EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/106/66

Zaak C-133/04: Beroep, op 12 maart 2004 ingesteld door Koninkrijk Spanje tegen Raad van de Europese Unie

PB C 106 van 30.4.2004, p. 38–39 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

30.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 106/38


Beroep, op 12 maart 2004 ingesteld door Koninkrijk Spanje tegen Raad van de Europese Unie

(Zaak C-133/04)

(2004/C 106/66)

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 12 maart 2004 beroep ingesteld tegen Raad van de Europese Unie door Koninkrijk Spanje, vertegenwoordigd door E. Braquehais Conesa, Abogado del Estado, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoeker concludeert dat het den Hove behage:

1.

verordening (EG) nr. 2287/2003 (1) van de Raad van 19 december 2003 tot vaststelling, voor 2004, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, nietig te verklaren, voorzover aan Spanje geen quota worden toegewezen in overeenstemming met de vangstmogelijkheden in de wateren van de Noordzee die vóór de toetreding van Spanje werden verdeeld;

2.

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1.

Schending van het discriminatieverbod:

Artikel 166 van de Toetredingsakte van Spanje voorzag, wat de toegang van de Spaanse vloot tot de wateren en de visbestanden betreft, in een overgangsperiode die is verstreken na afloop van de in artikel 8, lid 3, van verordening (EEG) nr. 170/83 bedoelde periode, te weten op 31 december 2002. Krachtens de bestreden verordening blijven de beperkingen inzake de toegang van de Spaanse vaartuigen tot de wateren van de Noordzee en de Baltische Zee in de praktijk echter gehandhaafd, aangezien hun in deze wateren bijna geen quota worden toegewezen. Aldus wordt geen rekening gehouden met het feit dat de overgangsperiode is verstreken en worden de Spaanse vissers gediscrimineerd ten opzichte van de overige lidstaten.

2.

Schending van de Toetredingsakte van Spanje:

Door de bestreden verordening en voorzover aan de Spaanse vaartuigen in de wateren van de Noordzee en de Baltische Zee niet bepaalde quota worden toegewezen, worden de in de Toetredingsakte opgelegde beperkingen verlengd tot na de in artikel 166 van deze Akte vastgestelde einddatum, te weten 31 december 2002.

3.

Schending van het beginsel van relatieve stabiliteit:

De bestreden beschikking heeft de factoren die een beslissende invloed hebben bij de vaststelling van het vangstpercentage, ingrijpend gewijzigd, aangezien de Spaanse vaartuigen met betrekking tot het beginsel van relatieve stabiliteit niet op dezelfde wijze worden behandeld als de vaartuigen van die uit overige lidstaten.


(1)  PB L 344, blz. 1.


Top