EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 01983R2166-20011016

Consolidated text: Verordening (EEG) nr. 2166/83 van de Commissie van 29 juli 1983 tot invoering van een vergunningenstelsel voor bepaalde visserijactiviteiten in een gebied ten noorden van Schotland (Shetland)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1983/2166/2001-10-16

Geconsolideerde TEKST: 31983R2166 — NL — 16.10.2001

1983R2166 — NL — 16.10.2001 — 002.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING (EEG) Nr. 2166/83 VAN DE COMMISSIE

van 29 juli 1983

tot invoering van een vergunningenstelsel voor bepaalde visserijactiviteiten in een gebied ten noorden van Schotland (Shetland)

(PB L 206, 30.7.1983, p.71)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  No

page

date

►M1

Verordening (EG) nr. 2502/1999 van de Commissie van 26 november 1999

  L 304

14

27.11.1999

 M2

Verordening (EG) nr. 1964/2001 van de Commissie van 8 oktober 2001

  L 268

22

9.10.2001




▼B

VERORDENING (EEG) Nr. 2166/83 VAN DE COMMISSIE

van 29 juli 1983

tot invoering van een vergunningenstelsel voor bepaalde visserijactiviteiten in een gebied ten noorden van Schotland (Shetland)



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden ( 1 ), en met name op artikel 7,

Overwegende dat in een gebied ten noorden van Schotland visserijactiviteit van vaartuigen uit de Gemeenschap in het kader van een door de Commissie namens de Gemeenschap beheerd vergunningenstelsel moet worden uitgeoefend;

Overwegende dat nadere bepalingen voor de toepassing van dit stelsel moeten worden vastgesteld, waaronder zowel de procedures voor de mededeling van de kenmerken van de vaartuigen, waarmee in het betrokken gebied zal worden gevist, en de verplaatsingen van de vaartuigen binnen dat gebied, als de lijst van demersale soorten waarop mag worden gevist;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor de visbestanden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

1.  De Lid-Staten moeten jaarlijks vóór 1 december bij de Commissie een lijst indienen van de vaartuigen die hun vlag voeren of in hun havens zijn geregistreerd en die in aanmerking komen voor een vergunning om te vissen in het in bijlage II, sub A, van Verordening (EEG) nr. 170/83 genoemde gebied, hierna „het gebied” te noemen. De Commissie zendt een afschrift van deze lijst aan de bevoegde controle-instantie van het Verenigd Koninkrijk, met name het Department of Agriculture and Fisheries for Scotland, Chesser House, UK-Edinburgh, telexadres 727696 SODAFS. De lijst geldt voor het daaropvolgende kalenderjaar. De lijst voor 1983 moet onmiddellijk na de inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend en is geldig tot en met 31 december 1983.

2.  De in lid 1 bedoelde lijst kan op 1 april, 1 juli en 1 oktober worden herzien. Alle wijzigingen moeten aan de Commissie en aan de bevoegde controle-instantie van het Verenigd Koninkrijk worden medegedeeld.

3.  Op de lijst moeten voor elk vaartuig de volgende gegevens worden vermeld:

 naam van het vaartuig,

 op de buitenzijde van het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -nummers,

 lengte tussen de loodlijnen,

 roepnaam.

Artikel 2

1.  Volgens de procedure van artikel 3 kan voor vaartuigen een vergunning worden verstrekt om gedurende een tijdvak van één week, hierna „de geldigheidsperiode” te noemen, in het gebied te vissen.

2.  De geldigheidsperiode gaat in op zondag om 00.00 uur, Greenwich Mean Time (GMT), en loopt af op de daaropvolgende zaterdag om 24.00 uur (GMT).

3.  Overeenkomstig de in artikel 3 vervatte procedure mag door een vaartuig gedurende een aantal opeenvolgende geldigheidsperioden worden gevist.

Artikel 3

1.  De Lid-Staten delen de Commissie en ter informatie ook de bevoegde instantie van het Verenigd Koninkrijk wekelijks, uiterlijk op donderdag om 12.00 uur (GMT), per telex de lijst van vaartuigen mede waarvoor een vergunning wordt aangevraagd om in de volgende geldigheidsperiode in het gebied te vissen.

2.  Op elke lijst moeten de naam van elk vaartuig en de op de buitenzijde ervan aangebrachte identificatieletters en -nummers voorkomen. Alleen vaartuigen die op de in artikel 1 bedoelde lijst vermeld zijn komen voor een vergunning in aanmerking.

3.  De Commissie onderzoekt de in lid 1 bedoelde lijsten en deelt de definitieve lijst van vaartuigen uiterlijk de volgende vrijdag om 12.00 uur (GMT) per telex mede aan de bevoegde controle-instantie van het Verenigd Koninkrijk. Vaartuigen die op deze definitieve lijst voorkomen, worden geacht in het bezit te zijn van een vergunning op grond waarvan zij tijdens de volgende geldigheidsperiode mogen vissen.

