Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017TN0476

    Zaak T-476/17: Beroep ingesteld op 27 juli 2017 — Arysta LifeScience Netherlands/Commissie

    PB C 357 van 23.10.2017, p. 17–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    23.10.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 357/17


    Beroep ingesteld op 27 juli 2017 — Arysta LifeScience Netherlands/Commissie

    (Zaak T-476/17)

    (2017/C 357/22)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Arysta LifeScience Netherlands BV (Amsterdam, Nederland) (vertegenwoordigers: C. Mereu en M. Grunchard, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    het verzoekschrift ontvankelijk en gegrond verklaren;

    het bestreden besluit (1) nietig verklaren;

    verweerster verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.

    1.

    Eerste middel, ontleend aan kennelijke beoordelingsfouten.

    Verzoekster stelt dat verweerster meerdere kennelijke beoordelingsfouten heeft begaan; verweerster heeft in strijd met de redelijkheid gehandeld door onvoldoende en niet naar behoren gewicht te hebben toegekend aan factoren die specifiek zijn voor het unieke geval van diflubenzuron; verweerster heeft noch rekening gehouden met het tijdschema van twee regelgevingsprocedures, noch met de beschikbare en nieuwe gegevens; verweerster heeft verzuimd om alle individuele elementen en factoren van dit geval nauwgezet en onpartijdig te onderzoeken.

    2.

    Tweede middel, ontleend aan schending van het recht van verdediging. Verweerster heeft niet gewaarborgd dat verzoekster haar eigen standpunten tijdens het evaluatieproces daadwerkelijk en naar behoren naar voren kon brengen.

    3.

    Derde middel, ontleend aan ultra vires vaststelling van de bestreden verordening. Verweerster heeft bij de vaststelling van de bestreden verordening ultra vires gehandeld, aangezien het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) de enige autoriteit is die wettelijk verantwoordelijk is voor de indeling of herindeling van stoffen overeenkomstig verordening nr. 1272/2008 (2), en niet verweerster.

    4.

    Vierde middel, ontleend aan onevenredigheid van de bestreden verordening. De bestreden verordening is onevenredig aangezien verweerster kon kiezen uit maatregelen en haar keuze voor het vaststellen van de bestreden verordening waarbij het gebruik van diflubenzuron werd beperkt tot niet-eetbare gewassen, nadelen meebrengt die buitensporig zijn in verhouding tot de nagestreefde doelen.


    (1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/855 van de Commissie van 18 mei 2017 tot wijziging van uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stof diflubenzuron (PB 2017, L 128, blz. 10).

    (2)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB 2008, L 353, blz. 1).


    Top