This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 92001E001729
WRITTEN QUESTION E-1729/01 by Andrew Duff (ELDR) to the Commission. Cyprus.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1729/01 van Andrew Duff (ELDR) aan de Commissie. Cyprus.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1729/01 van Andrew Duff (ELDR) aan de Commissie. Cyprus.
PB C 40E van 14.2.2002, p. 90–91
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1729/01 van Andrew Duff (ELDR) aan de Commissie. Cyprus.
Publicatieblad Nr. 040 E van 14/02/2002 blz. 0090 - 0091
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1729/01 van Andrew Duff (ELDR) aan de Commissie (14 juni 2001) Betreft: Cyprus Hoe denkt de Commissie bij het opstellen van het verslag van dit jaar over de stand van de toetredingsonderhandelingen met de Republiek Cyprus volledig rekening te houden met de opvattingen van de Turks-Cyprioten? Gecombineerd Antwoord van de heer Verheugen namens de Commissie op de schritftelijke vragen E-1728/01 en E-1729/01 (25 juli 2001) De Commissie wil de aandacht van het geachte parlementslid graag vestigen op de inleiding tot haar Advies inzake het verzoek om toetreding van de Republiek Cyprus tot de Gemeenschap(1), waar in de pagina's 3 tot en met 5 (de leden 6 tot en met 12) uitvoerig melding wordt gemaakt van de kwesties in verband met de rechtsgeldigheid van het verzoek om toetreding. De Commissie is voornemens bij het opstellen van haar Periodiek Verslag voor 2001 dezelfde benadering te volgen als in voorgaande jaren ten aanzien van het noorden van Cyprus en wil het geachte parlementslid wijzen op bladzijde 20 (lid 1.3) van het Verslag voor 2000(2). (1) COM(93) 313 def. (2) COM(2000) 702 def.