4.  Indien de Commissie op donderdag om 12.00 uur (GMT) geen nieuwe lijst van vaartuigen heeft ontvangen, geldt de vorige definitieve lijst voor de volgende geldigheidsperiode.

5.  Een Lid-Staat kan tijdens de geldigheidsduur van een definitieve lijst de Commissie per telex, met een afschrift voor de bevoegde controle-instantie van het Verenigd Koninkrijk, verzoeken om een vaartuig op de lijst door een ander vaartuig op de in artikel 1 bedoelde lijst te vervangen, of kan, wanneer er op de definitieve lijst minder vaartuigen voorkomen dan het maximumaantal vaartuigen dat tegelijk mag vissen, verzoeken om binnen die maximumgrens één of meer vaartuigen aan de lijst toe te voegen.

6.  De Commissie brengt elke wijziging in de definitieve lijst zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen één werkdag na ontvangst van het verzoek, ter kennis van de betrokken Lid-Staat en de bevoegde controle-instantie van het Verenigd Koninkrijk. De Lid-Staat stelt de eigenaar of de kapitein van een vaartuig waarop een wijziging in de lijst betrekking heeft, onverwijld van die wijziging in kennis.

Voor vervangings- of voor bijkomende vaartuigen mag geen vergunning worden verstrekt, alvorens de betrokken Lid-Staat en de bevoegde controle-instantie door de Commissie dienovereenkomstig zijn ingelicht.

Artikel 4

1.  De eigenaar of de kapitein van elk vaartuig met een vergunning moet de Commissie van de Europese Gemeenschappen te B-Brussel, telexadres 24 189 FISEU-B, en de bevoegde controle-instantie van het Verenigd Koninkrijk onverwijld via één van de in bijlage I bij deze verordening genoemde radiostations telkenmale ervan in kennis stellen, wanneer zijn vaartuig

 het gebied binnenvaart en dit weer verlaat,

 een haven in het gebied binnenvaart en deze weer verlaat.

2.  Het in lid 1 bedoelde bericht moet de volgende gegevens bevatten:

 aard van de verplaatsing, als bedoeld in lid 1,

 datum, tijdstip en geografische positie van het vaartuig,

 naam van het vaartuig,

 op de buitenzijde van het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -nummers,

 naam van de kapitein.

▼M1

3.  De communautaire vissersvaartuigen die vissen in de zone waarin het satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen van toepassing is en die via dit systeem gegevens meedelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1489/97 van de Commissie ( 2 ), zijn vrijgesteld van de in lid 1 bedoelde procedure inzake de melding van hun verplaatsingen.

▼B

Artikel 5

De demersale soorten als bedoeld in bijlage II, sub B, van Verordening (EEG) nr. 170/83 zijn opgenomen in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.




BIJLAGE I

Lijst van radiostations die voor het doorgeven van de in artikel 4 bedoelde berichten moeten worden gebruikt



Naam

Roepletters

 

 

Humber

GKZ

 

Cullercoats

GCC

 

Wick

GKR

 

Portpatrick

GPK

 

Stonehaven

GND

 

Portishead

GKA

 

GKB

 

GKC

 

Boulogne

FFB

 

Brest

FFU

 

Saint-Nazaire

FFO

 

Bordeaux

FFC

 

Norddeich

DAF

DAK

DAH

DAL

DAI

DAM

DAJ

DAN

Oostende

OST

 




BIJLAGE II

Lijst van demersale soorten als bedoeld in bijlage II, sub B, van Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad



Wetenschappelijke naam

Gebruikelijke naam

Scophthalmus rhombus

Griet

Limanda limanda

Schar

Hippoglossus hippoglossus

Heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Zwarte heilbot

Microstomus kitt

Tongschar

Lepidorhombus whiffiagonis

Schartong

Pleuronectes platessa

Schol

Rhombus (= Psetta) maximus

Tarbot

Glyptocephalus cynoglossus

Witje

Gadus morhua

Kabeljauw

Melanogrammus aeglefinus

Schelvis

Merluccius merluccius

Heek

Molva molva

Leng

Pollachius pollachius

Witte koolvis (Pollak)

Pollachius virens

Zwarte koolvis

Brosme brosme

Lom

Merlangus merlangus

Wijting

Anarhichas spp.

Zeewolf

Conger conger

Zeepaling

Trigla spp.

Poon

Lophius spp.

Zeeduivel

Sebastes spp.

Roodbaars

Squalus acanthias

Doornhaai

Andere Squalidae, Scyliorhinidae spp.

Hondshaai

Raja spp.

Rog

Andere Pleuronectidae spp.

Platvis

Andere Gadidae spp. behalve Micromesistius poutassou en Trisopterus esmarkii

Rondvis, behalve blauwe wijting en kever

Sparidae spp.

Zeebrasem



( 1 ) PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 1.

( 2 ) PB L 202 van 30.7.1997, blz. 18.

Top