Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62023CA0687

Zaak C-687/23, Banco Santander (Afwikkeling van Banco Popular III): Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 11 september 2025 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Supremo – Spanje) – D.E. / Banco Santander SA (Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2014/59/EU – Afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen – Algemene beginselen – Artikel 34, lid 1, onder a) en b) – Bail-in – Afschrijving van kapitaalinstrumenten – Gevolgen – Artikel 53, leden 1 en 3 – Artikel 60, lid 2, eerste alinea, onder b) en c) – Bescherming van rechten van aandeelhouders en schuldeisers – Verwerving van kapitaalinstrumenten – Gebrekkige en onjuiste informatie in het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden – Vordering strekkende tot nietigverklaring van de overeenkomst voor de aankoop van kapitaalinstrumenten – Aansprakelijkheidsvordering – Vorderingen die zijn ingediend voordat afwikkelingsmaatregelen zijn vastgesteld)

PB C, C/2025/5797, 10.11.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/5797/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/5797/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

C-serie


C/2025/5797

10.11.2025

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 11 september 2025 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Supremo – Spanje) – D.E. / Banco Santander SA

[Zaak C-687/23  (1) , Banco Santander (Afwikkeling van Banco Popular III)]

(Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2014/59/EU - Afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen - Algemene beginselen - Artikel 34, lid 1, onder a) en b) - Bail-in - Afschrijving van kapitaalinstrumenten - Gevolgen - Artikel 53, leden 1 en 3 - Artikel 60, lid 2, eerste alinea, onder b) en c) - Bescherming van rechten van aandeelhouders en schuldeisers - Verwerving van kapitaalinstrumenten - Gebrekkige en onjuiste informatie in het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden - Vordering strekkende tot nietigverklaring van de overeenkomst voor de aankoop van kapitaalinstrumenten - Aansprakelijkheidsvordering - Vorderingen die zijn ingediend voordat afwikkelingsmaatregelen zijn vastgesteld)

(C/2025/5797)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Tribunal Supremo

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: D.E.

Verwerende partij: Banco Santander SA

Dictum

Artikel 34, lid 1, onder a) en b), artikel 53, leden 1 en 3, en artikel 60, lid 2, eerste alinea, onder b) en c), van richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad,

moeten aldus worden uitgelegd dat

deze bepalingen zich er niet tegen verzetten dat de rechten die voortvloeien uit een vordering tot nietigverklaring van een overeenkomst tot inschrijving op achtergestelde obligaties die vervolgens in aandelen zijn omgezet, alsook uit een aansprakelijkheidsvordering, beide gebaseerd op de niet-naleving van de informatievereisten die voortvloeien uit richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van richtlijn 93/22/EEG van de Raad, worden geacht te behoren tot de categorie verplichtingen of schuldvorderingen die op het tijdstip van de afwikkeling van de betrokken kredietinstelling “vorderbaar” zijn in de zin van artikel 53, lid 3, en artikel 60, lid 2, eerste alinea, onder b), van richtlijn 2014/59, wanneer die vorderingen zijn ingesteld vóór de volledige afschrijving van de aandelen in het maatschappelijk kapitaal van die kredietinstelling in het kader van een afwikkelingsprocedure.


(1)  PB C, C/2024/1837.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/5797/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)


Top