EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91998E003393

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3393/98 van Jyrki OTILA Bepalingen inzake de werktijden in het wegvervoer in de EU

PB C 341 van 29.11.1999, p. 4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

91998E3393

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3393/98 van Jyrki OTILA Bepalingen inzake de werktijden in het wegvervoer in de EU

Publicatieblad Nr. C 341 van 29/11/1999 blz. 0004


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3393/98

van Jyrki Otila (PPE) aan de Commissie

(17 november 1998)

Betreft: Bepalingen inzake de werktijden in het wegvervoer in de EU

De Commissie heeft begin oktober officieel medegedeeld, dat zij binnenkort een ontwerprichtlijn zal voorbereiden voor mobiele werknemers in de wegvervoerssector. Volgens de Commissie bevat dit richtlijnvoorstel bepalingen inzake de werktijden voor chauffeurs in loondienst, voor chauffeurs in de particuliere sector en voor eigen rijders, d.w.z. ondernemers, op het grondgebied van de EU.

De Commissie zegt bovendien dat zij de resultaten die zijn bereikt in het tripartiete overleg tussen de Europese organisaties, de werkgeversvertegenwoordigers (IRU) en de werknemersvertegenwoordigers (FST) als basis voor haar richtlijn zal nemen.

Kan de Europese Commissie mededelen welke plannen zij in verband met het betreffende richtlijnvoorstel heeft? Denkt de Commissie er rekening mee te houden dat de vrijheid van de ondernemer om werk te verrichten niet mag worden beperkt door specifieke voorschriften voor personeel in loondienst? Deze bepalingen zouden beslist niet bevorderlijk zijn voor een eerlijke mededinging in de bedrijfstak, maar eerder een concurrentiebeperkende factor voor de ondernemers vormen.

Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie

(4 februari 1999)

Op 18 november 1998 heeft de Commissie een pakket voorstellen(1) goedgekeurd voor sectoren en activiteiten die momenteel niet onder de richtlijn inzake arbeidstijden - Richtlijn 93/104/EG van 23 november 1993(2) - vallen. Voor het wegvervoer betekent dit een uitbreiding van de algemene richtlijn inzake rij- en rusttijden, die ook niet-mobiele werknemers in de wegvervoerssector betreft; het gaat met name om bepalingen inzake jaarlijks verlof en gezondheidskeuringen voor nachtwerkers, adequate rusttijden en een maximale werktijd per jaar, die voor alle werknemers geldt, terwijl er ook een voorstel voor een richtlijn is geformuleerd, die van toepassing is op alle mobiele werknemers die vervoersactiviteiten verrichten, met inbegrip van rijders "voor eigen rekening" en eigen rijders.

In het voorstel voor een richtlijn inzake het wegvervoer wordt ten volle rekening gehouden met de punten waarover in de onderhandelingen tussen de Europese sociale partners overeenstemming bestond.

Zowel mobiele werknemers als eigen rijders werken in een zeer concurrerende omgeving. In het voorstel is daarom ook aandacht besteed aan de eigen rijders, waarvan de arbeidsomstandigheden direct van invloed zijn op de verkeersveiligheid. Door de opneming van deze groepen in het voorstel wordt ook tegemoet gekomen aan de noodzaak om een eerlijke mededinging te waarborgen en versnippering van de sector te voorkomen. De opneming van de eigen rijders in het voorstel past in de benadering die is gevolgd in Verordening (EEG) 3820/85 van de Raad van 20 december 1985 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer(3), die zowel van toepassing is op eigen rijders als op chauffeurs die in dienst zijn van vervoerondernemingen en vervoerders voor eigen rekening.

In het voorstel wordt niettemin rekening gehouden met de verschillende omstandigheden van eigen rijders, onder andere door de definitie van de werktijden en de verplichting om deze te registreren.

Uitsluiting van eigen rijders van een dergelijk sector-specifiek voorstel, zou overigens tot oneerlijke mededinging leiden.

(1) COM(98) 662 def.

(2) PB L 307 van 13.12.1993.

(3) PB L 370 van 31.12.1985.

Top