EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12012P049

Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
TITEL VI - RECHTSPLEGING
Artikel 49 - Legaliteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen

PB C 326 van 26.10.2012, p. 405–405 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/char_2012/art_49/oj

26.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 326/391


HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE

TITEL VI

RECHTSPLEGING

Artikel 49

Legaliteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel inzake delicten en straffen

1.   Niemand mag worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten dat geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte ten tijde van het handelen of nalaten. Evenmin mag een zwaardere straf worden opgelegd dan die, die ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was. Indien de wet na het begaan van het strafbare feit in een lichtere straf voorziet, is die van toepassing.

2.   Dit artikel staat niet de berechting en bestraffing in de weg van iemand die schuldig is aan een handelen of nalaten dat ten tijde van het handelen of nalaten een misdrijf was volgens de door de volkerengemeenschap erkende algemene beginselen.

3.   De zwaarte van de straf mag niet onevenredig zijn aan het strafbare feit.


Top