This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CN0558
Case C-558/15: Request for a preliminary ruling from the Tribunal da Relaçăo do Porto (Portugal) lodged on 2 November 2015 — Alberto José Vieira de Azevedo and Others v CED Portugal Unipessoal, Lda, Institituto de Seguros de Portugal — Fundo de Garantia Automóvel
Zaak C-558/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal da Relação do Porto (Portugal) op 2 november 2015 — Alberto José Vieira Azevedo e.a./CED Portugal Unipessoal, Lda, Instituto de Seguros de Portugal — Fundo de Garantia Automóvel
Zaak C-558/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal da Relação do Porto (Portugal) op 2 november 2015 — Alberto José Vieira Azevedo e.a./CED Portugal Unipessoal, Lda, Instituto de Seguros de Portugal — Fundo de Garantia Automóvel
PB C 16 van 18.1.2016, p. 20–21
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.1.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 16/20 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal da Relação do Porto (Portugal) op 2 november 2015 — Alberto José Vieira Azevedo e.a./CED Portugal Unipessoal, Lda, Instituto de Seguros de Portugal — Fundo de Garantia Automóvel
(Zaak C-558/15)
(2016/C 016/26)
Procestaal: Portugees
Verwijzende rechter
Tribunal da Relação do Porto
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Alberto José Vieira Azevedo, Maria da Conceição Ferreira da Silva, Carlos Manuel Ferreira Alves, Rui Dinis Ferreira Alves, Vítor José Ferreira Alves
Verwerende partijen: CED Portugal Unipessoal, Lda, Instituto de Seguros de Portugal — Fundo de Garantia Automóvel
Interveniënt: Instituto de Seguros de Portugal — Fundo de Acidentes de Trabalho
Prejudiciële vragen
1) |
Moeten overweging 16 bis en artikel 4 van de Vierde richtlijn motorrijtuigenverzekering (richtlijn 2000/26/EG (1) van het Parlement en de Raad van 16 mei 2000, zoals gewijzigd bij richtlijn 2005/14 (2) van het Parlement en de Raad van 11 mei 2005), rekening houdend het bepaalde in artikel 4, leden 4, 5 en 8 (waaraan in Portugees recht uitvoering is gegeven in artikel 43 van Decreto-Lei 522/85 van 31 december 1985, zoals gewijzigd bij Decreto-Lei 72-A/2003 van 14 april 2003), aldus worden uitgelegd dat op grond daarvan de vertegenwoordiger van de verzekeraar die niet werkzaam is in het land waar de rechtsvordering tot schadeloosstelling voor een verkeersongeval is ingediend, uit hoofde van een in een ander land van de Europese Unie gesloten verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorvoertuigen in rechte kan worden opgeroepen? |
2) |
Hangt bij een bevestigend antwoord op de eerste vraag die mogelijkheid af van de concrete bedingen in de vertegenwoordigingsovereenkomst tussen de vertegenwoordiger en de verzekeraar? |
(1) Richtlijn 2000/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 mei 2000 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en houdende wijziging van de richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG van de Raad (Vierde richtlijn motorrijtuigenverzekering) (PB L 181, blz. 65).
(2) Richtlijn 2005/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 houdende wijziging van de richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 88/357/EEG en 90/232/EEG van de Raad en richtlijn 2000/26/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven (PB L 149, blz. 14).