EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document E2011J0001

Arrest van het Hof van 15 december 2011 in zaak E-1/11 — Dr A (Vrij verkeer van personen — Richtlijn 2005/36/EG — Erkenning van beroepskwalificaties — Bescherming van volksgezondheid — Non-discriminatie — Evenredigheid)

PB C 307 van 11.10.2012, p. 22–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

11.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 307/22


ARREST VAN HET HOF

van 15 december 2011

in zaak E-1/11

Dr A

(Vrij verkeer van personen — Richtlijn 2005/36/EG — Erkenning van beroepskwalificaties — Bescherming van volksgezondheid — Non-discriminatie — Evenredigheid)

2012/C 307/08

In zaak E-1/11 Dr A — VERZOEK aan het Hof overeenkomstig artikel 34 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, ingediend door Statens helsepersonellnemnd (de Noorse Kamer van Beroep voor Gezondheidswerkers) over de uitlegging van Richtlijn 2005/36/EG en andere EER-wetgeving, heeft het Hof, samengesteld als volgt: Carl Baudenbacher, voorzitter, Per Christiansen en Páll Hreinsson (rechter-rapporteur), rechters, op 15 december 2011 een arrest gewezen waarvan het dictum als volgt luidt:

Richtlijn 2005/36/EG verzet zich in beginsel ertegen dat autoriteiten van EER-staten nationale bepalingen die voorzien in de mogelijkheid om de toestemming te weigeren om als arts te werken, toepassen op een migrerende aanvrager uit een andere EER-staat die voldoet aan de vereisten van de richtlijn voor de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties.

Een EER-staat kan de toestemming afhankelijk stellen van de voorwaarde dat de aanvrager over de talenkennis beschikt die vereist is voor de uitoefening van het beroep op zijn grondgebied.

Bovendien mag een EER-staat de toestemming om het beroep van arts uit te oefenen alleen opschorten of intrekken op grond van informatie over de persoonlijke geschiktheid van een migrerende arts inzake andere beroepsvereisten dan de talenkennis zoals in het onderhavige geval, wanneer dergelijke vereisten objectief gerechtvaardigd zijn en evenredig zijn aan de te bereiken doelstelling inzake de bescherming van de volksgezondheid en wanneer diezelfde informatie ook de opschorting of intrekking van de toestemming voor een nationale arts met zich zou meebrengen. Wanneer de bevoegde autoriteiten op het moment van de beoordeling over dergelijke gronden voor opschorting of intrekking beschikken, mag de toestemming worden geweigerd.


Top