EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92001E001859

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1859/01 van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Commissie. Rundvleespremies (België).

PB C 40E van 14.2.2002, p. 126–126 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92001E1859

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1859/01 van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Commissie. Rundvleespremies (België).

Publicatieblad Nr. 040 E van 14/02/2002 blz. 0126 - 0126


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1859/01

van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Commissie

(27 juni 2001)

Betreft: Rundvleespremies (België)

In het kader van de herziening van de gemeenschappelijke marktordening voor rundvlees heeft de Commissie zich in verband met de toekenning van de speciale premie uitgesproken voor een strengere toepassing van de grenswaarde van 90 GVE per bedrijf en leeftijdsklasse, om onder meer de stimulans voor de producent te verminderen en de rundvleesmarkt te stabiliseren. Het aantal dieren waarvoor de speciale premie kan worden verleend, wordt aan de hand van de bezettingsdichtheid in grootvee-eenheden per hectare vastgesteld.

Kan de Commissie mededelen:

- of zij voortaan voor alle vormen van rechtstreekse steun grenswaarden van 90 GVE wil invoeren,

- hoeveel bedrijven in België momenteel boven deze grens liggen,

- hoeveel bedrijven in België momenteel onder deze grens liggen,

- welke gevolgen/besparingen deze maatregel voor de totale begroting van de rundvleessector in absolute cijfers, respectievelijk procentueel gezien zou hebben,

- of zij erover nadenkt een dergelijke bovengrens eveneens bij de toekenning van premies voor de schapenvleessector en ook voor andere vergelijkbare vleessectoren in te voeren?

Gecombineerd Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie op de schritftelijke vragen E-1855/01, E-1856/01, E-1857/01, E-1858/01, E-1859/01, E-1860/01, E-1861/01, E-1862/01, E-1863/01, E-1864/01, E-1865/01, E-1866/01, E-1867/01, E-1868/01 en E-1869/01

(3 september 2001)

In het kader van het compromis van het voorzitterschap dat de Raad Landbouw op 19 juni 2001 in Luxemburg heeft goedgekeurd, is op bepaalde voorwaarden de mogelijkheid voor de lidstaten gehandhaafd om het voor de toekenning van de speciale premie voor mannelijke runderen geldende maximumaantal van 90 dieren per bedrijf en per leeftijdstranche te wijzigen of niet toe te passen (het gaat dus niet om 90 grootvee-eenheden (GVE), zoals in de vraag van het geachte parlementslid is vermeld).

Vanaf 1 januari 2002 zullen de lidstaten dit maximumaantal dus kunnen wijzigen of afschaffen op basis van objectieve criteria die deel uitmaken van een beleid inzake plattelandsontwikkeling, doch uitsluitend op voorwaarde dat rekening wordt gehouden met de milieu- en de werkgelegenheidsaspecten.

Met betrekking tot de veebezetting op de bedrijven, uitgedrukt in GVE per hectare, brengt de Commissie in herinnering dat in het kader van het genoemde compromis is besloten tot verlaging van het veebezettingsgetal, dat grenzen stelt aan het aantal dieren waarvoor de speciale premie of de zoogkoeienpremie kan worden toegekend. Dit veebezettingsgetal bedraagt momenteel 2 GVE per hectare per kalenderjaar en zal in twee fasen worden verlaagd, en wel tot 1,9 GVE per 1 januari 2002, en vervolgens tot 1,8 GVE per 1 januari 2003.

Het geachte parlementslid verzoekt om statistische gegevens over de aantallen bedrijven die momenteel in de onderscheiden lidstaten onder, respectievelijk boven deze grens van 90 dieren liggen. In de eerste plaats moet worden opgemerkt dat in de vraag verkeerdelijk sprake is van de grenswaarde van 90 GVE, wellicht door verwarring met de veebezetting, die wordt uitgedrukt in GVE per hectare. De bedoelde maximumwaarde voor de toekenning van de speciale premie wordt echter niet in GVE maar in aantal dieren uitgedrukt en staat los van de veebezetting. In de tweede plaats zijn de in het bezit van de Commissie zijnde gegevens over het aantal betaalde premies of de veestapel per bedrijf niet voldoende om de gevraagde statistische informatie te kunnen berekenen.

Gememoreerd wordt dat de mogelijkheid om het maximumaantal van 90 dieren te wijzigen of niet toe te passen is ingevoerd voor het jaar 2000. De Commissie heeft nog geen gegevens over de structurele veranderingen die zich eventueel als gevolg van de toepassing van de betrokken bepaling hebben voorgedaan.

Met de regeling zoals deze door de Commissie was voorgesteld, werd beoogd niet langer een onbeperkt aantal mannelijke dieren op grote bedrijven voor de speciale premie in aanmerking te laten komen en zo een herverdeling van de voor de premie beschikbare middelen ten gunste van de kleine en de middelgrote bedrijven mogelijk te maken. Daarom is in het financiële memorandum bij het betrokken voorstel geen melding gemaakt van een besparing in dit verband.

Het is niet de bedoeling om ook voor andere maximumbedragen dan de speciale premie voor mannelijke runderen een dergelijk maximumaantal in te voeren.

Top