This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 92003E001430
WRITTEN QUESTION E-1430/03 by Laura González Álvarez (GUE/NGL) to the Commission. Environmental threats in Algeciras Bay.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1430/03 van Laura González Álvarez (GUE/NGL) aan de Commissie. Milieubedreigingen van de baai van Algeciras.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1430/03 van Laura González Álvarez (GUE/NGL) aan de Commissie. Milieubedreigingen van de baai van Algeciras.
PB C 33E van 6.2.2004, pp. 118–119
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
|
6.2.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CE 33/118 |
(2004/C 33 E/118)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1430/03
van Laura González Álvarez (GUE/NGL) aan de Commissie
(24 april 2003)
Betreft: Milieubedreigingen van de baai van Algeciras
Op 20 januari jongstleden heeft Greenpeace in de baai van Algeciras een protestactie gehouden tegen de enkelwandige olietanker „Vemamagna”. Deze werd gebouwd in 1978 en vertoont veel overeenkomsten met de Prestige. De tanker, die eigendom is van het bedrijf Vemaoil, vaart onder goedkope vlag en zorgt voor ernstige milieuvervuiling (het is een drijvend tankstation). Bovendien vormt de aanwezigheid van de tanker in de baai op zich al een risico.
Op 17 maart jongstleden verloor de tanker zijn anker en raakte met 70 000 ton olie aan boord op drift, waardoor er opnieuw een ramp als met de Prestige dreigde te gebeuren.
Op 6 december 2002 heeft de Vervoersraad besloten aanvullende maatregelen te nemen teneinde de veiligheid op zee te verbeteren. Bovendien werd besloten deze maatregelen met onmiddellijke ingang uit te voeren, waarmee de lijn werd gevolgd die de Commissie en het Europees Parlement hadden voorgesteld bij de goedkeuring van de maatregelenpakketten Erika I en II.
Wat denkt de Commissie te ondernemen om ervoor te zorgen dat de huidige maatregelen binnen de EU voor de veiligheid op zee met betrekking tot deze olietanker volledig en met onmiddellijke ingang worden uitgevoerd?
Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie
(16 juni 2003)
Wat de door de Commissie genomen initiatieven ter verbetering van de veiligheid van de scheepvaart en van de milieubescherming sedert het ongeluk met de Prestige betreft, wordt het geachte parlementslid verzocht de mededeling van 3 december 2002 te raadplegen, alsmede de verschillende tussentijdse verslagen die bij de communautaire instellingen zijn ingediend: verslag van 5 maart 2003 aan de Europese Raad (1) over de maatregelen die moeten worden getroffen in verband met de gevolgen van de ramp met de Prestige en het werkdocument van de Commissie bevattende het verslag over de schipbreuk van de olietanker Prestige dat op 19 maart 2003 is gepresenteerd in de hoorzitting van de Commissie Regionaal beleid, vervoer en toerisme van het Parlement.
Onder de maatregelen die in het bijzonder betrekking hebben op enkelwandige olietankers zoals de „Vemamagna”, wijst de Commissie met name op het voorstel voor een verordening (2) waarbij het vervoer van zware stookolie door enkelwandige olietankschepen, met bestemming of vertrek uit de havens van de Unie, wordt verboden en de vervanging van enkelwandige schepen door dubbelwandige wordt versneld. Over dit voorstel, dat op 20 december 2002 bij de medewetgevers is ingediend, is sedertdien binnen de Raad consensus bereikt en is een gunstig ontwerp-advies goedgekeurd door de Commissie Regionaal beleid, vervoer en toerisme van het Parlement, hetgeen laat vermoeden dat het door het Parlement in zijn volgende plenaire vergadering van juni 2003 in eerste lezing zal worden goedgekeurd.
Voorts heeft de Commissie op 13 maart 2001 een voorstel ingediend met betrekking tot milieubescherming door het strafrecht (3) en heeft zij ten slotte op 5 maart 2003 bij het Parlement en de Raad een voorstel ingediend voor een richtlijn (4) inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties, inclusief strafrechtelijke sancties, voor milieumisdrijven. Dit voorstel betreft illegale lozingen en grote verontreinigingen door koolwaterstoffen. Het bestrijkt tevens de gehele aansprakelijkheidsketen. Dientengevolge zullen de daders van dergelijke verontreinigingen zich niet meer kunnen onttrekken aan hun aansprakelijkheid terzake.
(1) COM(2003)105 def.
(2) COM(2002) 780 def.
(3) COM(2001)139 def. van 13 maart 2001, PB C 180 van 26.6.2001, zoals gewijzigd bij COM(2002) 544 def. van 30 september 2002, PB C 20 E van 28.1.2003.
(4) COM(2003)92 def.