This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016CN0685
Case C-685/16: Request for a preliminary ruling from the Finanzgericht Münster (Germany) lodged on 27 December 2016 — EV v Finanzamt Lippstadt
Zaak C-685/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Münster (Duitsland) op 27 december 2016 — EV/Finanzamt Lippstadt
Zaak C-685/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Münster (Duitsland) op 27 december 2016 — EV/Finanzamt Lippstadt
PB C 144 van 8.5.2017, p. 18–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.5.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 144/18 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Münster (Duitsland) op 27 december 2016 — EV/Finanzamt Lippstadt
(Zaak C-685/16)
(2017/C 144/23)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Finanzgericht Münster
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: EV
Verwerende partij: Finanzamt Lippstadt
Prejudiciële vraag
Moeten de bepalingen over het vrije kapitaal en betalingsverkeer van de artikelen 63 en volgende VWEU aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan de regeling van § 9, lid 7, van het Gewerbesteuergesetz 2002, in de versie van het Jahressteuergesetz 2008 van 20 december 2007 (BGBl. I 2007, 3150), op grond waarvan voor de vermindering voor de heffing van de bedrijfsbelasting van de winst en de verhogingen met opbrengsten uit deelnemingen in een kapitaalvennootschap waarvan de leiding en de zetel zich buiten de Bondsrepubliek Duitsland bevinden, strengere voorwaarden gelden dan voor de vermindering van de winst en de verhogingen met opbrengsten uit deelnemingen in een niet van belasting vrijgestelde binnenlandse kapitaalvennootschap of met het deel van de bedrijfswinst van een binnenlandse onderneming dat onder een niet in het binnenland gelegen vaste inrichting betrekking heeft?