EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0569

Zaak C-569/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 5 november 2015 — X, andere partij: Staatssecretaris van Financiën

PB C 38 van 1.2.2016, p. 25–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

1.2.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/25


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 5 november 2015 — X, andere partij: Staatssecretaris van Financiën

(Zaak C-569/15)

(2016/C 038/37)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hoge Raad der Nederlanden

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster: X

Andere partij: Staatssecretaris van Financiën

Prejudiciële vragen

1)

Moet Titel II van verordening (EEG) nr. 1408/71 (1) zo worden uitgelegd dat een in Nederland wonende werknemer die zijn werkzaamheden normaliter in Nederland verricht en die gedurende drie maanden onbetaald verlof geniet, geacht wordt tijdens die periode (mede) werkzaamheden in loondienst in Nederland te blijven verrichten indien (i) de dienstbetrekking gedurende deze periode blijft voortbestaan en (ii) deze periode voor de toepassing van de Nederlandse Werkloosheidswet wordt aangemerkt als een periode waarin werkzaamheden in loondienst worden verricht?

2)

a.

Welke wetgeving wordt door verordening (EEG) nr. 1408/71 als toepasselijk aangewezen indien deze werknemer gedurende het onbetaald verlof werkzaamheden in loondienst uitoefent in een andere lidstaat?

2)

b.

Is daarbij nog van belang dat de betrokkene in het volgende jaar tweemaal en in de daarop volgende drie jaren telkens eenmaal gedurende een periode van ongeveer één tot twee weken in dezelfde andere lidstaat in loondienst heeft gewerkt, zonder dat in Nederland sprake was van onbetaald verlof?


(1)  Verordening van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB 149, blz. 2).


Top