Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022TN0360

    Zaak T-360/22: Beroep ingesteld op 16 juni 2022 — Berezkin/Raad

    PB C 294 van 1.8.2022, p. 44–45 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    1.8.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 294/44


    Beroep ingesteld op 16 juni 2022 — Berezkin/Raad

    (Zaak T-360/22)

    (2022/C 294/61)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Grigory Viktorovitsj Berezkin (Moskou, Rusland) (vertegenwoordiger: J. Grand d’Esnon, advocaat)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

    Conclusies

    besluit (GBVB) 2022/582 (1) van de Raad van 8 april 2022 nietig verklaren voor zover de naam van verzoeker daarbij wordt vermeld in de bijlage bij besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014;

    uitvoeringsverordening (EU) 2022/581 (2) van de Raad van 8 april 2022 nietig verklaren voor zover de naam van verzoeker daarbij wordt opgenomen in bijlage I bij verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014;

    de Raad van de Europese Unie veroordelen tot betaling van 1 EUR voor de door verzoeker geleden immateriële schade;

    de Raad van de Europese Unie verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van het beroep voert verzoeker zeven middelen aan.

    1.

    Eerste middel: de ten aanzien van verzoeker vastgestelde sancties zijn onrechtmatig, omdat zij voortvloeien uit een kennelijk onjuiste beoordeling. Verzoeker is immers op geen enkele wijze betrokken bij de gebeurtenissen in Oekraïne en hij steunt de regering van de Russische Federatie evenmin.

    2.

    Tweede middel: verzoekers recht op een doeltreffende voorziening in rechte is geschonden en de Raad is de op hem rustende motiveringsplicht niet nagekomen. Verzoeker voert aan dat de enige bronnen waarnaar de Raad verwijst, bestaan uit persberichten of uittreksels uit websites en dus niet kunnen worden geacht te voldoen aan de bewijscriteria die de oplegging van sancties rechtvaardigen.

    3.

    Derde middel: het evenredigheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel zijn geschonden. Volgens verzoeker bestaat er geen enkele materiële band tussen hem en het Russische beleid in Oekraïne en houden de sancties bijgevolg geen verband met een van de doelstellingen van het besluit en van de verordening van 17 maart 2014 (3).

    4.

    Vierde middel: het legaliteitsbeginsel is geschonden. Verzoeker beroept zich in dit verband op de onrechtmatigheid van de criteria onder f) en onder g) van het besluit en van de verordening van 17 maart 2014, aangezien die voorbijgaan aan de op de Raad rustende verplichtingen in het licht van artikel 215, lid 2, VWEU en afbreuk doen aan het rechtszekerheidsbeginsel.

    5.

    Vijfde middel: verzoekers grondrechten zijn geschonden en met name zijn eigendomsrecht en zijn recht om te gaan en staan waar hij wil.

    6.

    Zesde middel: verzoekers rechten van de verdediging zijn geschonden, omdat de Raad hem niet individueel de nadere regels en de specifieke redenen heeft meegedeeld die ten grondslag liggen aan het feit dat zijn naam is geplaatst op de lijst van personen ten aanzien van wie sancties worden vastgesteld. Bijgevolg kon verzoeker daarover geen opmerkingen indienen.

    7.

    Zevende middel: verzoeker vordert schadevergoeding. Hij is van mening dat hij zware reputatieschade heeft geleden en hij wenst deze schade vergoed te zien.


    (1)  Besluit (GBVB) 2022/582 van de Raad van 8 april 2022 tot wijziging van besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2022, L 110, blz. 55).

    (2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/581 van de Raad van 8 april 2022 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2022, L 110, blz. 3).

    (3)  Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB 2014, L 78, blz. 6).


    Top