This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015TN0292
Case T-292/15: Action brought on 3 June 2015 — Vakakis v Commission
Zaak T-292/15: Beroep ingesteld op 3 juni 2015 — Vakakis/Commissie
Zaak T-292/15: Beroep ingesteld op 3 juni 2015 — Vakakis/Commissie
PB C 294 van 7.9.2015, p. 73–74
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.9.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 294/73 |
Beroep ingesteld op 3 juni 2015 — Vakakis/Commissie
(Zaak T-292/15)
(2015/C 294/88)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Vakakis International — Symvouloi gia Agrotiki Anaptixi AE (Athene, Griekenland) (vertegenwoordigers: B. O’Connor, solicitor, en S. Gubel en E. Bertolotto, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
Verzoekster verzoekt het Gerecht:
— |
de Commissie krachtens artikel 340 VWEU te veroordelen tot vergoeding van alle schade die verzoekster heeft geleden als gevolg van het onrechtmatige gedrag van die instelling tijdens de openbare-aanbestedingsprocedure in kwestie, met inbegrip van:
|
— |
de Commissie te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster drie middelen aan.
1. |
De Commissie heeft het gelijkheidsbeginsel, het beginsel van behoorlijk bestuur en het vertrouwensbeginsel, als gecodificeerd in verordening nr. 1605/2002 van de Raad („het Financieel Reglement”) en in de Praktische gids voor opdrachtprocedures in het kader van het externe optreden van de EU („PRAG”), geschonden, aangezien zij heeft nagelaten de aanbestedingsprocedure naar behoren te monitoren, de door verzoekster ingediende klacht meteen te onderzoeken, en volledige informatie over het onderzoek van die klacht te verstrekken. |
2. |
Verzoekster heeft schade geleden als gevolg van het onbehoorlijke bestuur van de Commissie en het besluit om de opdracht te gunnen aan Agriconsulting. |
3. |
Verzoekster heeft schade geleden als gevolg van het onbehoorlijke bestuur van de Commissie en van de schending van het gelijkheidsbeginsel, het beginsel van behoorlijk bestuur en het vertrouwensbeginsel, die algemene beginselen van Unierecht zijn, alsook door de schending van artikel 94 van het Financieel Reglement en afdeling 2.3.6 van de PRAG. |