Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62023TN0115

Zaak T-115/23: Beroep ingesteld op 2 maart 2023 — Debreceni Egyetem/Raad

PB C 173 van 15.5.2023, p. 31–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 173/31


Beroep ingesteld op 2 maart 2023 — Debreceni Egyetem/Raad

(Zaak T-115/23)

(2023/C 173/43)

Procestaal: Hongaars

Partijen

Verzoekende partij: Debreceni Egyetem (Debrecen, Hongarije) (vertegenwoordigers: J. Rausch en Á. Papp, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

op grond van artikel 263 VWEU artikel 2, lid 2, van uitvoeringsbesluit (EU) 2022/2506 (1) van de Raad van 15 december 2022 inzake maatregelen ter bescherming van de Uniebegroting tegen schendingen van de beginselen van de rechtsstaat in Hongarije, ex tunc, namelijk met terugwerkende kracht tot de datum van vaststelling ervan, nietig te verklaren;

verweerder te verwijzen in alle kosten die verzoekster in het kader van de onderhavige procedure zijn opgekomen.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij 19 middelen aan.

1.

Schending van artikel 2 VEU

Niet-naleving van de rechtsstaat en dwaling ten aanzien van het recht: de instellingen voor hoger onderwijs in het bezit van een trust van openbaar belang hebben niet deelgenomen aan de procedure die voorafging aan de vaststelling van het uitvoeringsbesluit en zij worden bestraft op grond van rechtshandelingen die door de Hongaarse wetgever zijn vastgesteld.

Aantasting van het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van de duidelijkheid van de wetgeving: de categorie van personen ten aanzien van wie een belangenconflict kan worden vastgesteld, namelijk de categorie van “hoge politieke bestuurders”, is geen nauwkeurig begrip en opent dus de weg voor een willekeurige uitlegging en een toepassing van het recht die tot misbruik kan leiden.

Schending van het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie: het uitvoeringsbesluit discrimineert instellingen voor hoger onderwijs in bezit van een trust van algemeen belang ten opzichte van instellingen die volgens een ander model worden beheerd.

2.

Schending van artikel 4 VEU

Schending van het verbod om de lidstaten hun bevoegdheid te ontnemen: onderwijs en wetenschappelijk onderzoek — en dus de taak om het functioneren van instellingen voor hoger onderwijs te waarborgen en het kader waarbinnen zij functioneren vast te leggen — is een exclusieve bevoegdheid van de lidstaten. Het uitvoeringsbesluit ontzegt Hongarije deze bevoegdheid, nu er rechtstreeks wordt ingegrepen in de werking van de Hongaarse onderwijsinstellingen.

3.

Schending van artikel 5 VEU

Schending van het subsidiariteitsbeginsel: het besluit maakt het mogelijk rechtstreeks financiële sancties op te leggen aan rechtspersonen die los staan van de lidstaat tot welke het besluit is gericht, zonder dat vooraf is gecontroleerd of Hongarije in staat was de financiële belangen van de Unie voldoende te waarborgen.

Schending van het evenredigheidsbeginsel: de schorsing van de betalingen is een dermate ernstige financiële vergeldingsmaatregel dat de toepassing ervan alleen gerechtvaardigd is bij een kennelijke en onmiddellijke schending; bovendien heeft de maatregel langetermijneffecten.

4.

Schending van artikel 7 VEU

Geen analyse van de impact van de maatregel: er werd geen rekening gehouden met de mogelijke gevolgen voor de rechten en plichten van natuurlijke personen en rechtspersonen.

5.

Schending van artikel 9 VEU

Schending van de gelijkheid van de burgers van de Unie: de personen die door de maatregel worden benadeeld zijn docenten, onderzoekers en studenten die de desbetreffende aanvragen hebben ingediend. Opschorting van de desbetreffende betalingen maakt hun studie-, onderwijs- of onderzoeksactiviteiten onmogelijk.

6.

Schending van artikel 11 VEU

Er is geen overleg gepleegd met de instellingen voor hoger onderwijs in het bezit van een trust van openbaar belang, noch met hun studenten, docenten, onderzoekers of partners.

