This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 91999E000242
WRITTEN QUESTION No. 242/99 by Ulf HOLM Consumers misled by the CE mark
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 242/99 van Ulf HOLM CE-merk misleidt consumenten
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 242/99 van Ulf HOLM CE-merk misleidt consumenten
PB C 341 van 29.11.1999, p. 70
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 242/99 van Ulf HOLM CE-merk misleidt consumenten
Publicatieblad Nr. C 341 van 29/11/1999 blz. 0070
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0242/99 van Ulf Holm (V) aan de Commissie (12 februari 1999) Betreft: CE-merk misleidt consumenten Het CE-merk wordt onder meer aangebracht op speelgoed, helmen en electronische apparaten en dit houdt in dat de producent daarmee verklaart dat het product voldoet aan de gemeenschappelijke veiligheidseisen in de EU. De controle of het product aan de veiligheidseisen voldoet vindt echter niet in de fabrieken plaats, maar door inspecteurs in zaken waar de producten verkocht worden. Deskundigen van de Zweedse conumentenorganisatie schatten dat ongeveer 30 % van de van het CE-merk voorziene speelgoederen die worden verkocht niet juist is gemerkt. Er wordt dus op grote schaal geknoeid, hetgeen ertoe leidt dat de consumenten een vals gevoel van veiligheid wordt gegeven. Welke maatregelen denkt de Commissie te nemen om ervoor te zorgen dat het systeem van de CE-merken de consumenten werkelijk veiligheid verschaft? Antwoord van de heer Bangemann namens de Commissie (25 maart 1999) De producten die binnen het toepassingsgebied vallen van de richtlijnen inzake technische harmonisatie, welke op basis van de nieuwe aanpak en de globale aanpak uitgewerkt zijn (Resolutie van de Raad van 7 mei 1985 betreffende een nieuwe aanpak op het gebied van de technische harmonisatie en normalisatie(1)), zoals speelgoed en elektrische huishoudelijke apparaten, mogen pas dan in de handel gebracht worden wanneer zij aan de essentiële voorwaarden, van de betrokken richtlijnen, met name die op het gebied van de veiligheid, voldoen. De beoordeling van de "nieuwe-aanpak"-producten valt onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant dan wel de importeur overeenkomstig de in de richtlijnen vastgestelde procedures die bijstand van aangemelde instanties kunnen omvatten (derde onafhankelijke partij). Het CE-merk is een bevestiging van het feit dat deze procedure is doorlopen. De Commissie is van mening dat de problemen inzake het niet voldoen aan de voorschriften en het ten onrechte aanbrengen van het CE-merk zouden kunnen worden verholpen door met name een verbetering van de informatieverstrekking aan fabrikanten en importeurs wat betreft hun verplichtingen en door een verbeterd toezicht op de markt. Het toezicht op de markt kan op verschillende manieren en op verschillende plaatsen verwezenlijkt worden. Het is niet alleen beperkt tot de eindverkoop. Artikel 12 van Richtlijn 88/378/EEG van de Raad van 3 mei 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de veiligheid van speelgoed(2) regelt de toegang van de controlerende instantie tot de productie- of opslagplaats. De bepalingen van de richtlijnen en een toelichting op de verplichtingen inzake het toezicht op de markt zijn opgenomen in een gids over de nieuwe aanpak die binnenkort zal worden gepubliceerd. Het toezicht op de markt valt onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten die de nodige bevoegdheden moeten hebben om de naleving van de communautaire wetgeving te garanderen, met name ten aanzien van de veiligheid van de consumenten door controles op de productieplaats of bij de verkooppunten. De Commissie bereidt verder initiatieven voor om het toezicht op de markt te verbeteren overeenkomstig het actieplan voor de gemeenschappelijke markt(3). Een van deze initiatieven betreft het thans lopende programma van gemeenschappelijke wederzijdse bezoeken aan de met de controle van de nationale markten belaste instanties(4). Het programma is bedoeld om het bestaan van tekortkomingen vast te stellen en verbeteringen van de nationale systemen voor toezicht op de markt te bevorderen. (1) PB C 136 van 4.6.1985. (2) PB L 187 van 16.7.1988. (3) Mededeling van de Commissie aan de Europese Raad, doc. CSE(97)1 def. (4) Programma op het terrein van speelgoed, persoonlijke beschermingsmiddelen, machines, laagspanningsapparatuur en electromagnetische compatibiliteit.