EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 01988L0409-19920701

Consolidated text: Richtlijn van de Raad van 15 juni 1988 houdende vaststelling van de gezondheidsvoorschriften voor vlees dat bestemd is voor de binnenlandse markt en van de niveaus van de overeenkomstig Richtlijn 85/73/EEG voor de keuring van dit vlees te heffen retributies (88/409/EEG)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1988/409/1992-07-01

Geconsolideerde TEKST: 31988L0409 — NL — 01.07.1992

1988L0409 — NL — 01.07.1992 — 001.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 15 juni 1988

houdende vaststelling van de gezondheidsvoorschriften voor vlees dat bestemd is voor de binnenlandse markt en van de niveaus van de overeenkomstig Richtlijn 85/73/EEG voor de keuring van dit vlees te heffen retributies

(88/409/EEG)

(PB L 194, 22.7.1988, p.28)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

►M1

Richtlijn van de Raad 91/498/EEG van 29 juli 1991

  L 268

105

24.9.1991




▼B

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 15 juni 1988

houdende vaststelling van de gezondheidsvoorschriften voor vlees dat bestemd is voor de binnenlandse markt en van de niveaus van de overeenkomstig Richtlijn 85/73/EEG voor de keuring van dit vlees te heffen retributies

(88/409/EEG)



DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ),

Overwegende dat in Richtlijn 64/433/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees ( 4 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3805/87 ( 5 ), is bepaald dat vers vlees dat bestemd is voor het intracommunautaire handelsverkeer, aan keuringen en sanitaire controles wordt onderworpen;

Overwegende dat het dienstig is dezelfde keuringen uit te voeren op vers vlees bestemd voor de interne markt van elke Lid-Staat om het vrije verkeer binnen de Gemeenschap te waarborgen, alsmede om voor de produkten die onder de gemeenschappelijke marktordening vallen, concurrentiedistorsies te voorkomen waarbij de consumenten tevens uniforme voorwaarden inzake de bescherming van de gezondheid wordt gewaarborgd;

Overwegende dat volgens artikel 2, lid 1, van Richtlijn 85/73/EEG van de Raad van 29 januari 1985 inzake de financiering van de keuringen en sanitaire controles van vers vlees en van vlees van pluimvee ( 6 ) de niveaus van de retributies voor vers vlees dat in niet uit hoofde van Richtlijn 64/433/EEG erkende slachthuizen is verkregen, in samenhang met de vaststelling van keuringsvoorschriften voor dit vlees worden vastgesteld;

Overwegende dat, gezien zowel de uitbreiding van de bij Richtlijn 64/433/EEG vastgestelde keuringsvoorschriften tot alle, voor plaatselijke consumptie geslachte dieren als de bepaling dat dit vlees moet worden onderworpen aan de controles als bedoeld in Richtlijn 85/358/EEG van de Raad van 16 juli 1985 tot aanvulling van Richtlijn 81/602/EEG betreffende het verbod van bepaalde stoffen met hormonale werking en van stoffen met thyreostatische werking ( 7 ) en gelet op Richtlijn 86/469/EEG van de Raad van 16 september 1986 inzake het onderzoek van dieren en vers vlees op de aanwezigheid van residuen ( 8 ), voor vlees bestemd voor plaatselijke consumptie dezelfde retributieniveaus dienen te worden vastgesteld als bedoeld in Richtlijn 88/408/EEG van de Raad van 15 juni 1988 betreffende de niveaus van de overeenkomstig Richtlijn 85/73/EEG te heffen retributies voor de keuringen en sanitaire controles van vers vlees ( 9 );

Overwegende evenwel dat in dit stadium het slachten voor de persoonlijke behoefte van de fokker niet op communautair niveau behoeft te worden geregeld;

Overwegende dat, wegens moeilijkheden die verband houden met de bijzondere geografische situatie van haar grondgebied, dient te worden voorzien in een aanvullende termijn van twee jaar om de Helleense Republiek in staat te stellen de voorschriften voor inspectie en het mechanisme toe te passen dat noodzakelijk is voor het heffen van de retributie voor de inspecties en controles,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:



Artikel 1

In deze richtlijn worden, onverminderd de uit hoofde van artikel 15 ter van Richtlijn 71/118/EEG van de Raad van 15 februari 1971 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee ( 10 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3805/87, vast te stellen bepalingen, de voorschriften voor de keuring vastgesteld alsmede het niveau van de retributie, van toepassing op vlees dat bestemd is voor de binnenlandse markt van de Lid-Staten.

Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de definities van artikel 2 van Richtlijn 64/433/EEG.

Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de nationale voorschriften betreffende het slachten van een dier voor de persoonlijke behoeften van de veehouder, voor zover deze voorschriften garanties omvatten om te controleren dat het van dat dier afkomstige vlees niet op de markt wordt gebracht.

▼M1

Artikel 2

De Lid-Staten treffen met ingang van 1 januari 1996 de noodzakelijke maatregelen om te waarborgen dat al het verse vlees dat op hun grondgebied wordt geproduceerd om daar in de handel te worden gebracht, in een erkende inrichting is verkregen overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 64/433/EEG.

▼B

Artikel 3

In Richtlijn 85/73/EEG wordt het volgende artikel ingevoegd:

„Artikel 2 bis

De Lid-Staten zien erop toe dat de kosten van de in de artikelen 6, 8 en 9 van Richtlijn 86/469/EEG bedoelde controles in mindering worden gebracht op de in artikel 1 bedoelde retributie.”

Artikel 4

Het bedrag van de retributies, bepaald overeenkomstig artikel 2 van Beschikking 88/408/EEG, is van toepassing op vers vlees dat is geproduceerd en gekeurd overeenkomstig artikel 2 van deze richtlijn, en op het vlees bedoeld in artikel 16 bis van Richtlijn 71/118/EEG.

Artikel 5

1.  Vóór 1 oktober 1989 beslist de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen over de voorwaarden voor uitbreiding van de overige eisen van Richtlijn 64/433/EEG tot de inrichtingen en slachthuizen die niet zijn erkend overeenkomstig die richtlijn, beziet hij daartoe opnieuw de beoordelingscriteria van met name artikel 3, lid 1, punt A, onder d), en artikel 5 van die richtlijn om bepaalde soorten vlees van het handelsverkeer uit te sluiten, en stelt hij de minimale hygiënische en keuringsvoorschriften vast die in acht moeten worden genomen door een slachthuis dat zijn produktie uitsluitend tot de lokale markt wil beperken.

2.  Voor dezelfde datum en volgens dezelfde procedure worden voor vlees dat thans uitsluitend voor de binnenlandse markt is bestemd, de volgende voorschriften vastgesteld:

 nieuwe voorschriften voor de keuring voor en na het slachten voor vlees van pluimvee;

 de bepalingen inzake de beroepskwalificatie van assistent-vleeskeurders, hun vereiste opleiding en de activiteiten die zij moeten uitoefenen.

Artikel 6

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1991 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

De Helleense Republiek beschikt evenwel over een extra termijn van twee jaar om aan deze richtlijn te voldoen.

Artikel 7

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.



( 1 ) PB nr. C 302 van 27. 11. 1986, blz. 4 en PB nr. C 298 van 7. 11. 1987, blz. 4.

( 2 ) PB nr. C 281 van 19. 10. 1987, blz. 202.

( 3 ) PB nr. C 83 van 30. 3. 1987, blz. 2.

( 4 ) PB nr. 121 van 29. 7. 1964, blz. 2012/64.

( 5 ) PB nr. L 357 van 19. 12. 1987, blz. 1.

( 6 ) PB nr. L 32 van 5. 2. 1985, blz. 14.

( 7 ) PB nr. L 191 van 23. 7. 1985, blz. 46.

( 8 ) PB nr. L 275 van 26. 9. 1986, blz. 36.

( 9 ) Zie bladzijde 24 van dit Publikatieblad.

( 10 ) PB nr. L 55 van 8. 3. 1971, blz. 23.

Top