This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022CA0211
Case C-211/22, Super Bock Bebidas: Judgment of the Court (Third Chamber) of 29 June 2023 (request for a preliminary ruling from the Tribunal da Relação de Lisboa — Portugal) — Super Bock Bebidas, SA, AN, BQ v Autoridade da Concorrência (Reference for a preliminary ruling — Competition — Agreements, decisions and concerted practices — Article 101 TFEU — Vertical agreements — Minimum resale prices fixed by a supplier to its distributors — Concept of ‘restriction of competition by object’ — Concept of ‘agreement’ — Proof of a concurrence of wills between the supplier and its distributors — Practice covering almost the entire territory of a Member State — Effect on trade between Member States — Regulation (EC) No 2790/1999 and Regulation (EU) No 330/2010 — Hardcore restriction)
Zaak C-211/22, Super Bock Bebidas: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 29 juni 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal da Relação de Lisboa — Portugal) — Super Bock Bebidas SA, AN, BQ / Autoridade da Concorrência [Prejudiciële verwijzing – Mededinging – Mededingingsregelingen – Artikel 101 VWEU – Verticale overeenkomsten – Door een leverancier voor zijn distributeurs vastgestelde minimumwederverkoopprijzen – Begrip “mededingingsbeperking naar strekking” – Begrip “overeenkomst” – Bewijs van wilsovereenstemming tussen een leverancier en zijn distributeurs – Praktijk die bijna het gehele grondgebied van een lidstaat bestrijkt – Ongunstige beïnvloeding van de handel tussen de lidstaten – Verordeningen (EG) nr. 2790/1999 en (EU) nr. 330/2010 – Hardcorebeperking]
Zaak C-211/22, Super Bock Bebidas: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 29 juni 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal da Relação de Lisboa — Portugal) — Super Bock Bebidas SA, AN, BQ / Autoridade da Concorrência [Prejudiciële verwijzing – Mededinging – Mededingingsregelingen – Artikel 101 VWEU – Verticale overeenkomsten – Door een leverancier voor zijn distributeurs vastgestelde minimumwederverkoopprijzen – Begrip “mededingingsbeperking naar strekking” – Begrip “overeenkomst” – Bewijs van wilsovereenstemming tussen een leverancier en zijn distributeurs – Praktijk die bijna het gehele grondgebied van een lidstaat bestrijkt – Ongunstige beïnvloeding van de handel tussen de lidstaten – Verordeningen (EG) nr. 2790/1999 en (EU) nr. 330/2010 – Hardcorebeperking]
PB C 286 van 14.8.2023, p. 9–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
14.8.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 286/9 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 29 juni 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal da Relação de Lisboa — Portugal) — Super Bock Bebidas SA, AN, BQ / Autoridade da Concorrência
(Zaak C-211/22 (1), Super Bock Bebidas)
(Prejudiciële verwijzing - Mededinging - Mededingingsregelingen - Artikel 101 VWEU - Verticale overeenkomsten - Door een leverancier voor zijn distributeurs vastgestelde minimumwederverkoopprijzen - Begrip “mededingingsbeperking naar strekking” - Begrip “overeenkomst” - Bewijs van wilsovereenstemming tussen een leverancier en zijn distributeurs - Praktijk die bijna het gehele grondgebied van een lidstaat bestrijkt - Ongunstige beïnvloeding van de handel tussen de lidstaten - Verordeningen (EG) nr. 2790/1999 en (EU) nr. 330/2010 - Hardcorebeperking)
(2023/C 286/09)
Procestaal: Portugees
Verwijzende rechter
Tribunal da Relação de Lisboa
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Super Bock Bebidas SA, AN, BQ
Verwerende partij: Autoridade da Concorrência
Dictum
1) |
Artikel 101, lid 1, VWEU moet aldus worden uitgelegd dat pas kan worden bepaald dat een verticale overeenkomst tot vaststelling van minimumwederverkoopprijzen een “mededingingsbeperking naar strekking” bevat nadat is vastgesteld dat deze overeenkomst, gelet op de bewoordingen en doelen ervan, alsmede op alle elementen die kenmerkend zijn voor de economische en juridische context ervan, voldoende schadelijk is voor de mededinging. |
2) |
Artikel 101, lid 1, VWEU moet aldus worden uitgelegd dat er sprake is van een “overeenkomst” in de zin van dat artikel wanneer een leverancier zijn distributeurs minimumwederverkoopprijzen oplegt voor de door hem op de markt gebrachte producten, voor zover de oplegging van deze prijzen door de leverancier en de inachtneming ervan door de distributeurs de overeenstemmende wil van deze partijen tot uitdrukking brengen. Deze overeenstemmende wil kan zowel voortvloeien uit de bedingen van de betrokken distributieovereenkomst, wanneer deze een uitdrukkelijk verzoek bevat om minimumwederverkoopprijzen in acht te nemen, of althans de leverancier toestaat dergelijke prijzen op te leggen, als uit het gedrag van partijen en met name uit de eventuele uitdrukkelijke of stilzwijgende instemming van de distributeurs met een verzoek om minimumwederverkoopprijzen in acht te nemen. |
3) |
Artikel 101 VWEU, gelezen in samenhang met het doeltreffendheidsbeginsel, moet aldus worden uitgelegd dat het bestaan van een “overeenkomst” in de zin van dat artikel tussen een leverancier en zijn distributeurs niet alleen aan de hand van rechtstreeks bewijs kan worden vastgesteld, maar ook aan de hand van objectieve en onderling overeenstemmende aanwijzingen waaruit het bestaan van een dergelijke overeenkomst kan worden afgeleid. |
4) |
Artikel 101, lid 1, VWEU moet aldus worden uitgelegd dat de omstandigheid dat een verticale overeenkomst tot vaststelling van minimumwederverkoopprijzen bijna het gehele, maar dus niet het volledige grondgebied van een lidstaat bestrijkt, er niet aan in de weg staat dat deze overeenkomst de handel tussen lidstaten ongunstig kan beïnvloeden. |