This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CB0011
Case C-11/19: Order of the Court (Ninth Chamber) of 6 February 2020 (request for a preliminary ruling from the Consiglio di Stato — Italy) — Azienda ULSS No 6 Euganea v Pia Opera Croce Verde Padova (Reference for a preliminary ruling — Article 99 of the Rules of Procedure of the Court of Justice — Public procurement — Directive 2014/24/EU — Article 10(h) — Article 12(4) — Specific exclusions for service contracts — Civil defence, civil protection, and danger prevention services — Non-profit organisations or associations — Ordinary and emergency medical transport services — Regional legislation requiring priority to be given to recourse to a partnership between contracting authorities — Freedom of the Member States to choose how services are provided — Limits — Obligation to state reasons)
Zaak C-11/19: Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 6 februari 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato — Italië) — Azienda ULSS n.6 Euganea / Pia Opera Croce Verde Padova [Prejudiciële verwijzing – Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Overheidsopdrachten – Richtlijn 2014/24/EU – Artikel 10, onder h) – Artikel 12, lid 4 – Specifieke uitsluitingen voor opdrachten voor diensten – Diensten inzake civiele verdediging, civiele bescherming en risicopreventie – Non-profitorganisaties en -verenigingen – Diensten inzake gewoon medisch vervoer en medisch spoedvervoer – Regionale wettelijke regeling volgens welke de voorkeur moet worden gegeven aan een samenwerkingsverband tussen aanbestedende diensten – Keuzevrijheid van de lidstaten inzake de wijze van dienstverlening – Grenzen – Motiveringsplicht]
Zaak C-11/19: Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 6 februari 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato — Italië) — Azienda ULSS n.6 Euganea / Pia Opera Croce Verde Padova [Prejudiciële verwijzing – Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Overheidsopdrachten – Richtlijn 2014/24/EU – Artikel 10, onder h) – Artikel 12, lid 4 – Specifieke uitsluitingen voor opdrachten voor diensten – Diensten inzake civiele verdediging, civiele bescherming en risicopreventie – Non-profitorganisaties en -verenigingen – Diensten inzake gewoon medisch vervoer en medisch spoedvervoer – Regionale wettelijke regeling volgens welke de voorkeur moet worden gegeven aan een samenwerkingsverband tussen aanbestedende diensten – Keuzevrijheid van de lidstaten inzake de wijze van dienstverlening – Grenzen – Motiveringsplicht]
PB C 313 van 21.9.2020, p. 4–4
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
21.9.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 313/4 |
Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 6 februari 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato — Italië) — Azienda ULSS n.6 Euganea / Pia Opera Croce Verde Padova
(Zaak C-11/19) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Overheidsopdrachten - Richtlijn 2014/24/EU - Artikel 10, onder h) - Artikel 12, lid 4 - Specifieke uitsluitingen voor opdrachten voor diensten - Diensten inzake civiele verdediging, civiele bescherming en risicopreventie - Non-profitorganisaties en -verenigingen - Diensten inzake gewoon medisch vervoer en medisch spoedvervoer - Regionale wettelijke regeling volgens welke de voorkeur moet worden gegeven aan een samenwerkingsverband tussen aanbestedende diensten - Keuzevrijheid van de lidstaten inzake de wijze van dienstverlening - Grenzen - Motiveringsplicht)
(2020/C 313/05)
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Consiglio di Stato
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Azienda ULSS n.6 Euganea
Verwerende partij: Pia Opera Croce Verde Padova
in tegenwoordigheid van: Azienda Ospedaliera di Padova, Regione Veneto, Croce Verde Servizi
Dictum
1) |
Artikel 10, onder h), en artikel 12, lid 4, van richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG, moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan een regionale regeling die plaatsing van een overheidsopdracht ervan afhankelijk maakt dat de dienst inzake gewoon medisch vervoer niet kan worden verleend op basis van een samenwerkingsverband tussen organisaties in de publieke sector, mits bij de keuze voor een bepaalde wijze van dienstverlening, die in een fase voorafgaand aan de plaatsing van de overheidsopdracht wordt gemaakt, de beginselen van gelijke behandeling, non-discriminatie, wederzijdse erkenning, evenredigheid en transparantie in acht worden genomen. |
2) |
Artikel 10, onder h), en artikel 12, lid 4, van richtlijn 2014/24 moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan een regionale regeling volgens welke de aanbestedende dienst moet motiveren waarom hij ervoor kiest de opdracht voor een dienst inzake gewoon medisch vervoer niet rechtstreeks te gunnen, door middel van een overeenkomst met een andere aanbestedende dienst, maar door middel van een aanbesteding. |