This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016CN0129
Case C-129/16: Request for a preliminary ruling from the Szolnoki Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hungary) lodged on 1 March 2016 — Túrkevei Tejtermelő Kft. v Országos Környezetvédelmi és Természetvédelmi Főfelügyelőség
Zaak C-129/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szolnoki Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 1 maart 2016 — Túrkevei Tejtermelő Kft./Országos Környezetvédelmi és Természetvédelmi Főfelügyelőség
Zaak C-129/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szolnoki Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 1 maart 2016 — Túrkevei Tejtermelő Kft./Országos Környezetvédelmi és Természetvédelmi Főfelügyelőség
PB C 211 van 13.6.2016, p. 25–26
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.6.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/25 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szolnoki Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 1 maart 2016 — Túrkevei Tejtermelő Kft./Országos Környezetvédelmi és Természetvédelmi Főfelügyelőség
(Zaak C-129/16)
(2016/C 211/32)
Procestaal: Hongaars
Verwijzende rechter
Szolnoki Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Túrkevei Tejtermelő Kft.
Verwerende partij: Országos Környezetvédelmi és Természetvédelmi Főfelügyelőség
Prejudiciële vragen
1) |
Verzetten artikel 191 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en richtlijn 2004/35/EG (1) zich tegen een nationale regeling die verder gaat dan het beginsel dat de vervuiler betaalt en de met milieubescherming belaste overheidsinstantie toestaat om de eigenaar specifiek aansprakelijk te stellen voor de milieuschade, zonder tevoren ten gronde te hoeven nagaan of er een oorzakelijk verband bestaat tussen het gedrag van die persoon (handelsvennootschap) en de verontreiniging? |
2) |
Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord en het, gelet op de luchtverontreiniging, niet noodzakelijk is om de milieuschade te herstellen, kan het dan gerechtvaardigd zijn om een geldboete ter bescherming van de luchtkwaliteit op te leggen op grond van een strengere regeling van een lidstaat als bedoeld in artikel 16 van richtlijn 2004/35 en artikel 193 VWEU of kan die strengere regeling in geen geval ten gevolge hebben dat een geldboete die uitsluitend van punitieve aard is, wordt opgelegd aan een eigenaar die niet verantwoordelijk is voor de verontreiniging? |
(1) Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade (PB L 143, blz. 56).