Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CN0234

Zaak C-234/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Senāts) (Letland) op 4 juni 2020 — SIA Sātiņi-S / Lauku atbalsta dienests

PB C 262 van 10.8.2020, p. 18–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 262/18


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Senāts) (Letland) op 4 juni 2020 — SIA Sātiņi-S / Lauku atbalsta dienests

(Zaak C-234/20)

(2020/C 262/24)

Procestaal: Lets

Verwijzende rechter

Augstākā tiesa (Senāts)

Partijen in het hoofdgeding

Eiseres tot cassatie: SIA Sātiņi-S

Andere partij in de cassatieprocedure: Lauku atbalsta dienests

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 30, lid 6, onder a), van verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van verordening nr. 1698/2005 van de Raad (1) aldus worden uitgelegd dat veengronden volledig uitgesloten zijn van betalingen in het kader van Natura 2000?

2)

Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, vallen veengronden dan onder landbouwgebieden of bosgebieden?

3)

Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, moet artikel 30 van verordening nr. 1305/2013 aldus worden uitgelegd dat een lidstaat veengronden volledig kan uitsluiten van betalingen in het kader van Natura 2000 en dat dergelijke nationale bepalingen verenigbaar zijn met het compensatiedoel van die betalingen zoals vastgesteld in verordening nr. 1305/2013?

4)

Moet artikel 30 van verordening nr. 1305/2013 aldus worden uitgelegd dat een lidstaat de toekenning van steun voor Natura 2000-gebieden kan beperken en slechts steun kan verlenen wanneer bepaalde economische activiteiten worden beperkt, bijvoorbeeld in bosgebieden alleen voor bosbouwactiviteiten?

5)

Moet artikel 30, lid 1, van verordening nr. 1305/2013, gelezen in samenhang met artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, aldus worden uitgelegd dat een persoon onder verwijzing naar zijn voornemen om nieuwe economische activiteiten te gaan verrichten, recht heeft op betalingen in het kader van Natura 2000 indien hij bij het verwerven van de eigendom reeds op de hoogte was van de beperkingen die ten aanzien van die eigendom gelden?


(1)  PB 2013, L 347, blz. 487.


Top