This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 92001E000375
WRITTEN QUESTION E-0375/01 by Luciano Caveri (ELDR) to the Commission. Return of canis lupus to Alpine areas.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0375/01 van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie. Terugkeer van de Canis lupus in de Alpen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0375/01 van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie. Terugkeer van de Canis lupus in de Alpen.
PB C 261E van 18.9.2001, p. 98–99
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0375/01 van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie. Terugkeer van de Canis lupus in de Alpen.
Publicatieblad Nr. 261 E van 18/09/2001 blz. 0098 - 0099
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0375/01 van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie (15 februari 2001) Betreft: Terugkeer van de Canis lupus in de Alpen De terugkeer van de wolf (canis lupus) uit de Italiaanse Apennijnen naar de Alpen roept bij de nationale autoriteiten en rechterlijke instanties in de verschillende betrokken landen uiteenlopende reacties op: vaak moeten er allerlei trucs worden verzonnen om de strakke communautaire voorschriften, op grond waarvan de wolf een diersoort is waarop niet mag worden gejaagd, te omzeilen. Hoe oordeelt de Commissie over dit verschijnsel? Acht zij het niet wenselijk gemeenschappelijke maatregelen overeen te komen en de bestaande voorschriften eventueel aan te passen? Antwoord van Mevr. Wallström namens de Commissie (3 april 2001) Met uitzondering van enkele populaties in Spanje en Griekenland is de wolf (Canis lupus) opgenomen in Bijlage IV van de habitatrichtlijn(1) als een soort van communautair belang die strikt moet worden beschermd. Volgens artikel 12 van genoemde richtlijn houdt bescherming onder meer in dat de lidstaten verplicht zijn om in hun natuurlijk verspreidingsgebied een verbod in te stellen op alle vormen van opzettelijk vangen of doden van in het wild levende specimens, en op het opzettelijk storen, vooral tijdens de periode van voortplanting, de afhankelijkheid van de jongen, overwintering en trek. Volgens artikel 16 van de habitatrichtlijn mogen de lidstaten afwijken van het bepaalde in artikel 12, wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat en op voorwaarde dat de afwijking geen afbreuk doet aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan. Geldige redenen voor zo'n afwijking kunnen onder meer zijn voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden en wateren en andere vormen van eigendom, het belang van de volksgezondheid en de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard. Tenslotte heeft de Commissie reeds een aantal jaren met geld van Life-natuur projecten gefinancierd die gericht waren op beoordeling van de ontwikkeling van de situatie van de wolf in Europa, met name in het Alpengebied, en op instandhouding van die soort. De projecten omvatten bestudering en toepassing van een aantal methoden om boeren schadeloos te stellen voor eventuele door wolven veroorzaakte schade en methoden om die schade te verminderen. Eén conclusie van deze projecten luidt dat de huidige wolvenpopulatie in het Alpengebied niet zo groot is dat er op regionaal vlak problemen zouden kunnen ontstaan, en dat er alleen plaatselijk schade ontstaat. De Commissie gelooft daarom niet dat gemeenschappelijke maatregelen of aanpassing van bestaande communautaire wetgeving, met name met betrekking tot de habitatrichtlijn plus bijlagen, hier wenselijk zou zijn. (1) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. PB L 206 van 22.7.1992.