This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62023CA0600
Case C-600/23, Royal Football Club Seraing: Judgment of the Court (Grand Chamber) of 1 August 2025 (request for a preliminary ruling from the Cour de cassation – Belgium) – Royal Football Club Seraing SA v Fédération internationale de football association (FIFA), Union des associations européennes de football (UEFA), Union royale belge des sociétés de football association ASBL (URBSFA) (Reference for a preliminary ruling – Article 19(1) TEU – Obligation of Member States to provide remedies sufficient to ensure effective legal protection in the fields covered by Union law – Article 47 of the Charter of Fundamental Rights of the European Union – Right to an effective remedy – Possibility of recourse to arbitration – Arbitration between individuals – Imposed arbitration – Decision of a body of an international sports federation imposing a sanction – Award by the Court of Arbitration for Sport (CAS) upheld by a decision of a court of a third State – Legal remedy against the arbitral award – National legislation conferring on that arbitral award the authority of res judicata between the parties and probative value vis-à-vis third parties – Powers and obligations of the national courts before which that arbitral award is relied on – Effective review of the consistency of such an arbitral award with the principles and provisions falling under EU public policy)
Zaak C-600/23, Royal Football Club Seraing: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 1 augustus 2025 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie – België) – Royal Football Club Seraing SA / Fédération internationale de football association (FIFA), Union des associations européennes de football (UEFA), VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) (Prejudiciële verwijzing – Artikel 19, lid 1, VEU – Verplichting voor de lidstaten om te voorzien in de nodige rechtsmiddelen om daadwerkelijke rechtsbescherming op de onder het recht van de Unie vallende gebieden te verzekeren – Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Recht op een doeltreffende voorziening in rechte – Mogelijkheid om een beroep te doen op arbitrage – Arbitrage tussen particulieren – Opgelegde arbitrage – Besluit van een orgaan van een internationale sportfederatie waarbij een sanctie wordt opgelegd – Vonnis van het Hof van Arbitrage voor Sport (CAS) dat is bevestigd door een beslissing van een gerecht van een derde staat – Rechtsmiddel tegen het arbitraal vonnis – Nationale regeling die aan dit arbitraal vonnis gezag van gewijsde tussen partijen en bewijskracht ten aanzien van derden verleent – Bevoegdheden en verplichtingen van de nationale rechterlijke instanties voor wie een beroep op dat arbitraal vonnis wordt gedaan – Doeltreffende toetsing van de verenigbaarheid van een dergelijk arbitraal vonnis met de beginselen en bepalingen van openbare orde van de Unie)
Zaak C-600/23, Royal Football Club Seraing: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 1 augustus 2025 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie – België) – Royal Football Club Seraing SA / Fédération internationale de football association (FIFA), Union des associations européennes de football (UEFA), VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) (Prejudiciële verwijzing – Artikel 19, lid 1, VEU – Verplichting voor de lidstaten om te voorzien in de nodige rechtsmiddelen om daadwerkelijke rechtsbescherming op de onder het recht van de Unie vallende gebieden te verzekeren – Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Recht op een doeltreffende voorziening in rechte – Mogelijkheid om een beroep te doen op arbitrage – Arbitrage tussen particulieren – Opgelegde arbitrage – Besluit van een orgaan van een internationale sportfederatie waarbij een sanctie wordt opgelegd – Vonnis van het Hof van Arbitrage voor Sport (CAS) dat is bevestigd door een beslissing van een gerecht van een derde staat – Rechtsmiddel tegen het arbitraal vonnis – Nationale regeling die aan dit arbitraal vonnis gezag van gewijsde tussen partijen en bewijskracht ten aanzien van derden verleent – Bevoegdheden en verplichtingen van de nationale rechterlijke instanties voor wie een beroep op dat arbitraal vonnis wordt gedaan – Doeltreffende toetsing van de verenigbaarheid van een dergelijk arbitraal vonnis met de beginselen en bepalingen van openbare orde van de Unie)
PB C, C/2025/5064, 29.9.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/5064/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
|
Publicatieblad |
NL C-serie |
|
C/2025/5064 |
29.9.2025 |
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 1 augustus 2025 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie – België) – Royal Football Club Seraing SA / Fédération internationale de football association (FIFA), Union des associations européennes de football (UEFA), VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB)
(Zaak C-600/23 (1) , Royal Football Club Seraing)
(Prejudiciële verwijzing - Artikel 19, lid 1, VEU - Verplichting voor de lidstaten om te voorzien in de nodige rechtsmiddelen om daadwerkelijke rechtsbescherming op de onder het recht van de Unie vallende gebieden te verzekeren - Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Recht op een doeltreffende voorziening in rechte - Mogelijkheid om een beroep te doen op arbitrage - Arbitrage tussen particulieren - Opgelegde arbitrage - Besluit van een orgaan van een internationale sportfederatie waarbij een sanctie wordt opgelegd - Vonnis van het Hof van Arbitrage voor Sport (CAS) dat is bevestigd door een beslissing van een gerecht van een derde staat - Rechtsmiddel tegen het arbitraal vonnis - Nationale regeling die aan dit arbitraal vonnis gezag van gewijsde tussen partijen en bewijskracht ten aanzien van derden verleent - Bevoegdheden en verplichtingen van de nationale rechterlijke instanties voor wie een beroep op dat arbitraal vonnis wordt gedaan - Doeltreffende toetsing van de verenigbaarheid van een dergelijk arbitraal vonnis met de beginselen en bepalingen van openbare orde van de Unie)
(C/2025/5064)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Hof van Cassatie
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Royal Football Club Seraing
Verwerende partijen: Fédération internationale de football association (FIFA), Union des associations européennes de football (UEFA), VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB)
in tegenwoordigheid van: Doyen Sports Investment Ltd
Dictum
Artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU, gelezen in samenhang met artikel 267 VWEU en met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,
moet aldus worden uitgelegd dat
het zich ertegen verzet dat
|
— |
aan een vonnis van het CAS op het grondgebied van een lidstaat gezag van gewijsde wordt verleend in de relaties tussen de partijen bij het geding in het kader waarvan dat vonnis is gewezen, wanneer dat geding verband houdt met sport die als economische activiteit wordt beoefend op het grondgebied van de Europese Unie en de verenigbaarheid van dat vonnis met de beginselen en bepalingen die deel uitmaken van de openbare orde van de Unie niet voorafgaand op doeltreffende wijze is getoetst door een rechterlijke instantie van die lidstaat die bevoegd is om een prejudiciële vraag voor te leggen aan het Hof; |
|
— |
aan een dergelijk vonnis op het grondgebied van die lidstaat als gevolg van het gezag van gewijsde bewijskracht wordt verleend in de relaties tussen de partijen bij dat geding en derden. |
(1) PB C, C/2024/707.
ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2025/5064/oj
ISSN 1977-0995 (electronic edition)