EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/165/22

Zaak C-188/06 P: Hogere voorziening ingesteld op 12 april 2006 door Schneider Electric SA tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 31 januari 2006 in zaak T-48/03, Schneider Electric SA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

PB C 165 van 15.7.2006, p. 13–13 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

15.7.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 165/13


Hogere voorziening ingesteld op 12 april 2006 door Schneider Electric SA tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 31 januari 2006 in zaak T-48/03, Schneider Electric SA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak C-188/06 P)

(2006/C 165/22)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirante: Schneider Electric SA (vertegenwoordigers: A. Winckler, I. Girgenson, M. Pittie, avocats)

Andere partij in de procedure: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van rekwirante

krachtens artikel 225, lid 1, EG en artikel 61 van het Statuut-EG van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te vernietigen de beschikking die het Gerecht van 31 januari 2006 in zaak T-48/03, Schneider Electric SA /Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft gegeven;

de zaak naar het Gerecht terug te wijzen voor afdoening ten gronde;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Volgens rekwirante geeft de beschikking blijk van een onjuiste opvatting van de feiten en van onjuiste rechtsopvattingen.

Ten eerste en anders dan het Gerecht verklaart, is de overdracht van Legrand aan het consortium Wendel/KKR niet „spontaan” tot stand gekomen en „onherroepelijk” geworden voordat de beschikking van 4 december 2002 (1) werd vastgesteld. In elk geval heeft Schneider door de omstandigheid dat de concentratie niet doorgaat, haar belang om tegen de beschikking op te komen niet verloren.

Ten tweede is de beschikking van 4 december 2002, met name gelet op de instructies van het Gerecht aan de Commissie, in feite een verbodsbeschikking. In zijn arrest van 22 oktober 2002, Schneider/Commissie, heeft het Gerecht namelijk duidelijk aangegeven dat de Commissie de controleprocedure in de fase van de mededeling van de punten van bezwaar moest hervatten.

Ten derde is de beschikking van 4 december 2002, in de veronderstelling dat zij inderdaad een beschikking tot inleiding van fase II is, vatbaar voor beroep tot nietigverklaring. Voorzover een krachtens artikel 6, lid 1, sub c, van verordening nr. 4064/89 (2) vastgestelde beschikking bezwarend is, kan hiertegen namelijk een beroep tot nietigverklaring worden ingesteld. In de zeer bijzondere omstandigheden van het geval was de beschikking van 4 december 2002 hoe dan ook vatbaar voor beroep. Elke andere uitlegging zou neerkomen op rechtsweigering.

Ten slotte is ook de beschikking tot sluiting van de procedure vatbaar voor beroep tot nietigverklaring, net als elke beschikking waarbij de Commissie de rechtspositie van de betrokken partij aanmerkelijk wijzigt.


(1)  Beschikking van de Commissie van 4 december 2002 houdende inleiding van de fase van grondig onderzoek van de concentratie tussen Schneider en Legrand (zaak COMP/M. 2283-Schneider/Legrand II).

(2)  Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 395, blz. 1).


Top