EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31986R0855

Verordening (EEG) nr. 855/86 van de Commissie van 24 maart 1986 tot opening van de mogelijkheid voor het wijnoogstjaar 1985/1986 tot de in artikel 41 van Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad bedoelde distillatie

PB L 80 van 25.3.1986, p. 24–26 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/1986

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1986/855/oj

31986R0855

Verordening (EEG) nr. 855/86 van de Commissie van 24 maart 1986 tot opening van de mogelijkheid voor het wijnoogstjaar 1985/1986 tot de in artikel 41 van Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad bedoelde distillatie

Publicatieblad Nr. L 080 van 25/03/1986 blz. 0024 - 0026


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 855/86 VAN DE COMMISSIE

van 24 maart 1986

tot opening van de mogelijkheid voor het wijnoogstjaar 1985/1986 tot de in artikel 41 van Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad bedoelde distillatie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3805/85 (2), en met name op artikel 41, lid 5, vierde alinea, derde streepje, en lid 9,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 775/85 van de Raad van 26 maart 1985 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 337/79 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (3), en met name op artikel 2,

Overwegende dat de marktsituatie voor tafelwijn vergt dat op grond van de gegevens waarover de Commissie thans beschikt, en met name die van de produktie- en behoeftenraming voor het wijnoogstjaar 1985/1986, snel een beslissing wordt genomen waarbij de mogelijkheid van aanpassing, aan de hand van later door de betrokken Lid-Staten gedane mededelingen, van de in aanmerking genomen cijfers niet wordt uitgesloten;

Overwegende dat de situatie voor het wijnoogstjaar 1985/1986 wordt gekenmerkt door een ernstig gebrek aan evenwicht tussen de markt voor tafelwijn en die voor wijn die tot tafelwijn kan worden verwerkt; dat derhalve aan de in artikel 41, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde voorwaarden tot toepassing van verplichte distillatie wordt voldaan;

Overwegende dat het, rekening houdende met de prijzen en het wenselijke niveau van de beschikbare hoeveelheden aan het einde van het wijnoogstjaar, nodig is voor de Gemeenschap 7,5 miljoen hectoliter tafelwijn te distilleren;

Overwegende dat in artikel 41, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 337/79 de regel is opgenomen voor de verdeling van de totaal te distilleren hoeveelheid over de verschillende, in artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 854/86 van de Commissie (4) vastgestelde produktiegebieden aan de hand van de aldaar in het wijnoogstjaar behaalde produktie en een referentieproduktie; dat deze referentieproduktie is vastgesteld in artikel 4, lid 3, van genoemde verordening; dat voor het wijnoogstjaar 1985/1986 de produktie van tafelwijn van de produktiegebieden 1 en 2 lager is dan de referentiehoeveelheid en bijgevolg in die gebieden geen enkele hoeveelheid behoeft te worden gedistilleerd; dat de toepassing van de bovengenoemde regel alsmede het in aanmerking nemen van de aan het begin van dit eerste wijnoogstjaar, waarin de nieuwe regeling wordt toegepast, bestaande bijzondere situatie van de voorraden uit het verleden ertoe leiden aan gebied 3 51,4 %, aan gebied 4 44,6 % en aan gebied 5 4 % van de totale te distilleren hoeveelheid toe te kennen;

Overwegende dat, rekening houdende met de afwijking bedoeld in artikel 41, lid 10, van Verordening (EEG) nr. 337/79, nauwkeurig dient te worden vastgesteld dat de in Griekenland verplicht te distilleren hoeveelheid op die waarvoor preventieve distillatie is vastgesteld in mindering wordt gebracht;

Overwegende dat de opstelling van de lijst voor het bepalen van de door iedere producent voor distillatie te leveren hoeveelheden eerst na raadpleging van de betrokken Lid-Staten kan geschieden; dat derhalve moet worden bepaald dat deze lijst later, doch vóór 31 maart 1986, zal worden vastgesteld; dat bij de vaststelling van de lijst een minimaal te distilleren hoeveelheid moet worden gewaarborgd tegen de in artikel 41, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde aankoopprijs, ten einde te waarborgen dat de totale hoeveelheid en de aan de gebieden toegewezen hoeveelheden worden bereikt;

Overwegende dat de toepassing van de regel in artikel 41, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 337/79 leidt tot vaststelling van de aankoopprijs voor de voor distillatie te leveren tafelwijn op 50 % van de oriëntatieprijs van elk van de betrokken soorten tafelwijn;

Overwegende dat de distillateurs overeenkomstig artikel 41, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 337/79 hetzij in aanmerking kunnen komen voor een steun voor het te distilleren produkt, hetzij het door de distillatie verkregen produkt aan het interventiebureau kunnen leveren; dat het bedrag van de steun moet worden vastgesteld op grond van de in artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 2179/83 van de Raad (5), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2687/84 (6), vastgestelde criteria; dat om een produktie van brandewijn van middelmatige kwaliteit te voorkomen, bij afwezigheid van communautaire voorschriften ter zake moet worden bepaald dat de geproduceerde brandewijn aan de geldende nationale voorschriften moet beantwoorden;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor het wijnoogstjaar 1985/1986 wordt tot de in artikel 41, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde distillatie besloten.

