Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0435

    Zaak C-435/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Hamburg (Duitsland) op 10 augustus 2015 — GROFA GmbH/Hauptzollamt Hannover

    PB C 363 van 3.11.2015, p. 22–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    3.11.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 363/22


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Hamburg (Duitsland) op 10 augustus 2015 — GROFA GmbH/Hauptzollamt Hannover

    (Zaak C-435/15)

    (2015/C 363/28)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Finanzgericht Hamburg

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: GROFA GmbH

    Verwerende partij: Hauptzollamt Hannover

    Prejudiciële vragen

    1)

    a)

    Is uitvoeringsverordening (EU) nr. 1249/2011 van de Commissie van 29 november 2011 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (1) toepasselijk op de producten die voorwerp van het hoofdgeding zijn (GoPro HERO3 „Black Edition”, „Black Edition Surf” en „Black Edition Motorsport”)?

    b)

    Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord:

    Is uitvoeringsverordening (EU) nr. 1249/2011 rechtsgeldig?

    2)

    Indien de eerste prejudiciële vraag, onder a of onder b, ontkennend wordt beantwoord:

    a)

    Is uitvoeringsverordening (EU) nr. 876/2014 van de Commissie van 8 augustus 2014 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (2) toepasselijk op de producten die voorwerp van het hoofdgeding zijn?

    b)

    Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord:

    Is uitvoeringsverordening (EU) nr. 876/2014 rechtsgeldig?

    3)

    Indien de eerste prejudiciële vraag, onder a of onder b, ontkennend wordt beantwoord:

    Moeten de toelichtingen van de Commissie op onderverdeling 8525 8030 en onderverdelingen 8525 8091 en 8525 8099 van de gecombineerde nomenclatuur (3) aldus worden uitgelegd dat er ook van „één opname van 30 minuten of meer” sprake is wanneer de videobeelden in aparte bestanden, elk met een duur van minder dan 30 minuten, worden vastgelegd, en wanneer de kijker bij het afspelen van de opname de overgang tussen de bestanden niet kan opmerken?

    4)

    Indien de eerste prejudiciële vraag, onder a of onder b, ontkennend en de tweede prejudiciële vraag, onder a en onder b, en de derde prejudiciële vraag bevestigend worden beantwoord:

    Staat aan de indeling onder GN-onderverdeling 8525 8099 van videocamera-opnametoestellen die signalen van externe bronnen kunnen opnemen, in de weg dat zij deze signalen niet via een extern televisietoestel of een externe monitor kunnen weergeven?


    (1)  PB L 319, blz. 39.

    (2)  PB L 240, blz. 12.

    (3)  PB 2015, C 76, blz. 1.


    Top