This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 92002E000661
WRITTEN QUESTION E-0661/02 by Vitaliano Gemelli (PPE-DE) to the Commission. Administrative cases brought by officials and other staff of the European Commission.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0661/02 van Vitaliano Gemelli (PPE-DE) aan de Commissie. Administratieve beroepsmogelijkheden voor ambtenaren en andere werknemers van de Europese Commissie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0661/02 van Vitaliano Gemelli (PPE-DE) aan de Commissie. Administratieve beroepsmogelijkheden voor ambtenaren en andere werknemers van de Europese Commissie.
PB C 229E van 26.9.2002, pp. 117–118
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0661/02 van Vitaliano Gemelli (PPE-DE) aan de Commissie. Administratieve beroepsmogelijkheden voor ambtenaren en andere werknemers van de Europese Commissie.
Publicatieblad Nr. 229 E van 26/09/2002 blz. 0117 - 0118
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0661/02 van Vitaliano Gemelli (PPE-DE) aan de Commissie (11 maart 2002) Betreft: Administratieve beroepsmogelijkheden voor ambtenaren en andere werknemers van de Europese Commissie In het Witboek over de administratieve hervorming zegt de Commissie dat zij haar personeelsbeleid efficiënter wil maken door een duidelijker formulering van de taken en een grotere managementverantwoordelijkheid van haar ambtenaren, aan wie onder bepaalde omstandigheden geldelijke premies zouden moeten kunnen worden toegekend. In het licht van het bovenstaande luidt de vraag (gemeten over de afgelopen vijf jaar): - hoe vaak en waarover ambtenaren en andere werknemers beroep hebben aangetekend bij de rechtbank van eerste instantie en bij het Hof van Justitie over toepassing van statutaire bepalingen, afgezien van de gevallen waarin men zich tot de ombudsman heeft gewend; - hoeveel van deze beroepen zijn (gedeeltelijk) ontvankelijk verklaard door de rechtbank van eerste instantie en door het Hof van Justitie en op welke gronden (kort samengevat); - welke maatregelen zijn genomen om door de rechtbank van eerste instantie geconstateerde tekortkomingen te verhelpen? Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie (24 mei 2002) Bij de beoordeling, als hieronder beschreven, van het aantal beroepen door ambtenaren en andere personeelsleden dat door de gerechtelijke instanties van de Gemeenschap ontvankelijk is verklaard, is geen rekening gehouden met de verzoeken om goedkeuring van tijdelijke maatregelen, die een zuiver tijdelijk effect hebben en niet vooruitlopen op het oordeel van het Hof over de grond van de zaak. Ieder beroep dat niet volledig is afgewezen, is beschouwd als geslaagd beroep, ook al betroffen de bevindingen ten aanzien van de gedaagde slechts een punt van ondergeschikt belang. Als de Commissie deze zeer ruime interpretatie hanteert, komt het totale aandeel van bij het Gerecht van eerste aanleg aanhangig gemaakte zaken dat succesvol kan worden geacht, op 34,5 % voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 30 juni 2001 (vijf en een half jaar), al variëren deze cijfers enigszins per instelling (bij de zaken tegen de Commissie betreft het 30,5 %). Gedurende dezelfde periode werd 13,2 % van de door ambtenaren of andere personeelsleden tegen vonnissen van het Gerecht van eerste aanleg aangetekende beroepen door het Hof van Justitie als gegrond beschouwd. Bovenbedoelde zaken hadden betrekking op zeer verschillende aangelegenheden, variërend van bevordering en inschaling tot de toekenning van een inrichtingsvergoeding en ziekteverlof. Om besluiten van de Administratie te herroepen, baseerden de gerechtelijke instanties van de Gemeenschap hun oordeel op een andere beoordeling van de feiten of op een afwijkende interpretatie van de relevante bepalingen, maar niet op algemene bevindingen inzake het beheer van de Administratie. Het is niet mogelijk om aan het aandeel succesvolle beroepen algemene conclusies te verbinden over eventuele administratieve tekortkomingen van de betrokken instellingen aangezien het Hof en het Gerecht te maken krijgen met afzonderlijke beroepen in specifieke zaken die vanzelfsprekend hun eigen kenmerken en karakter hebben. In dit verband moet worden benadrukt dat de totstandbrenging van eenvoudiger en transparanter regels en procedures een van de belangrijkste doelstellingen van de hervorming is. Zo zal het rangenstelsel, een voortdurende bron van conflicten tussen ambtenaren en hun instellingen, radicaal worden vereenvoudigd. Onder het nieuwe statuut wordt iedere nieuwe ambtenaar bij zijn aanstelling ingeschaald in de rang die is gepubliceerd in de betrokken aankondiging van een vergelijkend onderzoek. Met beroepservaring wordt uitsluitend rekening gehouden tot maximaal 24 maanden (wat overeenkomt met een salaristrap). Hierbij zij ook vermeld dat de Commissie haar bemiddelingsdienst heeft versterkt om geschillen die binnen de arbeidsverhoudingen kunnen ontstaan, op informele wijze op te lossen. In de toekomst kan deze dienst mondeling, en in uitzonderlijke gevallen schriftelijk, aanbevelingen doen voor de minnelijke schikking van conflicten, met name bij klachtenprocedures overeenkomstig artikel 90, lid 2, van het statuut. Door deze aanpak kan, zonder afbreuk te doen aan legitieme rechten, het aantal rechtszaken naar alle waarschijnlijk worden verminderd. Met betrekking tot de vraag van het geachte parlementslid welke maatregelen zijn genomen om door het Gerecht van eerste aanleg geconstateerde tekortkomingen te verhelpen, zal de Commissie alle informatie die nodig is om deze vraag te beantwoorden, verzamelen en zo spoedig mogelijk mededelen.