EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TA0151

Zaak T-151/16: Arrest van het Gerecht van 27 juni 2017 — NC/Commissie („Subsidies — Onderzoek van OLAF — Vaststelling van onregelmatigheden — Besluit van de Commissie waarbij een bestuurlijke sanctie wordt opgelegd — Uitsluiting van deelname aan aanbestedingsprocedures en procedures voor de toekenning van uit de algemene begroting van de Unie gefinancierde subsidies gedurende 18 maanden — Opname in het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting — Toepassing ratione temporis van verschillende versies van het Financieel Reglement — Wezenlijke vormvoorschriften — Lex mitior”)

PB C 256 van 7.8.2017, p. 23–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.8.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/23


Arrest van het Gerecht van 27 juni 2017 — NC/Commissie

(Zaak T-151/16) (1)

((„Subsidies - Onderzoek van OLAF - Vaststelling van onregelmatigheden - Besluit van de Commissie waarbij een bestuurlijke sanctie wordt opgelegd - Uitsluiting van deelname aan aanbestedingsprocedures en procedures voor de toekenning van uit de algemene begroting van de Unie gefinancierde subsidies gedurende 18 maanden - Opname in het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting - Toepassing ratione temporis van verschillende versies van het Financieel Reglement - Wezenlijke vormvoorschriften - Lex mitior”))

(2017/C 256/25)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: NC (vertegenwoordigers: aanvankelijk J. Killick, G. Forwood, barristers, C. Van Haute en A. Bernard, advocaten, vervolgens J. Killick, G. Forwood, C. Van Haute en J. Jeram, solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk F. Dintilhac en M. Clausen, vervolgens F. Dintilhac en R. Lyal, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 28 januari 2016 waarbij verzoekster de bestuurlijke sanctie is opgelegd dat zij gedurende 18 maanden van deelname aan aanbestedingsprocedures en procedures voor de toekenning van subsidies uit de algemene begroting van de Europese Unie wordt uitgesloten en dientengevolge wordt opgenomen in het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting als voorzien in artikel 108, lid 1, van verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB 2012, L 298, blz. 1)

Dictum

1)

Het besluit van de Commissie van 28 januari 2016 waarbij aan NC de bestuurlijke sanctie is opgelegd dat zij gedurende 18 maanden van deelname aan aanbestedingsprocedures en procedures voor de toekenning van subsidies uit de algemene begroting van de Europese Unie wordt uitgesloten en dientengevolge wordt opgenomen in het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting als voorzien in artikel 108, lid 1, van verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad, wordt nietig verklaard.

2)

De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 279 van 1.8.2016.


Top