7.

Schending van artikel 2 VEU

Het VWEU heeft de Unie, op het gebied van het beleid inzake onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, niet de bevoegdheid toegekend die in het uitvoeringsbesluit wordt uitgeoefend.

8.

Schending van artikel 9 VWEU

Het uitvoeringsbesluit draagt niet bij tot een hoog onderwijs- en opleidingsniveau, maar leidt op lange termijn tot negatieve gevolgen voor het academische, wetenschappelijke en opleidingsniveau van studenten, docenten en onderzoekers aan Hongaarse instellingen voor hoger onderwijs in het bezit van een trust van algemeen belang.

9.

Schending van artikel 56 VWEU

Het uitvoeringsbesluit beperkt de rechten van niet-Hongaarse EU-burgers (studenten, docenten, onderzoekers) die werken binnen de structuren van Hongaarse instellingen voor hoger onderwijs in het bezit van een trust van algemeen belang.

10.

Schending van artikel 67 VWEU

Door intrekking van de financiering maakt het uitvoeringsbesluit het functioneren van instellingen voor hoger onderwijs in het bezit van een trust van algemeen belang onmogelijk en vormt het een aanval op het wettelijke kader waarbinnen deze instellingen opereren, dit wil zeggen een indirecte aanval op de (afwijkende) autonome Hongaarse rechtsorde en –tradities die eigen zijn aan Hongarije.

11.

Schending van artikel 120 VWEU

De discriminerende en onevenredige gevolgen van de maatregel zijn duidelijk en creëren ook een flagrant en ongerechtvaardigd concurrentienadeel voor instellingen voor hoger onderwijs in het bezit van een trust van openbaar belang.

12.

Schending van artikel 124 VWEU

Het uitvoeringsbesluit schortte de financiering van verschillende begunstigden op verdeelde die middelen tegelijkertijd over andere instanties.

13.

Schending van artikel 165 VWEU

Het uitvoeringsbesluit draagt niet bij aan de ontwikkeling van kwaliteitsvol onderwijs, maar maakt het juist moeilijker en brengt het ernstig in gevaar.

14.

Schending van artikel 179 VWEU

De intrekking van financiering uit het uitwisselings-, samenwerkings- en onderwijsprogramma Erasmus+ en uit het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie Horizon Europa vormt een duidelijke belemmering voor het vrije verkeer van onderzoekers, wetenschappelijke kennis en technologieën, en voor de ontwikkeling van het concurrentievermogen.

15.

Schending van artikel 13 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: “Handvest”)

Een duidelijk gevolg van het uitvoeringsbesluit is de verandering in de wijze waarop de Hongaarse instellingen voor hoger onderwijs volgens het nieuwe model functioneren.

16.

Schending van artikel 2 VEU

Het belangenconflict dat aan de grondslag ligt van en aanleiding is geweest voor het uitvoeringsbesluit, bestaat niet.

17.

Schending van artikel 48 van het Handvest

In het uitvoeringsbesluit wordt verzoekster rechtstreeks een sanctie opgelegd, hoewel in haar geval het politieke belangenconflict dat wordt aangevoerd om die sanctie te rechtvaardigen, niet bestaat, hetgeen een ernstige en kennelijke schending van het vermoeden van onschuld oplevert.

18.

Schending van artikel 52 van het Handvest

Aangezien er in het geval van verzoekster in feite geen politiek belangenconflict bestaat, voldoet het uitvoeringsbesluit niet aan de vereisten van noodzakelijkheid en evenredigheid.

19.

Schending van de machtigingsverordening (2)

De Raad heeft het uitvoeringsbesluit aangenomen zonder het bestaan van het politieke belangenconflict dat aan dat besluit ten grondslag lag, inhoudelijk en specifiek te hebben geverifieerd.


(1)  PB 2022, L 325., blz. 94.

(2)  Verordening (EU, Euratom) 2020/2092 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting (PB 2020, L 433, blz. 1).


Top