This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016TN0313
Case T-313/16: Action brought on 21 June 2016 — Grupo Riberebro Integral and Riberebro Integral v Commission
Zaak T-313/16: Beroep ingesteld op 21 juni 2016 — Grupo Riberebro Integral en Riberebro Integral/Commissie
Zaak T-313/16: Beroep ingesteld op 21 juni 2016 — Grupo Riberebro Integral en Riberebro Integral/Commissie
PB C 287 van 8.8.2016, p. 28–29
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.8.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 287/28 |
Beroep ingesteld op 21 juni 2016 — Grupo Riberebro Integral en Riberebro Integral/Commissie
(Zaak T-313/16)
(2016/C 287/34)
Procestaal: Spaans
Partijen
Verzoekende partijen: Grupo Riberebro Integral, S.L. (Alfaro, Spanje) en Riberebro Integral, S.A. (Alfaro, Spanje) (vertegenwoordigers: R. Allendesalazar Corcho en A. Rincón García-Loygorri, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
artikel 2 van besluit C(2016) 1933 final van de Europese Commissie van 6 april 2016 inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst, in zaak AT.39965 — Champignons, krachtens artikel 263 VWEU nietig verklaren wat betreft het bedrag van de aan verzoeksters opgelegde geldboete, daar sprake is van een kennelijke beoordelingsfout van de Europese Commissie met betrekking tot de feiten op basis waarvan geen rekening is gehouden met verzoeksters’ onvermogen om te betalen; |
— |
subsidiair, artikel 2 van besluit C(2016) 1933 final van de Europese Commissie van 6 april 2016 inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-Overeenkomst, in zaak AT.39965 — Champignons, krachtens de volledige rechtsmacht waarin is voorzien in artikel 31 van verordening (EG) nr. 1/2003 en artikel 261 VWEU, wijzigen en de aan verzoeksters’ opgelegde boete verlagen; |
— |
de Europese Commissie verwijzen in de kosten van de onderhavige procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
De onderhavige procedure ziet op het door een bepaalde onderneming bij de Europese Commissie ingediende clementieverzoek dat betrekking heeft op de deelname van die onderneming aan een kartel in de sector ingeblikte champignons. Blijkens het besluit van de Commissie werd met het kartel beoogd de markt voor champignons te stabiliseren en de prijsdalingen te stoppen.
Verzoeksters stellen noch de feiten, noch de juridische beoordeling daarvan ter discussie en hebben reeds hun instemming daarmee betuigd naar aanleiding van de medewerking aan de clementieprocedure en in hun reactie op de mededeling van punten van bezwaar, waarin zij aangaven het eens te zijn met de omschrijving en juridische beoordeling van de feiten. In geschil is de gedane beoordeling van de opgelegde boete en de evenredigheid daarvan.
Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters twee middelen aan.
1. |
Eerste middel: kennelijk beoordelingsfout van verweerster
|
2. |
Tweede middel: schending van het evenredigheidsbeginsel
|