EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019TN0479
Case T-479/19: Action brought on 8 July 2019 — Hypo Vorarlberg Bank v SRB
Zaak T-479/19: Beroep ingesteld op 8 juli 2019 — Hypo Vorarlberg Bank/GAR
Zaak T-479/19: Beroep ingesteld op 8 juli 2019 — Hypo Vorarlberg Bank/GAR
PB C 305 van 9.9.2019, p. 58–59
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.9.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 305/58 |
Beroep ingesteld op 8 juli 2019 — Hypo Vorarlberg Bank/GAR
(Zaak T-479/19)
(2019/C 305/69)
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Hypo Vorarlberg Bank AG (Bregenz, Oostenrijk) (vertegenwoordigers: G. Eisenberger en A. Brenneis, advocaten)
Verwerende partij: Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)
Conclusies
— |
het besluit van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad van 16 april 2019 betreffende de berekening van de voor 2019 aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds vooraf te betalen bijdragen (SRB/ES/SRF/2019/10) [„Decision of the Single Resolution Board of 16 April 2019 on the calculation of the 2019 ex-ante contributions to the Single Resolution Fund (SRB/ES/SRF/2019/10)”], met inbegrip van de bijlage, nietig verklaren, althans voor zover dat besluit, met inbegrip van de bijlage, de door ons te betalen bijdrage betreft, en |
— |
de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van het beroep voert verzoekster vier middelen aan.
1. |
Eerste middel: schending van wezenlijke vormvoorschriften wegens onvolledige kennisgeving van het bestreden besluit
|
2. |
Tweede middel: schending van wezenlijke vormvoorschriften wegens gebrekkige motivering van het bestreden besluit
|
3. |
Derde middel: schending van wezenlijke vormvoorschriften wegens het achterwege blijven van een hoorzitting en schending van het recht om te worden gehoord
|
4. |
Vierde middel: onrechtmatigheid van gedelegeerde verordening (EU) 2015/63 (1) als machtigingsgrondslag voor het bestreden besluit
|
(1) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 van de Commissie van 21 oktober 2014 tot aanvulling van richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van wat de vooraf te betalen bijdragen aan afwikkelingsfinancieringsregelingen betreft (PB 2015, L 11, blz. 44).
(2) Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB 2014, L 173, blz. 190).
(3) Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB 2014, L 225, blz. 1).