallen, vastgesteld door het Comité van permanente vertegenwoordigers (Coreper).

BETREKKINGEN MET DE RAAD VAN EUROPA

Tijdens de bijeenkomsten van het CAHAMA (1) presenteert de vertegenwoordiger van het voorzitterschap het standpunt inzake de punten waarover een standpunt is opgesteld. De Europese Commissie presenteert het EU-standpunt wanneer de EU bevoegd is en over dat standpunt conform de toepasselijke Verdragsbepalingen overeenstemming is bereikt.

De EU en haar lidstaten moeten dit standpunt trachten te integreren in het door het CAHAMA opgestelde standpunt van het Europese continent.

AD-HOCCOÖRDINATIE

Wanneer nodig, kan tussen de EU en haar lidstaten in de regel te allen tijde onder leiding van het voorzitterschap ad-hoccoördinatieoverleg plaatsvinden. Deze coördinatie kan plaatsvinden in de marge van de bijeenkomsten van het CAHAMA of van het WADA.

VERTOLKEN VAN STANDPUNTEN EN STEMMINGEN

De vertegenwoordigers van de EU-lidstaten vertolken de overeengekomen standpunten en brengen in de overeengekomen zin hun stem uit.

RAPPORTAGE

De vertegenwoordiger van het fungerende voorzitterschapstrio van de EU-lidstaten in het bestuur van het WADA brengt tijdens de volgende zitting van de Raad van de EU (Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport) verslag uit over het resultaat van de bijeenkomst van het bestuur van het WADA.

De vertegenwoordiger van het fungerende voorzitterschapstrio van de EU-lidstaten in het bestuur van het WADA dient bij de Groep sport van de Raad een schriftelijk verslag in over het resultaat van de bijeenkomst van het bestuur van het WADA.


(1)  Het ad hoc Europees Comité voor het Wereldantidopingagentschap (CAHAMA), dat in juli 2003 is opgericht, is verantwoordelijk voor het coördineren van de standpunten van alle partijen bij het Europees Cultureel Verdrag, met betrekking tot vraagstukken in verband met het WADA. De gewone bijeenkomsten van het CAHAMA worden onmiddellijk vóór of na de bijeenkomsten van de monitorgroep van de Overeenkomst ter bestrijding van doping, en indien mogelijk, ten minste één week voor de gewone bijeenkomsten van het bestuur en het uitvoerend comité van het WADA bijeengeroepen.


Top