EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TB0834

Zaak T-834/16: Beschikking van het Gerecht van 11 december 2018 — QC/Europese Raad („Beroep tot nietigverklaring — Verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016 — Persbericht — Begrip ‘internationale overeenkomst’ — Identificatie van degene die de handeling heeft verricht — Strekking van de handeling — Zitting van de Europese Raad — Bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten van de Europese Unie in het gebouw van de Raad van de Europese Unie — Hoedanigheid van vertegenwoordigers van de lidstaten van de Unie tijdens een ontmoeting met de vertegenwoordiger van een derde land — Artikel 263, eerste alinea, VWEU — Onbevoegdheid”)

PB C 65 van 18.2.2019, p. 34–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 65/34


Beschikking van het Gerecht van 11 december 2018 — QC/Europese Raad

(Zaak T-834/16) (1)

((„Beroep tot nietigverklaring - Verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016 - Persbericht - Begrip ‘internationale overeenkomst’ - Identificatie van degene die de handeling heeft verricht - Strekking van de handeling - Zitting van de Europese Raad - Bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten van de Europese Unie in het gebouw van de Raad van de Europese Unie - Hoedanigheid van vertegenwoordigers van de lidstaten van de Unie tijdens een ontmoeting met de vertegenwoordiger van een derde land - Artikel 263, eerste alinea, VWEU - Onbevoegdheid”))

(2019/C 65/42)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: QC (vertegenwoordiger: C. Ladis, advocaat)

Verwerende partij: Europese Raad (vertegenwoordigers: S. Boelaert, M.-M. Joséphidès en J.-P. Hix, gemachtigden)

Voorwerp

Ten eerste een verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van een overeenkomst die naar verluidt op 18 maart 2016 zou zijn gesloten tussen de Europese Raad en de Republiek Turkije, de „Verklaring EU-Turkije, 18 maart 2016”, en ten tweede een verzoek krachtens artikel 265 VWEU tot vaststelling dat de Europese Raad ten onrechte heeft nagelaten maatregelen te nemen.

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

QC en de Europese Raad worden verwezen in hun eigen kosten.


(1)  PB C 38 van 6.2.2017.


Top