91999E0065

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0065/99

van Carlos Robles Piquer (PPE) aan de Commissie

(27 januari 1999)

Betreft: Verkiezingen in de Republiek Centraal-Afrika

Op 22 november en 13 december 1998 zijn in de Republiek Centraal-Afrika algemene verkiezingen gehouden.

Kan de Commissie de zeer schaarse informatie die hierover is gepubliceerd aanvullen en tegelijkertijd uiteenzetten welke betrekkingen er tussen dit land en de Europese Unie bestaan, met name op het gebied van samenwerking in het kader van de huidige Overeenkomst van Lomé?

Antwoord van de heer Pinheiro namens de Commissie

(8 maart 1999)

Bij de Parlementsverkiezingen van 22 november en 13 december 1998 werden 109 afgevaardigden verkozen en kregen de oppositiepartijen, die gezamenlijk 55 zetels in de wacht sleepten, een meerderheid terwijl de presidentiële beweging (MLPC, PLD en UPR) 51 zetels behaalde.

De verkiezingen vonden plaats in een vreedzame sfeer en werden door de internationale gemeenschap op de voet gevolgd en gesteund. De bijdrage van de Commissie aan de financiering van de verkiezingen bedroeg 520.000 [fmxeuro]. Ongeveer 120.000 [fmxeuro] hiervan werd besteed aan een door de Commissie gekozen en aangeworven team van technische waarnemers. Het internationale team van waarnemers werd gecoördineerd door de Missie van de Verenigde Naties in de Centraal-Afrikaanse Republiek (Minurca). De drie internationale waarnemingsmissies bij de verkiezingen, de Minurca, de missie van de Franstalige landen en de missie van de Gemeenschap waren eensgezind van oordeel dat de schaarse onregelmatigheden die zich bij de verkiezingen voordeden niet van dien aard waren dat de geldigheid van de resultaten in het gedrang komt.

Gezien de presidentsverkiezingen die uiterlijk december 1999 zullen moeten plaatsvinden heeft de regering de Verenigde Naties bovendien officieel gevraagd het mandaat van Minurca te verlengen tot deze datum, enerzijds om het risico van nieuwe gewapende conflicten te reduceren en anderzijds om ervoor te zorgen dat de internationale gemeenschap ook toezicht gaat houden op deze nieuwe verkiezingsronde.

De samenwerking tussen de Centraal-Afrikaanse Republiek en de Gemeenschap gaat terug tot de oorsprong van de samenwerking van de Gemeenschap met ontwikkelingslanden (PVD) en kreeg steeds meer vorm in de achtereenvolgende overeenkomsten van Lomé. De samenwerking is toegespitst op traditionele terreinen als plattelandsontwikkeling, de verbetering van de levensomstandigheden van de bevolking in het binnenland en de economische en sociale infrastructuur. De Gemeenschap is momenteel de voornaamste donor van steun aan de RCA.

Voor de volledige toewijzing van het nationaal indicatief programma uit hoofde van het 7de Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) waarmee 75 miljoen [fmxeuro] is gemoeid zijn betalingsverplichtingen aangegaan die voor 90 % zijn opgenomen. Deze toewijzing was hoofdzakelijk bestemd voor de sectoren vervoer en gezondheidszorg alsmede de begeleidende maatregelen en de verlenging van de programma's die gefinancierd zijn uit hoofde van het 6e EOF.

Op grond van het 2e financieel protocol bij de Overeenkomst van Lomé IV, ontving het nationaal indicatief programma van de RCA een toewijzing van 102 miljoen [fmxeuro] die volledig geconcentreerd werd op de sector vervoer (80 % van de beschikbare middelen). De overige middelen zijn voornamelijk bestemd voor de gezondheidszorg.