Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TN0012

    Zaak T-12/15: Beroep ingesteld op 13 januari 2015 — Banco Santander en Santusa/Commissie

    PB C 81 van 9.3.2015, p. 24–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.3.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 81/24


    Beroep ingesteld op 13 januari 2015 — Banco Santander en Santusa/Commissie

    (Zaak T-12/15)

    (2015/C 081/32)

    Procestaal: Spaans

    Partijen

    Verzoekende partijen: Banco Santander, S.A. (Santander, Spanje) en Santusa Holding, S.L. (Boadilla del Monte, Spanje) (vertegenwoordigers: J. Buendía Sierra, E. Abad Valdenebro, R. Calvo Salinero en J. Panero Rivas, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    de aangevoerde nietigheidsgronden ontvankelijk en gegrond verklaren;

    artikel 1 van het besluit nietig verklaren voor zover daarin wordt vastgesteld dat de nieuwe interpretatie die de Spaanse overheid geeft aan artikel 12 TRLIS [texto refundido de la Ley del Impuesto sobre Sociedades (gecodificeerde versie van de wet op de vennootschapsbelasting)], moet worden aangemerkt als met de interne markt onverenigbare staatssteun;

    artikel 4, lid 1, van het besluit nietig verklaren voor zover van het Koninkrijk Spanje wordt verlangd dat het een einde maakt aan de in artikel 1 omschreven vermeende steunregeling;

    artikel 4, leden 2, 3, 4 en 5, van het besluit nietig verklaren voor zover van het Koninkrijk Spanje wordt verlangd dat het de door de Commissie als staatssteun beschouwde bedragen terugvordert;

    subsidiair, de omvang van de in artikel 4, lid 2, van het besluit aan het Koninkrijk Spanje opgelegde terugvorderingsverplichting op dezelfde manier beperken als in het eerste en het tweede besluit, en

    de Commissie verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    De middelen en voornaamste argumenten vertonen gelijkenis met die welke in zaak T-826/14, Spanje/Commissie, zijn aangevoerd.

    Met name wordt betoogd dat blijk is gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij het kwalificeren van de maatregel als staatssteun, het bepalen van wie door de maatregel wordt begunstigd en het aanmerken van de door de overheid gegeven interpretatie als andere staatssteun dan de in de besluiten van de Commissie onderzochte staatssteun, alsmede dat sprake is van schending van het vertrouwensbeginsel, het estoppelbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel.


    Top