Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0253

    Gevoegde zaken C-253/20 en C-254/20: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 17 november 2022 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het hof van beroep te Brussel — België) — Impexeco N.V. / Novartis AG (C-253/20), PI Pharma NV / Novartis AG, Novartis Pharma NV (C-254/20) [Prejudiciële verwijzing – Artikelen 34 en 36 VWEU – Vrij verkeer van goederen – Intellectuele eigendom – Merken – Verordening (EG) nr. 207/2009 – Artikel 9, lid 2 – Artikel 13 – Richtlijn 2008/95 – Artikel 5, lid 1 – Artikel 7 – Aan het merk verbonden recht – Uitputting van het aan het merk verbonden recht – Parallelimport van geneesmiddelen – Referentiegeneesmiddel en generiek geneesmiddel – Economisch verbonden ondernemingen – Ompakking van het generieke geneesmiddel – Nieuwe buitenverpakking – Aanbrengen van het merk van het referentiegeneesmiddel – Verzet door de merkhouder – Kunstmatige afscherming van de markten van de lidstaten]

    PB C 15 van 16.1.2023, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.1.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 15/6


    Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 17 november 2022 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het hof van beroep te Brussel — België) — Impexeco N.V. / Novartis AG (C-253/20), PI Pharma NV / Novartis AG, Novartis Pharma NV (C-254/20)

    (Gevoegde zaken C-253/20 en C-254/20) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Artikelen 34 en 36 VWEU - Vrij verkeer van goederen - Intellectuele eigendom - Merken - Verordening (EG) nr. 207/2009 - Artikel 9, lid 2 - Artikel 13 - Richtlijn 2008/95 - Artikel 5, lid 1 - Artikel 7 - Aan het merk verbonden recht - Uitputting van het aan het merk verbonden recht - Parallelimport van geneesmiddelen - Referentiegeneesmiddel en generiek geneesmiddel - Economisch verbonden ondernemingen - Ompakking van het generieke geneesmiddel - Nieuwe buitenverpakking - Aanbrengen van het merk van het referentiegeneesmiddel - Verzet door de merkhouder - Kunstmatige afscherming van de markten van de lidstaten)

    (2023/C 15/05)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Hof van beroep te Brussel

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Impexeco N.V. (C-253/20), PI Pharma NV (C-254/20)

    Verwerende partijen: Novartis AG (C-253/20), Novartis AG, Novartis Pharma NV (C-254/20)

    Dictum

    Artikel 9, lid 2, en artikel 13 van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Uniemerk, zoals gewijzigd bij verordening (EU) 2015/2424 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015, alsmede artikel 5, lid 1, en artikel 7 van richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, gelezen in het licht van de artikelen 34 en 36 VWEU,

    moeten aldus worden uitgelegd dat:

    de houder van het merk van een referentiegeneesmiddel en van het merk van een generiek geneesmiddel zich ertegen kan verzetten dat een parallelimporteur dit uit een lidstaat ingevoerd generiek geneesmiddel verhandelt in een andere lidstaat, wanneer dat geneesmiddel is omgepakt in een nieuwe buitenverpakking waarop het merk van het overeenkomstige referentiegeneesmiddel is aangebracht, tenzij, ten eerste, de twee geneesmiddelen volstrekt identiek zijn en, ten tweede, de vervanging van het merk voldoet aan de voorwaarden die zijn geformuleerd in punt 79 van het arrest van 11 juli 1996, Bristol-Myers Squibb e.a. (C-427/93, C-429/93 en C-436/93, EU:C:1996:282), in punt 32 van het arrest van 26 april 2007, Boehringer Ingelheim e.a. (C-348/04, EU:C:2007:249), en in punt 28 van het arrest van 17 mei 2018, Junek Europ-Vertrieb (C-642/16, EU:C:2018:322).


    (1)  PB C 297 van 7.9.2020.


    Top