Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0346

    Zaak C-346/15 P: Hogere voorziening ingesteld op 9 juli 2015 door Steinbeck GmbH tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 30 april 2015 in de gevoegde zaken T-707/13 en T-709/13, Steinbeck GmbH/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

    PB C 302 van 14.9.2015, p. 22–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.9.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 302/22


    Hogere voorziening ingesteld op 9 juli 2015 door Steinbeck GmbH tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 30 april 2015 in de gevoegde zaken T-707/13 en T-709/13, Steinbeck GmbH/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

    (Zaak C-346/15 P)

    (2015/C 302/28)

    Procestaal: Duits

    Partijen

    Rekwirante: Steinbeck GmbH (vertegenwoordigers: M. Heinrich, Rechtsanwalt, M. Fischer, Rechtsanwältin)

    Andere partijen in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), Alfred Sternjakob GmbH & Co. KG

    Conclusies

    Rekwirante verzoekt het Hof:

    het arrest van het Gerecht van 30 april 2015 in de gevoegde zaken T-707/13 en T-709/13 te vernietigen;

    verweerder te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Volgens rekwirante levert het bestreden arrest schending op van artikel 7, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009 (1) om de hierna volgende redenen:

    1.

    Het Gerecht heeft het ontbreken van onderscheidend vermogen van het merk „BE HAPPY” louter gemotiveerd met de vaststelling dat het als reclameslogan zou kunnen worden opgevat. Dit is volledig in strijd met de rechtspraak van het Gerecht van de Europese Unie volgen welke deze vaststelling op zich niet volstaat om te verklaren dat het merk onderscheidend vermogen mist.

    2.

    Bovendien heeft het Gerecht de concrete samenhang tussen het merk „BE HAPPY” en de door dit merk aangeduide waren niet aldus beoordeeld dat het relevante publiek daarvoor niet minstens een uitleggingsinspanning dient te leveren. Veeleer heeft het een willekeurig verband tussen de waren en het teken vastgesteld, die echter — gesteld al dat sprake is van een dergelijk verband — hoe dan ook een uitleggingsinspanning van het relevante publiek vereist.

    3.

    Bijgevolg heeft het Gerecht de criteria ter beoordeling van het onderscheidend vermogen van het merk „BE HAPPY” rechtens onjuist toegepast.


    (1)  Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 78, blz. 1).


    Top