This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016TA0913
Case T-913/16: Judgment of the General Court of 11 May 2022 — Fininvest and Berlusconi v ECB (Economic and monetary policy — Prudential supervision of credit institutions — Specific supervisory tasks assigned to the ECB — Assessment of acquisitions of qualifying holdings — Opposition to the acquisition of a qualifying holding — Non-retroactivity — Res judicata — Application of national transposing measures — Rights of the defence — Right of access to the file — Right to be heard — New plea — Primacy of EU law — Right to effective judicial protection)
Zaak T-913/16: Arrest van het Gerecht van 11 mei 2022 — Fininvest en Berlusconi / ECB (“Economisch en monetair beleid – Prudentieel toezicht op kredietinstellingen – Aan de ECB opgedragen specifieke toezichttaken – Beoordeling van verwervingen van gekwalificeerde deelnemingen – Bezwaar tegen de verwerving van een gekwalificeerde deelneming – Geen terugwerkende kracht – Gezag van gewijsde – Toepassing van nationale omzettingsbepalingen – Rechten van de verdediging – Recht van toegang tot het dossier – Recht om te worden gehoord – Nieuw middel – Voorrang van het Unierecht – Recht op effectieve rechterlijke bescherming”)
Zaak T-913/16: Arrest van het Gerecht van 11 mei 2022 — Fininvest en Berlusconi / ECB (“Economisch en monetair beleid – Prudentieel toezicht op kredietinstellingen – Aan de ECB opgedragen specifieke toezichttaken – Beoordeling van verwervingen van gekwalificeerde deelnemingen – Bezwaar tegen de verwerving van een gekwalificeerde deelneming – Geen terugwerkende kracht – Gezag van gewijsde – Toepassing van nationale omzettingsbepalingen – Rechten van de verdediging – Recht van toegang tot het dossier – Recht om te worden gehoord – Nieuw middel – Voorrang van het Unierecht – Recht op effectieve rechterlijke bescherming”)
PB C 266 van 11.7.2022, p. 19–19
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
11.7.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 266/19 |
Arrest van het Gerecht van 11 mei 2022 — Fininvest en Berlusconi / ECB
(Zaak T-913/16) (1)
(“Economisch en monetair beleid - Prudentieel toezicht op kredietinstellingen - Aan de ECB opgedragen specifieke toezichttaken - Beoordeling van verwervingen van gekwalificeerde deelnemingen - Bezwaar tegen de verwerving van een gekwalificeerde deelneming - Geen terugwerkende kracht - Gezag van gewijsde - Toepassing van nationale omzettingsbepalingen - Rechten van de verdediging - Recht van toegang tot het dossier - Recht om te worden gehoord - Nieuw middel - Voorrang van het Unierecht - Recht op effectieve rechterlijke bescherming”)
(2022/C 266/22)
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partijen: Finanziaria d’investimento Fininvest SpA (Fininvest) (Rome, Italië), Silvio Berlusconi (Rome) (vertegenwoordigers: R. Vaccarella, A. Di Porto, M. Carpinelli, A. Saccucci, B. Nascimbene, N. Ghedini en A. Baldaccini, advocaten)
Verwerende partij: Europese Centrale Bank (vertegenwoordigers: C. Hernández Saseta en G. Buono, gemachtigden, bijgestaan door M. Lamandini, advocaat)
Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: V. Di Bucci en A. Steiblytė, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit ECB/SSM/2016 — 7LVZJ6XRIE7VNZ4UBX81/4 van de ECB van 25 oktober 2016 waarbij de ECB heeft geweigerd om de verwerving door Fininvest en Silvio Berlusconi van een deelneming in de kredietinstelling Banca Mediolanum SpA toe te staan.
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Finanziaria d’investimento Fininvest SpA (Fininvest) en Silvio Berlusconi worden verwezen in hun eigen kosten en in die van de Europese Centrale Bank (ECB). |
3) |
De Europese Commissie draagt haar eigen kosten. |