2. De totale hoeveelheid te distilleren tafelwijn bedraagt 7,5 miljoen hectoliter.

3. De hoeveelheden, die in de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 854/86 bedoelde gebieden moeten worden gedistilleerd zijn de volgende:

- gebied 1 0 hectoliter,

- gebied 2 0 hectoliter,

- gebied 3 3 850 000 hectoliter,

- gebied 4 3 350 000 hectoliter,

- gebied 5 300 000 hectoliter.

Voor gebied 5 wordt op de bovengenoemde hoeveelheid de hoeveelheid in mindering gebracht waarvoor in dat gebied preventieve distillatie overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2607/85 van de Commissie (1) is toegepast.

4. De in de leden 2 en 3 genoemde hoeveelheden kunnen tot en met 30 maart 1986 worden aangepast wanneer dit op grond van latere mededelingen van de Lid-Staten verantwoord mocht zijn.

Artikel 2

Uiterlijk op 30 maart 1986 worden vastgesteld:

- de uitsplitsing van de produktie van de oogst volgens de opbrengstklassen,

- de in artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 854/86 bedoelde progressieve schalen.

De in de eerste alinea, tweede streepje, bedoelde schalen worden zo opgesteld dat de tegen de in artikel 41, lid 6, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde aankoopprijs te distilleren hoeveelheid ten minste:

- 1 900 000 hectoliter in gebied 3,

- 950 000 hectoliter in gebied 4,

bedraagt.

Artikel 3

Onverminderd de toepassing van artikel 14 ter van Verordening (EEG) nr. 337/79 wordt de aankoopprijs van voor verplichte distillatie te leveren tafelwijn vastgesteld op:

- 1,59 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter voor witte tafelwijn van de soort A I,

- 1,71 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter voor rode tafelwijn van de soort R I of R II.

Artikel 4

De steun waarvoor de distillateur in aanmerking kan komen, wordt als volgt vastgesteld:

a) wanneer het distillatieprodukt aan de omschrijving van neutrale alcohol in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2179/83 beantwoordt:

- op 1,08 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter wanneer het is vervaardigd uit witte tafelwijn van de soort A I,

- op 1,21 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter wanneer het is vervaardigd uit rode tafelwijn van de soort R I of R II;

b) wanneer het distillatieprodukt brandewijn is die aan de in de geldende nationale voorschriften vastgestelde kwaliteitskenmerken beantwoordt:

- op 0,97 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter wanneer het is vervaardigd uit witte tafelwijn van de soort A I,

- op 1,10 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter wanneer het is vervaardigd uit rode tafelwijn van de soort R I of R II;

c) wanneer het distillatieprodukt ruwe alcohol is met een alcoholgehalte van ten minste 52 % vol:

- op 0,97 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter wanneer het is vervaardigd uit witte tafelwijn van de soort A I,

- op 1,10 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter wanneer het is vervaardigd uit rode tafelwijn van de soort R I of R II.

Artikel 5

1. De door het interventiebureau aan de distillateur te betalen prijs voor het overeenkomstig artikel 41, lid 7, eerste alinea, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 337/79 geleverde produkt wordt als volgt vastgesteld:

- 2,04 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter wanneer het is vervaardigd uit witte tafelwijn van de soort A I,

- 2,17 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter wanneer het is vervaardigd uit rode tafelwijn van de soort R I of R II.

Deze prijzen gelden voor neutrale alcohol die aan de omschrijving in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2179/83 voldoet.

2. Voor de andere dan de in lid 1 bedoelde alcoholsoorten wordt op de in dat lid genoemde prijzen 0,11 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter in mindering gebracht.

Artikel 6

De steun waarvoor de producent van distillatiewijn in aanmerking komt, wordt vastgesteld op:

- 0,95 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter wanneer de distillatiewijn is vervaardigd uit witte tafelwijn van de soort A I,

- 1,07 Ecu per % vol alcohol en per hectoliter wanneer de distillatiewijn is vervaardigd uit rode tafelwijn van de soort R I of R II.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 24 maart 1986.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 367 van 31. 12. 1985, blz. 39.

(3) PB nr. L 88 van 28. 3. 1985, blz. 1.

(4) Zie blz. 14 van dit Publikatieblad.

(5) PB nr. L 212 van 3. 8. 1983, blz. 1.

(6) PB nr. L 255 van 25. 9. 1984, blz. 1.

(1) PB nr. L 249 van 18. 9. 1985, blz. 5.

Top