EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/235/47

Zaak T-314/07: Beroep ingesteld op 22 augustus 2007 — Simsalagrimm Filmproduktion/Commissie en EACEA

PB C 235 van 6.10.2007, p. 25–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 235/25


Beroep ingesteld op 22 augustus 2007 — Simsalagrimm Filmproduktion/Commissie en EACEA

(Zaak T-314/07)

(2007/C 235/47)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Simsalagrimm Filmproduktion GmbH (München, Duitsland) (vertegenwoordigers: D. Reich en D. Sharma, advocaten)

Verwerende partijen: Commissie van de Europese Gemeenschappen en Exekutivagentur Bildung, Audiovisuelles und Kultur (EACEA)

Conclusies

nietig te verklaren debetnota nr. 3240905584 van 20 juni 2007;

verweersters te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster en de Commissie hebben in 1998 een overeenkomst gesloten over de productie van een computergeanimeerde tekenfilmserie in het kader van het programma Media II — Ontwikkeling en distributie (1). Bij brief van 20 juni 2007 heeft EACEA van verzoekster het volledige bedrag teruggevorderd dat in het kader van deze overeenkomst was betaald. Verzoeksters beroep is tegen die beschikking gericht.

Verzoekster betoogt in de eerste plaats dat EACEA formeel niet bevoegd was om de bestreden beschikking te geven, aangezien deze bevoegdheid nog steeds aan de Commissie toekomt.

Daarenboven betoogt verzoekster dat de bestreden beschikking onrechtmatig is wegens schending van de verplichting tot motivering van overheidshandelingen in de zin van artikel 256 EG.

Voorts zijn verzoeksters rechten van de verdediging geschonden, aangezien haar verzoek om toegang tot documenten is afgewezen, waardoor het voor haar onmogelijk was vast te stellen op welk feitelijke bestanddeel de vordering tot terugbetaling was gebaseerd.

Verzoekster klaagt eveneens dat de productieovereenkomst niet geldig is opgezegd en dat evenmin is voldaan aan de voorwaarden voor opzegging ervan. In dit verband betoogt zij onder meer, dat zowel de opzegging van deze overeenkomst als de terugvordering van de betaalde productiesteun schending van het vertrouwenbeginsel oplevert.


(1)  Besluit 95/563/EG van de Raad van 10 juli 1995 betreffende een programma ter bevordering van de ontwikkeling en de distributie van Europese audiovisuele werken (Media II — Ontwikkeling en distributie) (1996-2000) (PB L 321, blz. 25).


Top