Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CA0250

Zaak C-250/17: Arrest van het Hof (Negende kamer) van 6 juni 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supremo Tribunal de Justiça — Portugal) — Virgílio Tarragó da Silveira / Massa Insolvente da Espírito Santo Financial Group, SA (Prejudiciële verwijzing — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Insolventieprocedure — Verordening (EG) nr. 1346/2000 — Artikel 15 — Gevolgen van de insolventieprocedure voor lopende rechtsvorderingen betreffende een goed of recht waarover de schuldenaar het beheer en de beschikking heeft verloren — Begrip „lopende rechtsvordering” — Procedure ten gronde strekkende tot de erkenning van het bestaan van een schuldvordering)

PB C 268 van 30.7.2018, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

201807130312003942018/C 268/172502017CJC26820180730NL01NLINFO_JUDICIAL20180606131422

Zaak C-250/17: Arrest van het Hof (Negende kamer) van 6 juni 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supremo Tribunal de Justiça — Portugal) — Virgílio Tarragó da Silveira / Massa Insolvente da Espírito Santo Financial Group, SA (Prejudiciële verwijzing — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Insolventieprocedure — Verordening (EG) nr. 1346/2000 — Artikel 15 — Gevolgen van de insolventieprocedure voor lopende rechtsvorderingen betreffende een goed of recht waarover de schuldenaar het beheer en de beschikking heeft verloren — Begrip „lopende rechtsvordering” — Procedure ten gronde strekkende tot de erkenning van het bestaan van een schuldvordering)

Top

C2682018NL1320120180606NL0017132142

Arrest van het Hof (Negende kamer) van 6 juni 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supremo Tribunal de Justiça — Portugal) — Virgílio Tarragó da Silveira / Massa Insolvente da Espírito Santo Financial Group, SA

(Zaak C-250/17) ( 1 )

„(Prejudiciële verwijzing — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Insolventieprocedure — Verordening (EG) nr. 1346/2000 — Artikel 15 — Gevolgen van de insolventieprocedure voor lopende rechtsvorderingen betreffende een goed of recht waarover de schuldenaar het beheer en de beschikking heeft verloren — Begrip „lopende rechtsvordering” — Procedure ten gronde strekkende tot de erkenning van het bestaan van een schuldvordering)”

2018/C 268/17Procestaal: Portugees

Verwijzende rechter

Supremo Tribunal de Justiça

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Virgílio Tarragó da Silveira

Verwerende partij: Massa Insolvente da Espírito Santo Financial Group, SA

Dictum

Artikel 15 van verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures moet in die zin worden uitgelegd dat het van toepassing is op een bij een rechterlijke instantie van een lidstaat lopende rechtsvordering strekkende tot veroordeling van een schuldenaar tot betaling van een op grond van een dienstverleningsovereenkomst verschuldigd geldbedrag en op schadevergoeding voor niet-nakoming van die contractuele verplichting, wanneer de schuldenaar in een procedure die voor een rechterlijke instantie van een andere lidstaat is geopend, insolvent is verklaard, en de insolventverklaring het volledige vermogen van de schuldenaar omvat.


( 1 ) PB C 239 van 24.7.2017.

Top