EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31986R0497

Verordening (EEG) nr. 497/86 van de Raad van 25 februari 1986 tot vaststelling van de oorspronkelijke kwantitatieve beperkingen bij invoer in Portugal voor bepaalde produkten van de bloementeelt uit derde landen

PB L 54 van 1.3.1986, p. 40–41 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/10/1991

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1986/497/oj

31986R0497

Verordening (EEG) nr. 497/86 van de Raad van 25 februari 1986 tot vaststelling van de oorspronkelijke kwantitatieve beperkingen bij invoer in Portugal voor bepaalde produkten van de bloementeelt uit derde landen

Publicatieblad Nr. L 054 van 01/03/1986 blz. 0040 - 0041


VERORDENING (EEG) Nr. 497/86 VAN DE RAAD van 25 februari 1986 tot vaststelling van de oorspronkelijke kwantitatieve beperkingen bij invoer in Portugal voor bepaalde produkten van de bloementeelt uit derde landen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, inzonderheid op artikel 234, lid 2, Gezien het voorstel van de Commissie Overwegende dat in artikel 245 van de Toetredingsakte is bepaald dat de Portugese Republiek tot en met 31 december 1992 kwantitatieve beperkingen bij invoer uit derde landen kan toepassen voor de in bijlage XXI van de Akte bedoelde produkten, en met name voor bepaalde produkten van de sector levende planten en produkten van de bloementeelt, van de posten 06.02, 06.03 en 06.04 van het gemeenschappelijk douanetarief; Overwegende dat, om de tenuitvoerlegging van artikel 245 van de Toetredingsakte door de Portugese Republiek mogelijk te maken, eerst het oorspronkelijke contingent voor elk van de vorenbedoelde produkten moet worden vastgesteld; Overwegende dat dit contingent op basis van de beschikbare inlichtingen en op grond van de in artikel 245 van de Toetredingsakte omschreven criteria op het in de onderhavige verordening aangegeven peil dient te worden vastgesteld; Overwegende dat de onderhavige verordening geldt voor alle derde landen, onverminderd de protocollen die overeenkomstig artikel 366 van de Toetredingsakte met de preferentiële derde landen moeten worden gesloten of de overgangsmaatregelen als bedoeld in artikel 367 van die Akte; dat evenwel dient te worden gepreciseerd dat de op grond van die artikelen vastgestelde kwantitatieve beperkingen deel uitmaken van die welke krachtens de onderhavige verordening voor alle derde landen gelden, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De in artikel 245 van de Toetredingsakte bedoelde oorspronkelijke contingenten die door de Portugese Republiek bij invoer uit derde landen moeten worden toegepast voor de produkten van de posten ex 06.02, ex 06.03 en ex 06.04 van het gemeenschappelijk douanetarief, worden vastgesteld als aangegeven in de bijlage. 2. Voor het tijdvak van 1 maart tot en met 31 december 1986 worden de in lid 1 bedoelde contingenten met één zesde verminderd. 3. Indien de in artikel 366 van de Toetredingsakte bedoelde protocollen of, bij gebreke daarvan, de krachtens artikel 367 van die Akte getroffen autonome maatregelen voorzien in kwantitatieve beperkingen ten aanzien van derde landen met een preferentiële regeling, worden de uit de toepassing van de vorengenoemde bepalingen voortvloeiende hoeveelheden vastgesteld vóór de vaststelling van de hoeveelheden voor de andere derde landen, zulks binnen het in lid 1 bepaalde kader.

Artikel 2

De uitvoeringsbepalingen van het in artikel 245 van de Toetredingsakte bedoelde contingentenstelsel worden, indien nodig, vastgesteld volgens de procedure van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 234/68 van de Raad van 27 februari 1968 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3768/85 (2).

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 1986.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 25 februari 1986. Voor de Raad De Voorzitter G. BRAKS

(1) PB nr. L 55 van 2. 3. 1968, blz. 1. (2) PB nr. L 362 van 31. 12. 1985, blz. 8.

BIJLAGE

/* Tabellen: zie PB */

Top