EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021TN0682

Zaak T-682/21: Beroep ingesteld op 19 oktober 2021 — ClientEarth/Raad

PB C 37 van 24.1.2022, p. 35–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

24.1.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/35


Beroep ingesteld op 19 oktober 2021 — ClientEarth/Raad

(Zaak T-682/21)

(2022/C 37/49)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: ClientEarth AISBL (Brussel, België) (vertegenwoordigers: O. Brouwer, B. Verheijen en T. van Helfteren, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

besluit SGS 21/2870 van de Raad van 9 augustus 2021, dat verzoekster op diezelfde dag heeft ontvangen, waarbij toegang is geweigerd tot bepaalde documenten waartoe toegang was gevraagd op grond van verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (1) en van verordening (EG) nr. 1367/2006 van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen (2), nietig verklaren;

verweerder verwijzen in de kosten van verzoekster overeenkomstig artikel 134 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, alsmede in de kosten van eventuele interveniërende partijen.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep voert verzoekster vijf middelen aan.

1.

Onjuiste toepassing van het recht op meerdere punten en een kennelijke beoordelingsfout die hebben geleid tot de onjuiste toepassing van de uitzondering inzake de bescherming van het besluitvormingsproces (artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening nr. 1049/2001), omdat de openbaarmaking niet zou leiden tot een ernstige ondermijning van het ingeroepen besluitvormingsproces.

Verzoekster betoogt dat de Raad niet heeft voldaan aan de door de wettelijke toets gestelde hoge drempel, namelijk dat openbaarmaking een ernstige ondermijning van het besluitvormingsproces moet vormen. Allereerst was er ten tijde van het bestreden besluit geen sprake meer van een inhoudelijk besluitvormingsproces. Daarnaast heeft de Raad zich ten onrechte gebaseerd op het argument dat inmenging van buitenaf door het publiek in het besluitvormingsproces van verordening nr. 1367/2006 problematisch zou zijn.

2.

Onjuiste toepassing van het recht op meerdere punten en een kennelijke beoordelingsfout die hebben geleid tot de onjuiste toepassing van de uitzondering inzake de bescherming van juridisch advies (artikel 4, lid 2, tweede streepje, van verordening nr. 1049/2001), omdat openbaarmaking niet zou leiden tot een ernstige ondermijning van de bescherming van juridisch advies.

De Raad heeft niet aangetoond dat het gevraagde document specifiek operationeel juridisch advies bevat. Voorts heeft de Raad geen rekening gehouden met bepaalde relevante wettelijke bepalingen en beginselen, zoals verankerd in het recht en de rechtspraak, volgens welke het wetgevingsproces van de EU transparant moet zijn en een juridische analyse van de juridische dienst van een instelling van de EU die belangrijke algemene juridische analyses bevat betreffende een wetgevingsproces tot vaststelling of herziening van EU-wetgeving openbaar moet worden gemaakt (wanneer hierom wordt verzocht op grond van verordening nr. 1049/2001).

3.

Onjuiste toepassing van het recht op meerdere punten en een kennelijke beoordelingsfout die hebben geleid tot de onjuiste toepassing van de uitzondering inzake het besluitvormingsproces (artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening nr. 1049/2001) en de uitzondering inzake de bescherming van juridisch advies (artikel 4, lid 2, tweede streepje, van verordening nr. 1049/2001), omdat in het bestreden besluit niet is erkend dat sprake was van een hoger openbaar belang en geen toegang is verleend op grond van dat belang.

De Raad heeft verzuimd te erkennen dat sprake was van een hoger openbaar belang en heeft verzuimd op grond daarvan toegang te verlenen. In het bijzonder is sprake van een hoger openbaar belang aangezien de herziening van verordening nr. 1367/2006 van zeer groot belang is voor het toekomstige niveau van toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden en het bestreden besluit een concrete en aanzienlijke invloed heeft op verzoekster bij het uitoefenen van haar taak NGO, waarbij zij een openbaar belang dient.

4.

Onjuiste toepassing van het recht op meerdere punten en een kennelijke beoordelingsfout die hebben geleid tot de onjuiste toepassing van de uitzondering inzake de bescherming van de internationale betrekkingen (artikel 4, lid 1, onder a), eerste streepje, van verordening nr. 1049/2001).

De Raad heeft niet voldaan aan de door de wettelijke toets gestelde hoge drempel om zich te kunnen beroepen op de uitzondering van artikel 4, lid 1, onder a), eerste streepje, van verordening nr. 1049/2001, namelijk dat de openbaarmaking van een document een concrete en daadwerkelijke ondermijning van de bescherming van internationale betrekkingen moet vormen en dat het risico op ondermijning van het belang redelijkerwijs voorzienbaar en niet louter hypothetisch moet zijn.

5.

Subsidiair, onjuiste toepassing van het recht op meerdere punten en een kennelijke beoordelingsfout die hebben geleid tot de onjuiste toepassing van de verplichting om gedeeltelijke toegang tot documenten te verlenen (artikel 4, lid 6, van verordening nr. 1049/2001).

Ten slotte wordt betoogd dat de Raad niet rechtens genoegzaam gedeeltelijke toegang heeft verleend, en deze mogelijkheid niet rechtens genoegzaam heeft onderzocht. De Raad heeft de wettelijke toets op grond waarvan hij moet beoordelen of elk onderdeel van het gevraagde document onder (een van) de ingeroepen uitzonderingen valt, onjuist toegepast.


(1)  PB 2001, L 145, blz. 43.

(2)  PB 2006, L 264, blz. 13. NB: het gevraagde document heeft betrekking op het besluitmakingsproces in verband met de voorgestelde herziening van verordening (EG) nr. 1367/2006.


Top