This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/031/53
Case T-457/04: Action brought on 9 November 2004 by Camar S.r.l. against the Commission of the European Communities
Zaak T-457/04: Beroep, op 22 november 2004 ingesteld door CAMAR Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-457/04: Beroep, op 22 november 2004 ingesteld door CAMAR Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
PB C 31 van 5.2.2005, p. 28–28
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
5.2.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 31/28 |
Beroep, op 22 november 2004 ingesteld door CAMAR Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
(Zaak T-457/04)
(2005/C 31/53)
Procestaal: Italiaans
Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 22 november 2004 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door CAMAR Srl, vertegenwoordigd door W Viscardini, S. Donà en M. Paolin, advocaten.
Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:
— |
nietig te verklaren de beschikking van de Commissie, meegedeeld door de directeur-generaal Landbouw bij brief van 10 september 2004 (ref. D(2004) 29695 A/25707), ontvangen op 20 september 2004, houdende weigering om uitvoering te geven aan punt 1 van het dictum van het arrest van 8 juni 2004 in de gevoegde zaken T-79/96, T-260/97 en T-117/98; |
— |
de Commissie te gelasten, aan punt 1 van het dictum van voormeld arrest uitvoering te geven door vergoeding van de tegenwaarde in geld van de certificaten die zij uit hoofde van voormeld arrest had moeten afgeven maar niet heeft afgegeven, zijnde 5 065 600 €; dan wel een ander, door het Gerecht te bepalen bedrag, vermeerderd met de inflatiecorrectie en interessen tegen het door het Gerecht vast te stellen tarief, te rekenen vanaf 8 juni 2000 tot betaling van het saldo; |
— |
de Commissie te veroordelen tot vergoeding van de morele schade die verzoekster in de personen van haar vennoten heeft geleden doordat aan het arrest van 8 juni 2000 geen uitvoering is gegeven; |
— |
de Commissie te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Het stilzitten van de Commissie – deze heeft niet alleen geen concrete maatregelen getroffen, maar Camar zelfs geen maatregel ter uitvoering van het arrest betreffende zaak T-79/96 voorgesteld, en dit sinds 8 juni 2000 – en de uitdrukkelijke weigering, meegedeeld per brief van 10 september 2004, aan dit arrest gevolg te geven, vormt een ernstige inbreuk op artikel 233 EG.
Aangezien afgifte van de certificaten die de Commissie verzoekster ter uitvoering van het arrest had moeten verstrekken niet meer mogelijk is – de invoer van bananen uit derde landen zal niet meer aan tariefcontingenten onderworpen zijn, maar volledig zijn geliberaliseerd – vordert Camar tenuitvoerlegging in de vorm van vergoeding van de tegenwaarde in geld. Volgens vaste rechtspraak is zulks toelaatbaar wanneer aan een arrest geen concreet gevolg meer kan worden gegeven.
Verzoekster vordert voorts een billijke vergoeding van de morele schade die zij door de niet-uitvoering van het arrest van 8 juni 2000 heeft geleden. Volgens vaste rechtspraak is niet-uitvoering op zich reeds grond voor schadevergoeding omdat zij het vertrouwensbeginsel schendt. In casu wordt die schending van het vertrouwensbeginsel overigens verzwaard door de omstandigheid dat de Commissie bij Camar in een brief van 20 mei 2003 het vertrouwen had gewekt dat zij uitvoering zou geven aan het arrest. De Commissie heeft deze brief ingetrokken.