Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TN0686

    Zaak T-686/16 P: Hogere voorziening ingesteld op 23 september 2016 door Daniele Possanzini tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 18 juli 2016 in zaak F-68/15, Possanzini/Frontex

    PB C 428 van 21.11.2016, p. 19–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.11.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 428/19


    Hogere voorziening ingesteld op 23 september 2016 door Daniele Possanzini tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 18 juli 2016 in zaak F-68/15, Possanzini/Frontex

    (Zaak T-686/16 P)

    (2016/C 428/22)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Rekwirerende partij: Daniele Possanzini (Pisa, Italië) (vertegenwoordiger: S. Pappas, advocaat)

    Andere partij in de procedure: Europees grens- en kustwachtagentschap

    Conclusies

    De rekwirerende partij verzoekt het Gerecht:

    de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 18 juli 2016 tot verwerping van het beroep te vernietigen;

    de in eerste aanleg geformuleerde vorderingen toe te wijzen;

    de andere partij in de procedure te verwijzen in alle kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert de rekwirerende partij twee middelen aan.

    1.

    Eerste middel, bestaande in twee onderdelen, ontleend aan schending van artikel 11, leden 4, 5 en 6, van het besluit van de uitvoerend directeur van het Europees grens- en kustwachtagentschap („Frontex”) van 27 augustus 2009 tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van het personeel („besluit van 27 augustus 2009”), zoals uitgelegd in het licht van artikel 41, leden 1 en 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

    Eerste onderdeel, ontleend aan een onjuiste rechtsopvatting van het Gerecht voor ambtenarenzaken door het niet onderzoeken van het door de rekwirerende partij in eerste aanleg aangevoerde middel betreffende het ontbreken van een voorafgaand gesprek tussen de beoordelingsautoriteit en de beoordelaar.

    Tweede middel, ontleend aan het feit dat de bestreden beschikking op een onjuiste rechtsopvatting berust doordat het ontbreken van een voorafgaand gesprek tussen de beoordelingsautoriteit en de beoordelaar niet ambtshalve is onderzocht.

    2.

    Tweede middel, ontleend aan schending van artikel 2, lid 2, van het besluit van 27 augustus 2009 bestaande in de miskenning van het verschil in rol tussen de beoordelaar en de beoordelingsautoriteit zoals dat binnen Frontex is vastgesteld.


    Top